Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht 'Weer meer CO2-uitstoot veroorzaakt door biomassa'
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Weer meer CO2-uitstoot veroorzaakt door biomassa» (ingezonden 8 december 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 7 februari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2021–2022, nr. 1363.
Vraag 1
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de CO2-uitstoot door biomassa met 16 procent is toegenomen in 2020?1
Antwoord 1
Net als uw Kamer kijkt het kabinet kritisch naar de inzet van en uitstoot door biogrondstoffen.
De inzet van duurzame biogrondstoffen is essentieel voor de transitie naar een klimaatneutrale
en circulaire economie in 2050, mits dit op een verantwoorde wijze gebeurt. Conform
het Coalitieakkoord zal het beleid van dit kabinet erop gericht zijn om biogrondstoffen
zo hoogwaardig mogelijk in te zetten. Zoals het CBS aangeeft tellen de CO2-emissies door het gebruik van biogrondstoffen voor energietoepassingen niet mee voor
de doelen om in 2050 de broeikasgasemissies naar netto-nul terug te brengen, zolang
deze biogrondstoffen op duurzame wijze tot stand zijn gekomen. Dit is conform de internationale
regels van het UNFCCC. Als de biogrondstoffen op een niet-duurzame wijze worden geproduceerd,
wordt de netto CO2-emissie wel opgenomen als verandering in het landgebruik onder de LULUCF-verordening.
Vraag 2
Hoeveel geld is er aan subsidie naar biomassa gegaan dit jaar?
Antwoord 2
Er is in 2021 voor 814 miljoen euro aan projecten uitgekeerd die hernieuwbare energie
produceren door inzet van biogrondstoffen. Dit gaat om projecten die in voorgaande
jaren een beschikking hebben gekregen in het kader van de SDE+ of haar voorgangers.
Vraag 3
Hoe rijmt u dit met de uitvoering van de motie-Van Esch waardoor het besluit is genomen
om geen nieuwe subsidies voor biomassa af te geven (Kamerstuk 30 175, nr. 360)?
Antwoord 3
De motie-Van Esch verzoekt de regering om geen nieuwe subsidies voor houtige biomassa
af te geven tot het afbouwpad met de Kamer is gedeeld. Dit afbouwpad is aangekondigd
in het duurzaamheidskader biogrondstoffen en heeft uitsluitend betrekking op het gebruik
van houtige biogrondstoffen voor laagwaardige toepassingen. In 2021 was de SDE++ daarom
niet meer open voor nieuwe subsidiebeschikkingen voor laagwaardige toepassingen. De
uitsluiting in 2021 heeft echter alleen betrekking op de afgifte van nieuwe subsidiebeschikkingen.
Lopende beschikkingen zijn niet aangepast. Het kabinet bekijkt momenteel hoe de subsidie
voor laagwaardige toepassingen zo snel mogelijk kan worden afgebouwd, rekening houdend
met kosteneffectiviteit. Verder staat de SDE++-regeling open voor hoogwaardigere toepassingen
van biogrondstoffen. Hieronder vallen bijvoorbeeld het gebruik van biogrondstoffen
voor duurzame biobrandstoffen voor lucht- en scheepvaart of zwaar wegtransport en
het gebruik van biogrondstoffen voor de verduurzaming van hogetemperatuursprocessen in de industrie.
Vraag 4
Hoeveel publiek geld gaat er, ondanks de uitvoering van de motie-Van Esch, nog naar
biomassa?
Antwoord 4
Zie voor de uitgaven in 2021 het antwoord op vraag 2. Wat de toekomstige uitgaven
aan biogrondstoffen voor laagwaardige energietoepassingen betreft, gaat het op dit
moment vooral om beschikkingen die al eerder zijn uitgereikt. De uitgaven aan deze
projecten hangen van de energieprijzen, de hoeveelheid duurzame energie die geproduceerd
wordt, de looptijd en in sommige gevallen de CO2-prijs.
Vraag 5, 6
Wat zijn de verwachtingen voor de uitstoot van biomassa in 2021?
Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Van Raan en Leijten over voortaan de
uitstoot door de bijstook van biomassa meten (Kamerstuk 35 668, nr. 27)?
Antwoord 5, 6
Zoals eerder is aangegeven in de Beantwoording voorhang wijziging Besluit activiteiten
leefomgeving m.b.t. industriële emissies (kenmerk IENW/BSK-2021/329718), zal het kabinet
het Centraal Bureau voor de Statistiek vragen om voortaan jaarlijks de gegevens over
de gerealiseerde uitstoot te rapporteren en zal het kabinet het Planbureau voor de
Leefomgeving vragen om in de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning deze emissies
voor de toekomst te ramen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.