Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellian over het bericht 'Moordenaar broer kroongetuige gaf tot moord Peter R. lezingen in gevangenis'
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Moordenaar broer kroongetuige gaf tot moord Peter R. lezingen in gevangenis» (ingezonden 18 januari 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 17 februari 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1608.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Moordenaar broer kroongetuige gaf tot moord Peter R.
lezingen in gevangenis»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Wat vindt u ervan dat een tot 28 jaar celstraf veroordeelde moordenaar, die volgens
het gerechtshof als «kil, berekend en genadeloos» werd omgeschreven, lezingen mag
geven in de gevangenis?
Waarom kan iemand die op deze wijze is omschreven door de rechter lezingen geven over
resocialisatie?
Antwoord 2, 3
Als eerste wil ik opmerken dat ik mij zeer goed kan voorstellen dat de berichtgeving
verbazing heeft gewekt bij en pijnlijk was voor de nabestaanden. Dat betreur ik zeer.
Terugkijkend is door DJI geconcludeerd dat er bij de besluitvorming over deze activiteit
voor deze gedetineerde onvoldoende rekening is gehouden met de maatschappelijke impact
van het delict waarvoor betrokkene is veroordeeld en de belangen van de nabestaanden.
Binnen het gevangeniswezen werken mensen aan een veilige re-integratie van alle gedetineerden.
Dat geldt ook voor gedetineerden die tot een lange straf zijn veroordeeld en die op
deze wijze door de rechter zijn omschreven.
Voor iedere gedetineerde wordt een persoonlijk Detentie en Re-integratieplan (D&R-plan)
opgesteld. Het uitgangspunt is dat de tijd in detentie zinvol wordt benut. In het
D&R-plan wordt beschreven hoe – met inachtneming van veiligheidsrisico’s, gedrag van
de gedetineerde en slachtofferbelang – stappen gezet kunnen worden die bijdragen aan
een veilige terugkeer. Het D&R-plan wordt tussentijds geëvalueerd en indien nodig
aangepast. Voor langgestraften wordt bekeken welk traject wanneer kan worden ingezet.
Als de straf nog lang duurt, gaat het om afgewogen, kleine stapjes, zoals activiteiten
met een volstrekt intern karakter en met toezicht door medewerkers van de gevangenis.
De keuze over toekennen van vrijheden tijdens detentie of wanneer re-integratieactiviteiten
worden aangeboden, wordt altijd afgewogen op basis van de drie genoemde criteria:
veiligheidsrisico’s, gedrag en slachtofferbelangen. In deze casus zijn in het kader
van re-integratie groepsgesprekken opgezet. Deze gesprekken zijn tevens bedoeld als
preventie-activiteit door andere gedetineerden er bewust van te maken van het feit
dat in zeer ernstige zaken ook zeer zware straffen worden opgelegd. Deze groepsgesprekken
vonden plaats met toezicht en met vooraf door de inrichting geselecteerde gedetineerden.
Nadat tweemaal een groepsgesprek met negen gedetineerden per gesprek had plaatsgevonden,
vond de aanslag op Peter R. de Vries plaats. Deze gebeurtenis gaf aanleiding om terug
te komen op het eerdere besluit om toestemming te geven voor de gesprekken. De moord
op Peter R. de Vries deed inzien dat bij de besluitvorming te weinig rekening was
gehouden met de maatschappelijke context van het delict waarvoor deze gedetineerde
is veroordeeld en dat het effect van deze activiteit op de nabestaanden niet juist
is ingeschat.
Vraag 4
Welke criteria worden gehanteerd bij het selecteren van gedetineerden die in het kader
van resocialisatie lezingen of andersoortige activiteiten voor medegedetineerden mogen
organiseren?
Antwoord 4
Het D&R-plan is leidend bij het mogen uitvoeren van activiteiten in het kader van
re-integratie. Het opstellen van het D&R-plan is maatwerk. Daarbij worden telkens
veiligheidsrisico’s, het gedrag van de gedetineerde en slachtofferbelangen gewogen.
Voor een onderdeel als dit is ook van belang dat de activiteit ten goede komt aan
het inzicht van betrokkene in zijn handelen, dat hij tot inkeer komt en dat zijn motivatie
geloofwaardig wordt geacht.
Vraag 5
Waarom worden meerdere gedetineerden uit de Top 600 bij elkaar gezet, die nota bene
gekozen werden door Shurandy S., tijdens een dergelijke activiteit?
Antwoord 5
Er waren geen gedetineerden uit de top 600 bij de groepsgesprekken aanwezig.
Vraag 6
Hoe denkt u dat deze gang van zaken overkomt op de nabestaanden van de vermoorde Reduan
B. en op slachtoffers in het algemeen?
Antwoord 6
Zoals ik bij het antwoord op vraag 2 heb opgemerkt betreur ik de gang van zaken zeer
en kan ik me goed voorstellen dat deze gebeurtenis en de berichten in de media grote
impact hebben op nabestaanden en op slachtoffers in het algemeen. Ik sta pal voor
het beschermen van slachtofferbelangen en hecht aan het welbevinden van slachtoffers
en nabestaanden. Daarom wordt er in het gevangeniswezen veel aandacht besteed aan
slachtofferzorg en activiteiten als herstelbemiddeling.
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat gewetenloze moordenaars zoals Shurandy S.
geen invloed kunnen uitoefenen op andere gedetineerden en ervoor te zorgen dat de
selectie bij resocialisatieprojecten in de gevangenis zorgvuldig zal plaatsvinden?
Antwoord 7
Ook voor de zwaarste categorie gedetineerden wordt een D&R-plan vastgesteld met zorgvuldig
geselecteerde activiteiten. Tijdens de uitvoering van het traject wordt de gedetineerde
gemonitord om te voorkomen dat andere gedetineerden negatief kunnen worden beïnvloed.
Ervaringen uit deze casus worden gebruikt om de afwegingen die worden gemaakt tijdens
het traject verder te verbeteren. Door te leren van deze gebeurtenis zal de weging
van de maatschappelijke context en slachtofferbelangen steeds beter tot zijn recht
komen bij de keuzes die gemaakt worden binnen de inrichting.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.