Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over toenemende intimidaties in het gevangeniswezen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over toenemende intimidaties in het gevangeniswezen (ingezonden 26 januari 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 16 februari 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de resultaten van de peiling die FNV heeft gehouden onder
gevangenispersoneel?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het signaal van de medewerkers die aangeven zich onveilig te
voelen en dit ook direct koppelen aan de door hen gevoelde onderbezetting in het gevangeniswezen
en het vertrek van ervaren personeel?
Antwoord 2
Laat ik voorop stellen dat de directie van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en
ikzelf dergelijke signalen zeer serieus nemen. In de peiling van de vakbond FNV heeft
meer dan de helft van de ruim 1800 ondervraagde gevangenismedewerkers aangegeven dat
intimidatie en geweld binnen de gevangenissen de afgelopen jaren is toegenomen. Dit
beeld vind ik zorgelijk: elke bedreiging of (geweld)incident is er een te veel. Tegelijkertijd
heeft het personeel te maken met een complexe doelgroep en zijn incidenten nooit uit
te sluiten. Of er een koppeling gemaakt kan worden met een mogelijk tekort aan (ervaren)
personeel is moeilijk vast te stellen. Dat het een uitdaging is om voldoende personeel
werkzaam te hebben, is een feit. Dit komt onder meer door de leeftijdsopbouw van het
personeel waardoor de komende tijd ervaren personeel uitstroomt en nieuw personeel
instroomt, en een krappe arbeidsmarkt. Daarnaast beïnvloedt het hoge aantal coronabesmettingen
tijdelijk de inzetbaarheid van medewerkers.
De werving van personeel vraagt dus om continue aandacht van DJI. De afgelopen periode
is ingezet op de professionalisering en optimalisatie hiervan. Zo zijn er «sourcers»
en «recruiters» aangesteld die gericht nieuwe medewerkers benaderen en start dit voorjaar
een arbeidsmarktcampagne. Verder voer ik, mede naar aanleiding van de brief van de
Centrale Ondernemingsraad (COR) van DJI van oktober 2021 en de brief3 die ik uw Kamer stuurde op 19 november 2021, reeds gesprekken met de directie van
DJI over een veilige werkomgeving en voldoende, goed opgeleid personeel en welke maatregelen
daarvoor nodig zijn. De uitkomsten van de FNV-enquête worden daarin meegenomen, evenals
de uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek van 2021, waarin 20% van de
medewerkers aangaf zich geïntimideerd te voelen door gedetineerden. Over de uitkomsten
van deze gesprekken zal ik uw Kamer bij de volgende voortgangsbrief over de visie
op het gevangeniswezen informeren.
Vraag 3
Trekt u het zich aan dat gevangenispersoneel onomwonden zegt elkaar niet te vertrouwen?
Wordt er volgens u voldoende aan gedaan om te voorkomen dat medewerkers die foute
bedoelingen hebben worden aangenomen, of dat medewerkers het verkeerde pad op worden
getrokken (al dan niet door bedreiging of het vooruitzicht van grote sommen geld)
door criminelen? Zo ja, waaruit blijkt dat?
Antwoord 3
Ja, dat trek ik mij aan. Weerbaarheid is een belangrijk thema binnen DJI en de integriteit
van medewerkers moet buiten kijf staan. Deze thema’s maken daarom onderdeel uit van
basisopleidingen van medewerkers en leidinggevenden en zijn daarna onderdeel van de
personeels- en functioneringsgesprekken. Daarnaast heeft mijn voorganger in de brief
over de aanpak van georganiseerde criminaliteit in detentie en bij berechting een
aantal maatregelen genoemd om de weerbaarheid en integriteit verder te versterken.4 Zo maakt de nieuwe CAO Rijk 2021 het mogelijk dat medewerkers van DJI om de vier
jaar een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) moeten overleggen, in plaats van alleen bij
indiensttreding. Medewerkers die dit niet kunnen, worden geschorst. Met invoering
van de recent gewijzigde versie van de ontwerpregeling aanwijzing functies VOG politiegegevens
kunnen naast veroordelingen ook aangiftes en meldingen die bij de politie zijn gedaan
worden meegewogen. Als een medewerker ná indiensttreding in aanraking komt met justitie,
moet DJI dit weten. Ook is in eerdergenoemde brief aangekondigd dat onderzocht wordt
of medewerkers die een risicofunctie op een bijzondere locatie binnen DJI bekleden,
zoals medewerkers bij de Extra Beveiligde Inrichting (EBI), een zogeheten veiligheidsonderzoek
kunnen krijgen. Ik zal uw Kamer in het voorjaar over de voortgang hiervan informeren.
Vraag 4
Zijn de huidige afspraken over personele bezetting nog wel te rechtvaardigen bij een
gevangenenpopulatie die, in den breedte, alsmaar zwaardere vormen van crimineel gedrag
en psychische problemen vertoont? Zo ja, waarom denkt u dat? Zo nee, wat gaat u eraan
doen om hierin een beter evenwicht te vinden?
Antwoord 4
Het gevangeniswezen heeft te maken met een specifieke en soms moeilijke doelgroep.
Met DJI kijk ik naar wat dit onder meer voor de regimes en de personele bezetting
betekent. Er worden verschillende maatregelen getroffen die er onder meer op gericht
zijn dat personeel hun werk veilig kan blijven uitvoeren. Zo is in elke penitentiaire
inrichting (PI) een Bureau Inlichtingen en Veiligheid (BIV) ingericht, waar centraal
signalen van en informatie over voortgezet crimineel handelen bij elkaar worden gebracht
zodat maatregelen kunnen worden genomen. Daarnaast zorg ik voor een landelijk dekkend
netwerk van hoogbeveiligde voorzieningen voor de «zware» gedetineerden. Zo komt er
een tweede EBI in Vlissingen en er zijn op dit moment twee Afdelingen met Intensief
Toezicht (AIT) in Leeuwarden en Krimpen aan den IJssel. Medio 2022 komt er een derde
AIT in Alphen aan den Rijn. Daarnaast ben ik in gesprek met DJI en de Penitentiaire
Psychiatrische Centra (PPC’s) over de rol van de PPC’s in het forensische stelsel
en wat dit betekent voor de benodigde randvoorwaarden, zoals de inzet van personeel.
Ook is de afgelopen jaren extra geïnvesteerd in training en opleiding van personeel,
bijvoorbeeld in vakmanschap met de middelen die met het convenant «Werken aan een
solide personeelsbeleid» beschikbaar zijn gesteld.
Vraag 5
Bent u bereid de werkcultuur binnen DJI eens goed tegen het licht te houden en actie
te ondernemen als blijkt dat inderdaad sprake is van een ongezonde werkcultuur van
intimiderende, neerbuigende en onvriendelijke bejegening onder personeel?
Antwoord 5
Ik vind het van groot belang dat er bij DJI een gezonde werkcultuur bestaat. Dit vraagt
om permanente reflectie en aandacht en geen eenmalige actie. De uitkomsten van de
FNV-enquête geven aanleiding om daar extra op in te zetten. Een neerbuigende en onvriendelijke
bejegening en zelfs intimidatie is op geen enkele manier acceptabel. In het geval
van intimidatie treedt de leiding van DJI op en zij doet alles wat in haar mogelijkheid
ligt om dit te voorkomen. Het personeelsbeleid van DJI is erop gericht negatieve bejegening
van medewerkers te voorkomen. In de leiderschapsprogramma’s besteedt DJI onder andere
aandacht aan goede gespreksvoering. Leidinggevenden volgen de nodige opleidingen en
trainingen voor het bevorderen van een gezonde werkcultuur, zoals trainingen voor
personeels- en functioneringsgesprekken. Medewerkers volgen trainingen zoals «Praten
over je vak», «Pesten op de werkvloer» of de training «Uitspreken, Bespreken, Aanspreken,
Afspreken» om onderling gedrag positief te bevorderen. Wanneer een medewerker zich
in de praktijk toch onheus bejegend voelt, kan hij dit bespreekbaar maken met zijn
leidinggevende of een hogere leidinggevende die vervolgens gepaste actie onderneemt.
Daarnaast kunnen medewerkers zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon als zij
of hij te maken krijgt met onheuse bejegening of ontoelaatbaar gedrag.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.