Schriftelijke vragen : Het onderzoek naar oversterfte tijdens de coronapandemie
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het onderzoek naar oversterfte tijdens de coronapandemie (ingezonden 11 januari 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich dat de Kamer de motie-Omtzigt over een academisch onderzoek naar
oversterfte met algemene stemmen heeft aangenomen en dat het dictum luidde: «verzoekt
de regering zo snel mogelijk een academisch onderzoek te laten starten om onderzoek
te doen naar de redenen en oorzaken van oversterfte tot en met november 2021, en de
Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren»?1
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat er geen tweede termijn van de regering over die motie
plaatsvond op 1 december 2021 vanwege de lengte van het debat en dat de indiener van
de motie na de stemmingen op 2 december 2021 het volgende verzoek gedaan heeft: «Die
laatste motie over oversterfte is aangenomen. Omdat er nog wat onduidelijkheid was
over de appreciatie en er niet over gewisseld kon worden, verneem ik graag hoe die
uitgevoerd wordt en hoe ook de academische betrokkenheid daarbij gewaarborgd is, want
het kan ook verkeerd geclassificeerd zijn en dat moet expliciet in het onderzoek staan»?2
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat uw ambtsvoorganger vervolgens op 14 december 2021 aan
de Kamer schreef: «Motie lid Omtzigt over onderzoek naar oversterfte – De aangenomen
motie van het lid Omtzigt waarin wordt opgeroepen om een academisch onderzoek te laten
starten naar de redenen en oorzaken van oversterfte tot en met november 2021, kan
momenteel nog niet worden opgepakt. Bij de CBS-oversterfte gaat het om het verschil
ten opzichte van een meerjarig gemiddelde. Als het verschil groot is, is het aannemelijk
dat dit komt door COVID-19, maar dit is niet zeker vanwege het ontbreken van inzicht
in de onderliggende doodsoorzaken. Het inzicht in de onderliggende doodsoorzaken van
de overleden personen in november en daarmee in de oorzaken van oversterfte, heeft
het CBS pas begin april 2022. Deze motie kan dan verder worden opgepakt en uitgewerkt.
Ik zal de Kamer hierover informeren. Daarnaast heb ik tijdens het debat van 1 december
jl. over de ontwikkelingen rondom het coronavirus toegezegd aan het lid Omtzigt het
CBS te vragen om bij de eerstvolgende rapportage over de sterfte naar doodsoorzaken
een goede duiding te geven over de gemeten sterfte door COVID-19. In een volgende
Kamerbrief zal ik u hierover nader informeren»?3
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat er op 20 december 2021 door de indiener van de motie
een voorstel is gedaan om een kleine onafhankelijke commissie van hoogleraren (statistiek
en gezondheidszorg) en een of twee mensen van het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) te vragen om de beschikbare data te analyseren, dat beschikbare data beschreven
zijn en dat snelheid gewenst is omdat de uitkomsten van het onderzoek relevant zijn
voor het verdere beleid tijdens de coronacrisis en dat een half jaar wachten dus onacceptabel
is?
Vraag 5
Heeft u gezien dat er in de samenleving vanuit bijvoorbeeld hoogleraren en ouderenorganisaties
ook een oproep is gedaan om dit onderzoek snel te laten starten?
Vraag 6
Kunt u aangeven wanneer u, zoals gevraagd, in de richting van de Kamer een voorstel
zult doen om zo’n commissie in te stellen, zodat de Kamer kan instemmen met zowel
de samenstelling als de opdrachtformulering van de commissie?
Vraag 7
Is aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) opdracht gegeven om
samen met het CBS dit onderzoek te doen, zoals gerapporteerd in de media? Zo ja, wie
heeft deze opdracht gegeven, wanneer is die opdracht gegeven en hoe luidt die opdracht?4
Vraag 8
Klopt het dat RIVM ook vanuit de wet op het RIVM (artikel 3) uitvoerder van het beleid
is en dat de Minister het RIVM rechtstreeks kan opdragen taken uit te voeren (artikel
3, lid 1, onder e: «Het RIVM [...] heeft tot taak andere door Onze Minister op te
dragen werkzaamheden uit te voeren»)?
Vraag 9
Deelt u de mening dat het wenselijk is dat juist het instituut dat een belangrijke
rol gespeeld heeft in de bestrijding van de coronacrisis (het RIVM), in de monitoring
en surveillance van COVID die aanleiding geeft tot dit onderzoek en rechtstreeks opdrachten
van de regering dient uit te voeren, niet de vraagstelling van het onderzoek vormgeeft,
omdat er juist ook vragen gesteld moeten kunnen worden, die zouden kunnen leiden tot
een bijstelling van het beleid – waarbij kan worden gedacht aan het testbeleid en
de wijze waarop testuitslagen en diagnoses worden verwerkt in de registratie?
Vraag 10
Herinnert u zich de soap rond de uitvoering van de motie Omtzigt/Bruins, waar uw ambtsvoorganger
feitelijk eerst vergat advies te vragen aan Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
(WRR) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) over een standaard
voor onafhankelijk onderzoek en na tien maanden na telefonisch contact ineens concludeerde
dat er genoeg standaarden zijn voor onafhankelijk onderzoek, terwijl dat evident niet
het geval is?5 6
Vraag 11
Wilt u aangeven hoe komt dat ondanks al de richtlijnen die in de brief genoemd zijn,
de commissie-Donner is ingesteld om onderzoek te doen naar de kinderopvangtoeslagenaffaire?
Welke aspecten van de genoemde codes zijn daar overtreden?
Vraag 12
Wilt u een lange lijst hebben van onderzoeken van de regering naar het eigen handelen,
waar de vraagstelling alsnog veranderd is, waar de scope van het onderzoek bewust
verkleind is en waar onderzoekers onder druk gezet zijn? Zo nee, wilt u dan gewoon
deze aangenomen motie alsnog uitvoeren en het advies aan KNAW en WRR vragen, zoals
ook meerdere keren betoogd in de Kamer?
Vraag 13
Wilt u op korte termijn een opdracht voor een onafhankelijk academisch onderzoek naar
oversterfte en al haar mogelijke oorzaken naar de Kamer sturen?
Vraag 14
Wilt u ervoor zorgen dat alle modellen en onderliggende data om dit onderzoek te doen
openbaar zijn en beschikbaar voor wetenschappers, zodat ook niet betrokken wetenschappers
onderzoek naar de oorzaken van oversterfte kunnen doen?
Vraag 15
Kunt u ervoor zorgen dat het Age-structured SEIR-model van het RIVM en de input en
de output (onderdeel van die output is de verwachte sterfte, zodat deze kan worden
vergeleken met de geobserveerde sterfte) ervan openbaar worden, zoals ook gedaan zou
moeten zijn naar aanleiding van de aangenomen motie-Van Haga/Kuzu?7
Vraag 16
Wilt u het mogelijk maken dat in Nederland, net als in het Verenigd Koninkrijk modelconsortia
ontstaan, zodat verschillende groepen wetenschappers de input hebben voor de modellen,
zelf een model kunnen bouwen en modellen qua uitput en voorspellende waarde vergeleken
kunnen worden?
Vraag 17
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en voor de regeringsverklaring beantwoorden?
Indien het u niet lukt de vragen voor de regeringsverklaring te beantwoorden, kunt
u dan in ieder geval voor die tijd een onderzoeksvoorstel voor een onafhankelijk onderzoek
naar oversterfte aan de Kamer doen toekomen, net als een formele vraag aan de KNAW
en de WRR om standaarden voor onafhankelijk onderzoek te ontwikkelen?
Indieners
-
Gericht aan
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Gericht aan
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.