Schriftelijke vragen : De signalen die zij ontvangen m.b.t. de steunmaatregelen voor zzp’ers
Vragen van de leden Van Beukering-Huijbregts, Romke de Jong (beiden D66), Tielen en Aartsen (beiden VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de signalen die zij ontvangen m.b.t. de steunmaatregelen voor zzp’ers (ingezonden 11 januari 2022).
Vraag 1
Herkent u de signalen dat gemeenten anders omgaan met de ondersteuning van zelfstandigen
dan het Kabinet beoogt? Herkent u de signalen van veel zelfstandigen dat zij geconfronteerd
worden met een vermogens- of levensvatbaarheidstoets bij de aanvraag van steun? Zo
ja, wat doet u met deze signalen?
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat – ondanks de eerdere uitspraak van het kabinet dat «gemeenten
alleen informatie kunnen uitvragen die relevant is voor de beoordeling van de aanvraag»
– gemeenten klaarblijkelijk1 toch vragen stellen over het vermogen van zelfstandigen? Kunt u zich voorstellen
dat dit voor zelfstandigen een belemmering is om steun aan te vragen? Bent u bereid
ervoor te zorgen dat gemeenten de «instructies» m.b.t. steun voor zelfstandigen beter
opvolgen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Op welke manier bent u in contact met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Divosa
en individuele gemeenten om ervoor te zorgen dat uw beleid op de bedoelde manier wordt
toegepast? In hoeverre beschouwen deze organisaties de ondersteuning van zelfstandigen
als voldoende? En in hoeverre werken zij eraan om zelfstandigen snel te ondersteunen
tijdens deze fase van de coronacrisis?
Vraag 4
Heeft u (cijfermatig) inzicht in de ontwikkeling van enerzijds de omzetten en aantal
gewerkte uren van zelfstandigen en anderzijds het interen op de financiële reserves
en buffers van zelfstandigen? Kunt u deze cijfers delen? Hoe beoordeelt u deze ontwikkelingen
in vergelijking met werknemers in loondienst?
Vraag 5
Kunt u zich voorstellen dat zelfstandigen zich door de overheid niet serieus genomen
voelen omdat voor velen een eventuele tegemoetkoming tot maximaal bijstandsniveau
niet in verhouding staat tot hun verlies van inkomen door corona? Zo ja, wat kunt
u eraan doen om te laten zien dat u zelfstandigen serieus neemt?
Vraag 6
Hoeveel zelfstandigen hebben zich – met behulp van de regionale mobiliteitsteams bijvoorbeeld
– sinds maart 2020 laten omscholen of zijn in loondienst gaan werken? Kunt u cijfers
hierover met de Kamer delen? Hoe kwalificeert u de mobiliteit van deze zelfstandigen?
Vraag 7
Heeft u overwogen om de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO)
te herintroduceren, op dezelfde manier vorm gegeven als tijdens de eerste TOZO? Wat
is de uitvoerbaarheid van een dergelijke regeling? Wat is de reden dat u niet heeft
besloten tot een herintroductie daarvan?
Vraag 8
Hoe gaat u ervoor te zorgen dat zelfstandigen die door corona hun omzet en inkomen
hebben zien verdampen, voldoende inkomen of omzet kunnen verdienen?
Indieners
-
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
M.J.T.G. van Beukering-Huijbregts, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
R.H. (Romke) de Jong, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Judith Tielen, Kamerlid -
Medeindiener
Thierry Aartsen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.