Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Agema over de brief Overwegingen 1G
Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief Overwegingen 1G (ingezonden 29 november 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 6 januari
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met uw brief «Reactie op de motie van het lid Bikker c.s. over 1G uitwerken
in verschillende modaliteiten» d.d. 24 november jl.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de passage: «De modellering van het OMT laat zien dat 1G weliswaar effectiever is dan 3G, maar
minder effectief dan 2G. Hierbij gaat het om de relatieve effectiviteit, te weten
– de kans op minder besmettingen of ziekenhuisopnames afgezet tegen 3G binnen een
Ctb-setting. 1G reduceert – in Ctb-settings waar dit wordt toegepast bij een dwarsdoorsnede
van de Nederlandse bevolking – het aantal nieuwe besmettingen ten opzichte van 3G
met maximaal 35% in dit model. En ook ziekenhuisopnames met maximaal 35%. Voor 2G
is dat respectievelijk 50% en 82%. Het verschil tussen 1G en 2G zit met name in de
vatbaarheid van mensen op de locatie aldus het OMT. Deze waardes zijn afhankelijk
van vaccineffectiviteit en testsensitiviteit. Wanneer de testsensitiviteit veel hoger
zou zijn, dan zouden zowel 3G als 1G effectiever worden. 1G is volgens dit model effectiever
dan 2G voor het voorkomen van ziekenhuisopnames bij een sensitiviteit van de testen
van 88% of hoger. En effectiever voor het voorkomen van besmettingen bij een sensitiviteit
van 69% en hoger.
Deze hogere sensitiviteit kan bereikt worden met PCR- testen die maximaal 24 uur voor
de start van de activiteit afgenomen zijn.»
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3, 4, 5 en 6
Klopt het dat voor de modellering van de coronatoegangsbewijs (CTB)-modaliteiten gerekend
is met een 20 keer kleinere kans op ziekenhuisopname voor een dubbel gevaccineerde?
Zo nee, kunt u dit uitleggen?
Of klopt het dat er gerekend is met een 4x kleinere kans dan een 20 keer kleinere
kans? Zo nee, kunt u dit uitleggen?2
Klopt het dat u inmiddels rekent met een 12,5 keer kleinere kans op ziekenhuisopname
voor een dubbel gevaccineerde?3
Klopt het dat u inmiddels rekent met een 7 keer kleinere kans op ziekenhuisopname
voor een dubbel gevaccineerde 65-plusser?
Antwoord 3, 4, 5 en 6
Bij het 130e OMT-advies is een bijlage gevoegd over de effectiviteit van het coronatoegangsbewijs.
In dat model wordt gerekend met vaccineffectiviteit tegen ziekenhuisopnames van 94%
(95% BI 93–95%, vergelijkbaar met een 20 keer kleinere kans). Deze aanname is gebaseerd
op een studie van het RIVM over de periode van 4 april tot en met 29 augustus 20214. In mijn antwoord op Kamervragen over het 130e OMT-advies5, heb ik aangegeven dat er in het model van de TU Delft sprake was van een onderschatting
van een conditionele kans, die door de onderzoekers is gecorrigeerd. Dat is niet het
geval bij de modellering van het OMT.
In de brief aan de Eerste Kamer wordt verwezen naar een studie van het RIVM6 over de periode van 20 september tot 14 november. In die periode heeft het RIVM de
vaccineffectiviteit tegen ziekenhuisopnames berekend op 92% (95% BI 91–93%, vergelijkbaar
met een 12,5 keer kleinere kans). In diezelfde rapportage was de vaccineffectiviteit
tegen ziekenhuisopnames 86% (95% BI 84–87%, vergelijkbaar met een 7 keer kleinere
kans) bij mensen van 70 jaar en ouder. In die rapportage wordt geen uitsplitsing gemaakt
naar de effectiviteit voor de groep boven de 65.
Vraag 7
Klopt het dat België inmiddels rekent met een 3 keer kleinere kans op ziekenhuisopname
voor een dubbel gevaccineerde 65-plusser?
Antwoord 7
Ik ben niet bekend met de kans waar in de vraag naar wordt verwezen.
Vraag 8 en 9
Begrijpt u dat het niet kan dat u voor uw onderbouwing voor wetgeving rekent met cijfers
die een momentopname zijn?
Zo nee, begrijpt u dat als u als u voor uw onderbouwing voor wetgeving rekent met
cijfers die een momentopname zijn, dat die cijfers dan op zijn minst actueel (hooguit
twee weken oud) moeten zijn tijdens de wetsbehandeling?
Antwoord 8 en 9
Het is duidelijk dat de vaccineffectiviteit over tijd afneemt, vooral in het tegengaan
van besmettingen. Dat betekent dat de cijfers regelmatig geüpdatet moeten worden.
Ik ben niet van mening dat die update maximaal twee weken oud mag zijn, maar streef
ernaar de meest actuele cijfers te gebruiken in de onderbouwing.
Vraag 10
Bent u bereid de CTB-modaliteiten opnieuw door te laten rekenen op basis van een 12,5
keer kleinere kans op ziekenhuisopname voor een dubbel gevaccineerde? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 10
In mijn brief aan uw Kamer over de stand van zaken COVID-19 van 14 december7, heb ik gemeld dat de TU Delft nieuw onderzoek verricht naar de effectiviteit van
de verschillende modaliteiten van het CTB. In dat onderzoek worden ook verschillende
aannames voor de vaccineffectiviteit meegenomen. Ik streef ernaar dat onderzoek begin
2022 met uw Kamer te delen, voor de behandeling van de wetsvoorstellen over de bredere
inzet van het coronatoegangsbewijs en 2G.
Vraag 11 en 12
Zijn er meer cijfers gebruikt in de modellering voor de CTB-modaliteiten die een momentopname
zijn?
Welke cijfers zijn er nog meer gebruikt voor de modellering van deze CTB-modaliteiten?
Antwoord 11 en 12
In een bijlage bij het 130e OMT-advies, worden de volgende aannames genoemd voor de ineffectiviteit van een gemiddeld
persoon boven de 12:
1. Het aandeel gevaccineerden en recent geïnfecteerden onder nieuwe infecties: 54,2%
2. De vaccineffectiviteit tegen transmissie: 50%.
3. De testsensitiviteit van de gebruikte antigeentest: 59%.
Om de vatbaarheid van een gemiddeld persoon vanaf 12 jaar te bepalen, worden de volgende
cijfers gebruikt:
4. Het aandeel gevaccineerden en recent geïnfecteerden in de algemene bevolking 12+:
80,2%.
5. De vaccineffectiviteit tegen infectie: 70%.
6. De vaccineffectiviteit tegen ziekenhuisopname: 94%.
De cijfers die het OMT gebruikt in haar modellering, zijn aannames op basis van de
meest recente en relevante studies. Er wordt regelmatig onderzoek verricht naar de
effectiviteit van vaccins en de gebruikte testen, en waar nodig worden de nieuwste
inzichten meegenomen in de adviezen.
Vraag 13
Bent u bekend met de onderzoeken uit Israel en het Verenigd Koninkrijk (VK) waaruit
blijkt dat gevaccineerden even besmettelijk zijn als ongevaccineerden, en in het VK
zelfs besmettelijker? Zo nee, waarom bent u niet bekend met de laatste stand van de
wetenschap?
Antwoord 13
De onderzoeken waar vermoedelijk naar wordt verwezen, hebben aangetoond dat besmette
gevaccineerde mensen een vergelijkbare peak viral load (piek in de hoeveelheid virusdeeltjes) hebben als ongevaccineerde besmette mensen
bij de op dat moment dominante virusvarianten. Dat betekent echter niet dat gevaccineerde
mensen even besmettelijk zijn. Ten eerste is de kans dat gevaccineerden überhaupt
besmet worden, kleiner dan de kans bij niet-gevaccineerden (zie ook de aannames in
het antwoord op vraag 11 en8. Daarnaast neemt de viral loadbij gevaccineerden sneller af dan bij ongevaccineerden, waardoor ze minder lang besmettelijk
zijn. Gevaccineerden raken dus minder vaak besmet en zijn vervolgens ook minder besmettelijk.
Het OMT is in het 134e advies9 ook ingegaan op de actuele situatie aan de hand van de omikronvariant. Vaccinatie
en doorgemaakte infectie lijken vooralsnog weinig bescherming te bieden tegen de omikronvariant.
Daarbij adviseert het OMT om «tijd te kopen» voor de boostercampagne, om de verspreiding
van de omikronvariant te vertragen en de uitgangspositie van de zorg te verbeteren.
Mede op basis van dat advies heeft het kabinet ervoor gekozen zaterdag 18 december
nieuwe maatregelen aan te kondigen.
Vraag 14
Is voor de modellering van de CTB-modaliteiten gerekend met een 75% lagere kans op
besmetting door een dubbel gevaccineerde?
Antwoord 14
Zie het antwoord op vraag 11 en 12.
Vraag 15
Bent u bereid de CTB-modaliteit opnieuw te laten doorrekenen, waarbij alle gebruikte
cijfers geactualiseerd zijn tot ten hoogste de laatste twee weken? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 15
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 16
Kan de Kamer de geactualiseerde modellering van de CTB-modaliteiten ontvangen voor
de wetsbehandelingen over de uitbreiding van het coronatoegangsbewijs en 2G?
Antwoord 16
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 17
Kunt u deze vragen beantwoorden alvorens de wetsbehandelingen over de uitbreiding
van het coronatoegangsbewijs en 2G in de Tweede Kamer plaatsvinden?
Antwoord 17
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.