Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Brekelmans en Van Wijngaarden over het bericht 'Mali expels Paris envoy over 'hostile and outrageous' French comments'
Vragen van de leden Brekelmans en Van Wijngaarden (beiden VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het bericht «Mali expels Paris envoy over «hostile and outrageous» French comments» (ingezonden 1 februari 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en van Minister Ollongren (Defensie)
(ontvangen 17 februari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Mali expels Paris envoy over «hostile and outrageous»
French comments»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens met de Franse Minister van Buitenlandse Zaken Jean-Yves le Drian dat
de Malinese junta niet legitiem is?
Antwoord 2
Het kabinet stelt vast – net als de West-Afrikaanse regio (ECOWAS) en de Europese
Unie – dat het huidige Malinese bewind niet tot stand is gekomen via een regulier
democratisch proces. Het kabinet keurt dit af. Het is belangrijk dat Mali zo spoedig
mogelijk zijn weg terugvindt naar een proces van democratische transitie. Met dat
perspectief houdt het kabinet, samen met gelijkgezinde partners in ECOWAS en de Europese
Unie, het communicatiekanaal met deze transitieregering vooralsnog open. Dit betekent
dat Nederland ECOWAS en de Afrikaanse Unie blijft steunen in hun poging om een uitweg
te vinden uit deze impasse.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het plan van de Malinese junta om niet zoals eerder toegezegd in
februari 2022 verkiezingen uit te schrijven, maar tot nog wel vijf jaar aan de macht
te blijven?
Antwoord 3
Het kabinet acht de aangekondigde verlenging van de transitie met maximaal vijf jaar
(later teruggebracht tot vier jaar) onacceptabel en heeft deze boodschap ook duidelijk
overgebracht aan de Malinese transitieautoriteiten. Nederland heeft in de Raad Buitenlandse
Zaken van januari jl. bovendien gepleit voor een sterke EU-reactie door middel van
persoonsgerichte sancties tegen individuen die de politieke transitie in Mali actief
tegenwerken en die de vrede, stabiliteit en veiligheid bedreigen. Er is door de EU-lidstaten
overeenstemming bereikt over de listingvan vijf Malinese personen die hierin een sleutelrol vervullen.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de schade aan de pogingen van de internationale gemeenschap om Mali
te stabiliseren als de Malinese junta weigert verkiezingen uit te schrijven, en het
pakket aan economische sancties van ECOWAS dientengevolge van kracht blijft?
Antwoord 4
Het is momenteel te vroeg om te bepalen wat de volledige impact van de huidige ontwikkelingen
is op de internationale inzet op het gebied van stabiliteit. Wel is reeds besloten
om Taakgroep Takuba uit Mali terug te trekken. Zie voor nadere informatie de separate
Kamerbrief «Besluit terugtrekking Taakgroep Takuba uit Mali» (17 februari jl.). Het
kabinet voert daarnaast intensief overleg met partners in de VN en de EU over de mogelijke
gevolgen van de verslechterende omstandigheden in Mali voor de VN-missie MINUSMA en
de EU-missies in de Sahel en de gevolgen voor de Nederlandse bijdragen daaraan. Tevens
zal Nederland in samenspraak met andere donoren zeer kritisch bezien in hoeverre de
ontwikkelingssamenwerking via de centrale overheid in Mali onder de huidige omstandigheden
nog wenselijk en effectief is.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de beslissing van de Malinese autoriteiten om de Duitse luchtmacht
toegang tot het luchtruim te weigeren voor een vlucht naar een logistieke hub in Niger?
Antwoord 5
In de derde week van januari werden door de Malinese transitieautoriteiten beperkingen
opgelegd aan het gebruik van het luchtruim. Zie ook het antwoord op vraag 8, 11 en
12.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat de keuze van de Malinese regering om de Deense bijdrage
aan Operatie Takuba het land uit te zetten de inspanningen tegen terrorisme in de
Sahel schaadt?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Welke gevolgen zijn er voor het rotatieschema van de Verenigde Naties om luchttransport
aan de missie MINUSMA ter beschikking te stellen, waarbij naast de huidige inzet van
Nederland ook Denemarken periodiek een bijdrage levert?
Antwoord 7
Zoals eerder aan uw Kamer gecommuniceerd, draagt Nederland tot medio mei bij aan het
rotatieschema met een C-130. Over toekomstige invulling binnen het rotatieschema vindt
nader overleg plaats tussen de betrokken landen.
Vraag 8
Welke gevolgen heeft de opstelling van de Malinese autoriteiten voor de veiligheid
en uitvoerbaarheid van de missie? Kunt u daarbij ten minste ingaan op de toegang tot
medische faciliteiten waar de Nederlandse militairen van afhankelijk zijn, en het
verkrijgen van toestemming voor vluchten om Mali desgewenst in- en uit te vliegen?
Antwoord 8
Vooralsnog ziet MINUSMA voldoende mogelijkheden voor de uitvoering van haar mandaat.
Wel troffen de door de transitieautoriteiten opgelegde beperkingen aan het binnenlandse
luchtruim ook MINUSMA en de inzet van de Nederlandse C-130. De restricties leidden
op 16 januari jl. tot een tijdelijke stop van alle personeels- en cargovluchten van
de missie, waaronder de vluchten van de Nederlandse C-130. Daags na de afkondiging
van de restricties kwamen MINUSMA en de transitieautoriteiten na intensief overleg
tot een oplossing. De transitieautoriteiten krijgen voortaan inzage in het vluchtschema
van MINUSMA. Sinds 21 januari jl. voert de Nederlandse C-130 weer vluchten uit. De
beperkende maatregelen hadden geen invloed op medische evacuatievluchten. Er zijn
op dit moment geen beperkingen op de toegang tot medische faciliteiten in Mali voor
missiepersoneel. Het kabinet houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
Vraag 9
Wat zeggen de abrupte keuzes van de Malinese junta rond bijvoorbeeld de Deense militaire
aanwezigheid en de Duitse overvlucht richting Niger over de betrouwbaarheid van het
regime en de waarde van gemaakte afspraken?
Antwoord 9
Namens de EU is er op 2 februari jl. een verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger
uitgebracht naar aanleiding van het verzoek van de Malinese transitieautoriteiten
aan de Franse ambassadeur om binnen 72 uur het land te verlaten. De manier waarop
de Malinese transitieautoriteiten omgaan met Europese partners wordt gekwalificeerd
als onaanvaardbaar. In deze verklaring wordt voorts afkeuring uitgesproken over het
ongefundeerde besluit van Mali om de Deense militaire aanwezigheid uit te wijzen.
De EU toont zich geheel solidair met de positie van ECOWAS en roept de Malinese transitieautoriteiten
op tot de-escalatie en hervatting van de dialoog.
Vraag 10
Is de aanwezigheid van de Wagner Group de afgelopen weken in Mali toe- of afgenomen?
Antwoord 10
Het is het kabinet bekend dat Russische paramilitairen sinds januari 2022 actief zijn
in Mali. Het kabinet acht het waarschijnlijk dat een deel van deze paramilitairen
behoren tot de private military company Wagner. Het is eveneens mogelijk dat het reguliere
Russische militairen van de Russische overheid zijn of een mix van beide. Het kan
op dit ogenblik niet worden bevestigd dat er een overeenkomst bestaat tussen de Malinese
autoriteiten en de Wagner Group. Deze ontwikkelingen zijn desondanks zeer zorgelijk.
Vraag 11
Kunt u aangeven hoe de Nederlandse missie in Mali de gestelde politieke en strategische
doelen kan bereiken in het licht van de ontwikkelingen waaraan in de voorgaande vragen
wordt gerefereerd?
Antwoord 11
De ontwikkelingen waaraan wordt gerefereerd zijn reden tot zorg. Het kabinet volgt
deze op de voet en staat in nauw contact met partners en bondgenoten om de effecten
op de haalbaarheid van politieke en strategische doelen te monitoren.
Vraag 12
Heeft Nederland te maken gehad met vergelijkbare dreigementen of hindernissen als
Frankrijk, Duitsland en Denemarken?
Antwoord 12
Nederland neemt net als deze landen deel aan MINUSMA, EUTM Mali en de Taakgroep Takuba.
Zie het antwoord op vraag 8 voor de situatie ten aanzien van MINUSMA en de separate
Kamerbrief «Besluit terugtrekking Taakgroep Takuba uit Mali» (17 februari jl.) voor
de situatie ten aanzien van Taakgroep Takuba.
EUTM Mali wordt sinds enkele weken de toegang tot verschillende Malinese militaire
locaties ontzegd. Voorts wordt de inzet van Unmanned Aerial Vehicles in Centraal-Mali
sinds half januari niet meer toegestaan, vanwege de hierboven beschreven opgelegde
beperkingen in het binnenlandse luchtruim.
Gegeven de zorgen over de ontwikkelingen in Mali en de gevolgen hiervan op de inzet
en effectiviteit van EUTM Mali en EUCAP Sahel Mali, wordt in EU-verband gesproken
over de voortzetting van deze missies, zoals tijdens de aankomende Raad Buitenlandse
Zaken op maandag 21 februari a.s.
Vraag 13
Overweegt Nederland bijdrages terug te trekken uit de verschillende missies in Mali
vanwege de ontwikkelingen waar de voorgaande vragen aan refereren?
Antwoord 13
De aan Taakgroep Takuba deelnemende landen, waaronder Nederland, hebben inmiddels
besloten om Taakgroep Takuba uit Mali terug te trekken. Zie voor nadere informatie
de separate Kamerbrief «Besluit terugtrekking Taakgroep Takuba uit Mali» (17 februari
jl.)). Het kabinet voert daarnaast intensief overleg met partners in de VN en de EU
over de mogelijke gevolgen van de verslechterende omstandigheden in Mali voor de VN-missie
MINUSMA en de EU-missies in de Sahel en de gevolgen voor de Nederlandse bijdragen
daaraan.
Vraag 14
Wordt er in de EU gesproken over een totaalafweging hoe om te gaan met Mali en de
bijdragen door Europese landen aan de verschillende missies aldaar van de EU en de
VN?
Antwoord 14
De situatie in Mali heeft alle aandacht binnen de Europese Unie en staat daar mede
op Nederlands aandringen hoog op de agenda. Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de EDEO
zullen met spoed additionele analyses van de situatie maken inclusief een gedegen
risico- inschatting ten aanzien van de Europese presentie en inzet van Europese instrumenten
in de regio. De Raad Buitenlandse Zaken van 21 februari a.s. zal over dit onderwerp
spreken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.