Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tjeerd de Groot en Boucke over het bericht 'Risico’s gaswinning onder Waddenzee vanuit Ternaard onvoldoende onderzocht'
Vragen van de leden Tjeerd de Groot en Boucke (beiden D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Risico’s gaswinning onder Waddenzee vanuit Ternaard onvoldoende onderzocht» (ingezonden 8 december 2021).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Risico’s gaswinning onder Waddenzee vanuit Ternaard
onvoldoende onderzocht»?1
Antwoord 1
Ik ben met het bericht bekend.
Vraag 2
Kunt u reflecteren op de conclusie van de commissie m.e.r. dat op maar liefst acht
punten essentiële informatie mist in de m.e.r. zoals deze was opgesteld in opdracht
van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM)?
Antwoord 2
Naar aanleiding van het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.)
hebben de vorige Minister van EZK en mijn voorganger de NAM verzocht om de Milieueffectrapportage
(MER) aan te vullen door daar waar informatie mist deze toe te voegen en daar waar
de informatie wel is verstrekt, een nadere toelichting op te nemen. Deze aanvulling
van de MER wordt meegenomen bij de definitieve besluitvorming.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het advies van de commissie m.e.r. het beeld van de Waddenacademie
bevestigt dat nadelige gevolgen van de gaswinning op de natuurlijke kenmerken en ecologische
functie van de Waddenzee niet wetenschappelijk zijn uit te sluiten?
Antwoord 3
De Commissie voor de m.e.r. adviseert over de volledigheid van de MER en heeft in
het geval van de MER Ternaard gesignaleerd dat informatie ontbreekt. Zij adviseert
om de MER aan te vullen. Zoals reeds aangegeven bij het antwoord op vraag 2 is dit
advies gevolgd. Het advies van de Waddenacademie wordt, met de ingediende zienwijzen
en reacties, zorgvuldig bestudeerd en betrokken bij de definitieve besluitvorming,
thans voorzien in maart 2022. Hierop kan ik niet vooruit lopen. Alle schriftelijk
ingebrachte zienswijzen en reacties worden beantwoord in een Nota van Antwoord die
tezamen met de definitieve besluiten ter inzage worden gelegd.
Vraag 4
Deelt u de mening van de wetenschappers van de Waddenacademie dat u het project hiermee
niet mag vergunnen onder de Wet natuurbescherming?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Deelt u de mening dat op basis van de bestaande m.e.r. en de conclusies zoals geschetst
in het advies van de Waddenacademie, geen vergunning kan worden uitgegeven voor gaswinning
bij Ternaard? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de vergunning voor Ternaard
te weigeren?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Klopt het dat als u de vergunning voor Ternaard weigert omdat het project niet te
vergunnen blijkt onder de Wet natuurbescherming, hier geen schadevergoeding tegenover
hoeft te staan, zelfs niet voor de «reeds gedane investeringen»?
Antwoord 6
Ik wil niet vooruitlopen op het definitieve besluit inzake de natuurvergunning en
dus ook niet op een eventuele schadeplichtigheid. Er is over het algemeen geen aanleiding
voor schadevergoeding als investeringen zijn gedaan in de wetenschap dat op grond
van de artikelen 2.7 en 2.8 van de Wet natuurbescherming en artikel 6, derde lid,
van de Habitatrichtlijn een vergunning is vereist, die alleen kan worden verleend
als zonder redelijke wetenschappelijke twijfel op basis van de passende beoordeling
kan worden geconcludeerd dat door het project de natuurlijke kenmerken van de relevante
Natura 2000-gebieden niet worden aangetast.
Vraag 7
Klopt het dat het volgens UNESCO Werelderfgoed standaard ook nodig is dat in de m.e.r.
een apart hoofdstuk wordt opgenomen over de mogelijke impact die het project heeft
op de «Outstanding Universal Value» van het gebied? Klopt het dat dit niet in de huidige
m.e.r. is opgenomen?
Antwoord 7
De International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN) adviseert
UNESCO over natuurlijk Werelderfgoed. Het klopt dat de IUCN adviseert om in te gaan
op de mogelijke impact die een project heeft op de «Outstanding Universal Value» van
een natuurlijk Werelderfgoed2. Ik heb de NAM gevraagd om op dit punt aanvullende informatie te leveren.
Vraag 8
Klopt het dat ook de International Union for Conservation of Nature and Natural Resources
(IUCN) nog advies uit moet brengen over de m.e.r., gezien de UNESCO Werelderfgoedstatus
van het gebied? Waar in het proces zal dit advies worden uitgebracht? Deelt u de mening
dat dit advies van groter nut zal zijn nadat de bestaande m.e.r. door de vergunningaanvrager
is aangepast?
Antwoord 8
De gaswinning onder de Waddenzee vanuit Ternaard wordt alleen vergund wanneer er voldoende
zekerheid is verkregen dat de bescherming van de unieke en kwetsbare natuur van het
UNESCO Werelderfgoed Waddenzee is geborgd. Dit houdt in dat alles in het werk wordt
gesteld om te komen tot een zorgvuldige beoordeling van de ecologische effecten, opdat
voldoende zeker wordt gesteld dat er geen onherstelbare schade ontstaat aan de natuur
met het oogmerk dat we met elkaar ook in de toekomst kunnen blijven genieten van al
het moois dat de Waddenzee te bieden heeft.
Zoals gezegd bij de beantwoording van de vragen van de leden Kroger, Bromet en Thijsen3 is de Waddenzee bij UNESCO voorgedragen met alle activiteiten die destijds al plaats
vonden, inclusief de gaswinning onder de Waddenzee op basis van het «hand aan de kraan»-principe.
De voorgenomen gaswinning Ternaard wordt conform dit principe beoordeeld en vormgegeven
en maakt onderdeel uit van de bestaande winningsvergunning Noord-Friesland uit 1969.
De beoogde productielocatie ligt buiten het Werelderfgoed. Op basis van het nominatiedossier
bij inschrijving op de Werelderfgoedlijst is afgesproken dat nieuwe boringen binnen
het Werelderfgoedgebied niet zijn toegestaan, wel daarbuiten, mits het UNESCO Werelderfgoed
niet wordt aangetast. De voorgenomen gaswinning Ternaard wordt conform deze principes
beoordeeld en vormgegeven. Ik zie dus ook geen noodzaak tot een aanvullend advies
vanuit de IUCN.
Vraag 9
Kunt u het verdere proces voor de vergunning vanaf hier schetsen, in acht nemend dat
de bestaande m.e.r. bewezen incompleet is en onvoldoende basis biedt voor een vergunningverlening?
Antwoord 9
In het coalitieakkoord is aangegeven dat de lopende vergunningsprocedure voor de gaswinning
Ternaard zal worden afgerond, maar dat daarna geen nieuwe vergunningen voor gaswinning
onder de Waddenzee meer zullen worden afgegeven4. Dit betekent dat de vergunningsaanvraag voor de gaswinning Ternaard zal worden getoetst
aan het huidige beleid en de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en dat de benodigde
vergunningen zullen worden verleend als voldaan wordt aan de wettelijke vereisten.
Nieuwe inzichten, voortkomende uit de ingediende reacties en zienswijzen, kunnen wel
leiden tot aanpassingen van de ontwerpbesluiten.
Naar aanleiding van het advies van de commissie voor de m.e.r. hebben de Staatssecretaris
Mijnbouw en ik – in lijn met het advies – de NAM verzocht om additionele informatie
aan te leveren. Deze informatie wordt meegenomen bij de definitieve besluitvorming.
De ingediende zienwijzen en reacties worden, tezamen met het advies van de Commissie
voor de m.e.r., zorgvuldig bestudeerd en betrokken bij de definitieve besluitvorming,
thans voorzien in maart 2022. Hierop kan ik niet vooruit lopen. Alle schriftelijk
ingebrachte zienswijzen en reacties worden beantwoord in een Nota van Antwoord die
tezamen met de definitieve besluiten ter inzage worden gelegd.
Vraag 10
Kunt u uitleggen waarom u ervoor heeft gekozen de brief van UNESCO, waarin de regering
werd gevraagd nader uit te leggen hoe gaswinning verenigbaar is met de internationale
verplichtingen die Nederland heeft gezien de Werelderfgoedstatus van het Wad, pas
te sturen na Kamervragen in december, terwijl deze brief al in november is ontvangen?5
Antwoord 10
Mijn voorganger heeft de brief ontvangen op 30 november jongstleden. Op verzoek van
de leden Kröger, Bromet en Thijssen heeft de Kamer op 6 december jl. de brief van
UNESCO ontvangen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1004).
Vraag 11
Kunt u uiteenzetten hoe u de verenigbaarheid van gaswinning met de Werelderfgoedstatus
van het gebied gaat uitleggen aan UNESCO? Kunt u de officiële brief waarin u dat zal
doen te zijner tijd delen met de Kamer?
Antwoord 11
Zie het antwoord op vraag 8. De verstuurde brief vindt u als bijlage6 bij deze beantwoording.
Vraag 12
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 9 december
aanstaande?
Antwoord 12
Dat is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.