Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ploumen en De Hoop over het bericht ‘Spoorbrug in Maastricht wordt gesloopt: slechts 15 treinen na renovatie van 33 miljoen’
Vragen van de leden Ploumen en De Hoop (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Spoorbrug in Maastricht wordt gesloopt: slechts 15 treinen na renovatie van 33 miljoen» (ingezonden 27 januari 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en Staatssecretaris Heijnen
(Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 17 februari 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Spoorbrug in Maastricht wordt gesloopt: slechts 15 treinen na renovatie van 33 miljoen»?1
Antwoord 1
Ja, hier hebben wij kennis van genomen.
Vraag 2
Hoe kan het gebeuren dat een voor 33 miljoen euro gerenoveerde brug wordt gesloopt,
terwijl hier maar 15 treinen overheen hebben gereden?
Antwoord 2
Voor het Ministerie van IenW was het beperkte gebruik van de spoorlijn Lanaken – Maastricht,
waar de brug onderdeel van is, na de reactivering een onverwachte tegenvaller. Ten
grondslag aan het reactiveringsbesluit lag een onderzoek uit 2004 uitgevoerd door
de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (België) wat uitwees dat een potentiële
goederenstroom aannemelijk was. Dit onderzoek gaf het Ministerie van IenW en betrokken
decentrale overheden het vertrouwen om te investeren in het reactiveren van het spoor.
Ook de Europese Unie heeft middels een subsidie bijgedragen. Echter, de oplevering
van het spoor vond plaats tijdens de economische crisis en papierproducent Sappi,
de drijver achter het verwachtte goederenvervoer, kampte in 2012 met problemen. Reorganisatie
volgde en het vervoer per vrachtauto bleek goedkoper. Daarom is goederenvervoer per
spoor niet tot stand gekomen. Dit was een onverwachte en flinke tegenvaller.
Zoals toentertijd door het Ministerie van IenW is aangegeven: dergelijke gang van
zaken mag niet meer voorkomen en hier zijn lessen uit getrokken. Voor deze lessen
verwijzen wij u naar antwoord 7.2
Vraag 3
Begrijpt u dat deze gang van zaken tot verbijstering leidt bij veel Maastrichtenaren?
Antwoord 3
Er bestaat zeker begrip voor het sentiment hierover, maar nadrukkelijk dient te worden
meegewogen dat de brug een gevaar vormt voor de nautische- en waterveiligheid. Enkele
jaren na het reactiveren van de spoorlijn, in 2018, is geconstateerd dat de invaart
van het Julianakanaal gevaarlijk is voor grotere schepen (de zogenoemde klasse Vb)
gedurende periodes van hoge afvoeren (ca. 2 maanden per jaar). Diep geladen en grote
schepen moeten hierdoor blijven wachten of omvaren en hebben daardoor reistijdverlies.
De vaarroute is daardoor onbetrouwbaar en kan voor langere tijd gestremd zijn wat
tot schade leidt in de hele economische keten. Dit kan worden opgelost met infrastructurele
aanpassingen aan het kanaal, zoals verbreding en verdieping van de invaart van het
Julianakanaal, bij voorkeur in combinatie met sloop van de brug.
Daarnaast zal verwijdering van de brug inclusief pijlers resulteren in een waterstandsverlaging
van circa 5 cm. Dit heeft een positief effect op de waterveiligheid van de stad Maastricht.
Er ligt een grote opgave om voor de lange termijn de keringen in de stad Maastricht
aan de normen te laten voldoen. De urgentie hiervan is ook aangetoond bij het hoge
water van afgelopen zomer. Elke cm waterstandsdaling helpt daarbij.
Het behoud van de brug zou leiden tot blijvende kosten voor instandhouding uit overheidsmiddelen
van een spoorbrug die niet wordt gebruikt.
Vraag 4
Vindt u ook dat alle andere opties, zoals het omvormen tot een fiets- en voetgangersbrug,
eerst grondig onderzocht en besproken in de gemeenteraad moeten worden, voordat er
wordt overgegaan tot sloop?
Antwoord 4
Vanwege nautische veiligheidsissues op het Julianakanaal die veroorzaakt worden door
de Lanakerbrug is ons ministerie enkele jaren in gesprek met de gemeente Maastricht
over mogelijke oplossingen, zoals het verhogen of het slopen van deze spoorbrug. Rijkswaterstaat
heeft daarom in 2020 formeel gevraagd om standpuntbepaling van de gemeente ten aanzien
van deze voorstellen.
De gemeente Maastricht heeft Rijkswaterstaat per brief geïnformeerd dat zij de toekomstige
gebruiksmogelijkheden van de spoorbrug hebben bezien. De conclusie was dat de ligging
van spoortracé met brug niet logisch aansluit op de fietsroutes in de stad en niet
ideaal is voor een recreatieve verbinding. Bovendien doorsnijdt het spoortracé aan
de westzijde van de Maas tot aan de kruising Bosscherweg de Sappi-papierfabriek. Openstelling
van dit spoortracé voor bijvoorbeeld een openbare route is daarmee vanuit beveiliging
van het Sappi-terrein niet wenselijk. Tot slot liggen parallel en kruisend met het
spoortracé diverse kabels en leidingen die volgens de gemeente Maastricht een alternatieve
aanwending van dit tracé in de weg staan.
Vraag 5
Bent u het eens dat het geen goed idee is om deze brug nu te slopen, omdat de tram
Hasselt-Maastricht zomaar eens zou kunnen stranden en deze oude verbinding dan de
enige rechtstreekse spoorverbinding met Vlaanderen zou kunnen zijn?
Antwoord 5
Ter voorbereiding van de beoogde onttrekking van het spoor zijn in 2018 en 2019 verkennende
gesprekken geweest waaruit blijkt dat het niet aannemelijk is dat er nog vervoer over
de spoorlijn plaats zal vinden. Onttrekking van het spoor is daarmee op zijn plaats.
Aan Belgische zijde is al enkele jaren geen onderhoud meer gepleegd op de betreffende
spoorverbinding en is de lijn definitief buiten exploitatie gesteld in 2020. Ook het
Ministerie van IenW is op haar beurt gestart met de voorbereidingen voor een onttrekkingsbesluit
en daarvoor is het nodig dat de gronden waarop het spoor ligt, inclusief de brug,
overgedragen worden aan een derde partij.
De aanvraag voor de sloopvergunning van de, in onbruik geraakte, brug is een weloverwogen
beslissing om nautische knelpunten op te lossen en ruimte voor de rivier te maken.
Het is uiteindelijk aan de gemeente Maastricht als bevoegd gezag om een weloverwogen
afweging te maken ten aanzien van de sloopvergunning. De eventuele sloop van de brug
staat los van de realisatie van de tramverbinding.
Vraag 6
Bent u bereid om hierover in gesprek te gaan met het college van burgemeester en wethouders
in Maastricht en de uitkomsten hiervan te delen met de Kamer?
Antwoord 6
De sloopvergunning is aangevraagd door ProRail, in samenspraak met Rijkswaterstaat
en in goed overleg met de gemeente Maastricht. Het is uiteindelijk aan de gemeente
Maastricht als bevoegd gezag om een weloverwogen afweging te maken ten aanzien van
de sloopvergunning. Indien nodig zijn wij bereid deel te nemen aan een gesprek met
de regio over de aanleiding en noodzaak voor de aanvraag sloopvergunning.
Over de voortgang van de realisatie van de tramverbinding, waaronder de wijziging
van de juridische status van het spoor en bijbehorende overdracht van gronden informeren
we uiteraard uw Kamer middels de eerstvolgende MIRT brief.
Vraag 7
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de miljarden die in het coalitieakkoord gereserveerd
zijn voor onderhoud en renovatie, wél doelmatig besteed worden? Welke lessen trekt
u uit deze casus?
Antwoord 7
De aanvullende middelen die met het Coalitieakkoord beschikbaar komen, zijn bedoeld
voor het inlopen van achterstanden bij beheer en onderhoud van de netwerken én voor
het onderhoud en renoveren en vervangen ervan in de toekomst. In de Kamerbrief van
29 oktober 20213 is al enige richting gegeven hoe we de doelmatigheid willen vergoten, bijvoorbeeld
door het introduceren van een langere planningshorizon. Tevens werkt het Ministerie
van IenW met bestedingsplannen waarbij, zoals afgesproken in het Coalitieakkoord,
de doelmatigheid van beoogde investeringen in het kader van onderhoud en renovatie
getoetst wordt.
Specifiek op deze casus is in 2016 gereflecteerd. Geconcludeerd werd dat bij reactivering
van in onbruik geraakte spoorwegen de kosten voor planvorming, reactivering, beheer
en onderhoud geheel bij de initiatiefnemer worden gelegd. Tevens wordt terughoudend
geacteerd op het heropenen van spoorwegen waarvan in het verleden is gebleken dat
ze een te marginaal bestaan hadden.
Daarnaast is het belangrijk om blijvend scherpe afwegingen te maken of we de infrastructuur
nodig hebben. Het voornemen om een in onbruik geraakte brug te slopen en zo kosten
uit te sparen voor beheer, onderhoud, renovatie en aanpassingen ten gunste van nautische-
en hoogwaterveiligheid is onder de streep een doelmatige inzet van rijksmiddelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.