Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee, Nijboer, Azarkan, Van der Plas, Van Raan, Omtzigt, Stoffer, Van Haga, Tony van Dijck, Den Haan en Dassen over het coalitieakkoord
Vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks), Nijboer (PvdA), Azarkan (DENK), Van der Plas (BBB), Van Raan (PvdD), Omtzigt (Omtzigt), Stoffer (SGP), Van Haga (Groep Van Haga), Tony van Dijck (PVV), Den Haan (Fractie Den Haan) en Dassen (Volt) aan de Minister van Defensie over het coalitieakkoord (ingezonden 23 december 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 12 januari 2022).
Vraag 1
Kunt u onderstaande vragen behandelen als feitelijke vragen, waarbij de gestelde vragen
doorgaans niet van alle bovengenoemde fracties het standpunt vertegenwoordigen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u onderstaande (feitelijke) vragen, voorafgaand aan het debat over de regeringsverklaring,
een voor een beantwoorden of, indien een antwoord op een bepaalde vraag nog niet beschikbaar
is, aangeven op welke datum het antwoord op deze vraag wel beschikbaar is?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Klopt het dat er in dit coalitieakkoord cumulatief 10,7 miljard euro wordt uitgetrokken
voor Defensie als je kijkt naar de periode 2022–2025, cumulatief 25,7 miljard euro
in de periode 2022–2030 en maar liefst 55,7 miljard euro cumulatief in de periode
2022–2040?
Antwoord 3
Ja, als de structurele reeks uit het coalitieakkoord wordt doorgetrokken tot 2040
zijn dit de bedragen die worden uitgetrokken voor Defensie. Deze gelden komen bovenop
de bestaande middelen in de Defensiebegroting.
Vraag 4
Wat wordt bedoeld met «onderhoud en intensivering van defensie-uitgaven» waarin deze
kabinetsperiode 10,7 miljard euro wordt geïnvesteerd? Welk bedrag gaat waar naartoe?
Antwoord 4
In het coalitieakkoord is onder de noemer «intensivering» 1,85 miljard euro structureel
gereserveerd voor het versterken van de krijgsmacht. Uit deze middelen wordt structureel
0,5 miljard euro gereserveerd voor modernisering van het loongebouw en arbeidsvoorwaarden.
De overige middelen worden gereserveerd voor gevechtsondersteuning, inzetvoorraden,
digitalisering, innovatie en nieuwe (cyber)capaciteiten en wapensystemen. Voor het
inlopen en wegwerken van achterstanden bij vastgoed, IT, instandhouding en onderhoud
van materieel bij Defensie is onder de noemer «onderhoud» structureel 1,15 miljard
euro gereserveerd.
Structureel is in het coalitieakkoord daarmee 3 miljard euro gereserveerd voor intensivering
en onderhoud. Binnen de kabinetsperiode is het bedrag hoger door incidentele aanvullende
uitgaven. In 2024 wordt de begroting verhoogd met 4,1 miljard euro en in 2025 met
4,2 miljard euro.
Hoe de middelen uit het coalitieakkoord precies worden uitgegeven, vergt nadere uitwerking
en besluitvorming van het kabinet. Dit zal leiden tot de nieuwe Defensienota. In de
Defensienota werkt het kabinet het coalitieakkoord voor Defensie verder uit in doelstellingen
en beleidsmaatregelen.
Vraag 5
Hoe verhoudt de zinsnede «Een krachtige NAVO blijft de hoeksteen van onze collectieve
verdediging» zich tot de plannen voor verregaande Europese defensiesamenwerking, ook
op het vlak van commandovoering en uitvoering?
Antwoord 5
Europa moet in de toekomst zelfstandig kunnen optreden wanneer de Europese belangen
in het geding zijn. Daarom zet het kabinet in op de verdieping van de samenwerking
met omringende Europese landen, versterken we op EU-niveau de samenwerking in de vorm
van gemeenschappelijke missies en oefeningen en speelt Nederland een actieve rol in
de Europese ontwikkeling van defensiecapaciteiten. Dit komt ook de NAVO ten goede.
De inspanningen die Defensie levert en de extra middelen uit het coalitieakkoord versterken
dan ook onze bijdrage in zowel NAVO-verband als in Europees verband.
Vraag 6
Gaat de nieuwe coalitie op defensiegebied streven naar taakspecialisatie binnen de
EU? Zo ja, met welke landen en binnen welke kaders wordt hierover samenwerking gezocht?
Antwoord 6
In de Defensievisie 2035 is aangegeven dat Defensie gaat inzetten op verdere specialisatie
binnen de NAVO en EU. Dit onderwerp wordt nu al geregeld opgebracht in internationaal
verband, en Nederland heeft specialisatie expliciet ingebracht tijdens de strategische
dialoogfase over het Strategisch Kompas (Kamerstuk 21 501-28-229). Het coalitieakkoord benadrukt de noodzaak van het versterken van specialismen.
De Nederlandse inzet wordt verder uitgewerkt in de Defensienota. Uw Kamer ontvangt
bovendien nog een brief waarin nader wordt ingegaan op de rationale van specialisatie,
welke vormen mogelijk zijn en waar kansen en risico’s liggen.
Vraag 7
Wat zijn concreet de voornemens voor strategische autonomie voor onze defensie-industrie
en het bevorderen van een gelijker speelveld, ook in het licht van het beleid van
lidstaten als Frankrijk?
Antwoord 7
Zoals hierboven beschreven, wordt het coalitieakkoord verder uitgewerkt in de nieuwe
Defensienota.
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe Defensie binnen 3 jaar 4 miljard euro extra per jaar gaat uitgeven?
Kunt u aangeven waarop die grote intensivering gebaseerd is?
Antwoord 8
Zoals hierboven beschreven, worden de ambities in het coalitieakkoord vertaald naar
realistische doelstellingen en beleidsmaatregelen in de nieuwe Defensienota. De Defensienota
zal duidelijk maken hoe en waaraan het defensiebudget specifiek wordt uitgegeven.
In het coalitieakkoord is benadrukt dat we leven in een wereld met veranderende machtsverhoudingen
en instabiliteit rond Europa. Door de opstelling van landen als Rusland en China en
de sterkere focus van de VS op Azië moeten we onze vrijheid, veiligheid en welvaart
actiever beschermen. Met de huidige inrichting en staat van de organisatie is Defensie
onvoldoende toegerust voor toekomstige (en sommige huidige) dreigingen. In NAVO-verband
is in 2014 afgesproken om de defensie-uitgaven in 10 jaar te bewegen richting 2% van
het bbp. Met de uitgaven uit het coalitieakkoord brengt het kabinet de defensie-uitgaven
als percentage van het bbp in 2024 en 2025 volgens de huidige verwachting naar het
niveau van het Europees NAVO-gemiddelde van 1,85% bbp.
Vraag 9
Tot welke «internationale verplichting» wordt het defensiebudget opgehoogd: de NAVO-norm
of het Europees gemiddelde van het BNP?
Antwoord 9
Met de uitgaven uit het coalitieakkoord brengt het kabinet de defensie-uitgaven als
percentage van het bbp in 2024 en 2025 volgens de huidige verwachting naar het niveau
van het Europees NAVO-gemiddelde van 1,85% bbp. Dit betreft het geprognosticeerde
gemiddelde van de defensie-uitgaven door de Europese NAVO-bondgenoten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.