Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de Opzet en vraagstelling Periodieke rapportage ‘Beleidscoherentie en effecten op voedselzekerheid, water en klimaat in ontwikkelingslanden’ (Kamerstuk 34124-22)
34 124 Beleidsdoorlichting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 24 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 7 januari 2022
De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een
aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
over de brief van 28 oktober 2021 inzake de Opzet en vraagstelling Periodieke rapportage
«Beleidscoherentie en effecten op voedselzekerheid, water en klimaat in ontwikkelingslanden»
(Kamerstuk 34 124, nr. 22).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 6 januari 2022. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon
De griffier van de commissie, Meijers
1
Kunt u de keuze voor een casestudy over Bangladesh toelichten, gegeven de focusregio’s
van het OS-beleid? Waarom is niet gekozen voor drie casussen uit de vier focusregio’s?
2
Waar liggen de andere twee landen voor de case study? Wellicht in andere werelddelen?
Antwoord op vragen 1 en 2:
Als criteria voor de landenselectie is de vraag of Nederland op deze beleidsterreinen
inspanningen levert leidend. Ook de Nederlandse inzet op andere belangrijke beleidsterreinen,
het budget, de duur en de intensiteit van de relatie en de verscheidenheid van de
gekozen landen spelen een rol.
In Bangladesh hebben de afgelopen jaren grote en verschillende Nederlandse interventies
plaatsgevonden op gebied van water, voedselzekerheid, energie en klimaat (zowel vanuit
ontwikkelingssamenwerking als ten bate van handel), hetgeen de relevantie van coherentie
vergroot. Het zogeheten «Blue Gold programma» biedt daarnaast de mogelijkheid om bestaand
effectenonderzoek te gebruiken in dit onderzoek naar coherentie. Het Bangladesh Deltaplan
2100 biedt ten slotte een goede kapstok voor het bestuderen van de coherentie tussen
het Nederlandse beleid en het langere-termijn beleid van een gastland.
IOB heeft eerder voorbereidend onderzoek gedaan m.b.t. coherentie van beleid ten aanzien
van Bangladesh.
Omdat de methodologie voor de evaluatie van coherentie nog in ontwikkeling is, kiezen
we voor een relatief makkelijke, niet-fragiele context voor deze eerste case-studie.
De keuze voor de overige casuslanden is op dit moment nog niet definitief. Een voorbereidende
studie die input levert voor de verdere landenkeuze bevindt zich in een afrondend
stadium. Deze studie brengt de thema's in kaart waarop vaak coherentie issues spelen
en identificeert in welke landen of regio’s die spelen.
Een keuze voor focusregio’s is zeker een overweging: één van de twee overige landen
zal waarschijnlijk in de Sahel regio liggen. Bij deze coherentiestudie is verder ook
van belang dat de gekozen landen verschillende soorten ecosystemen en verschillende
klimatologische problemen betreffen. Het derde land zal naar verwachting in Azië of
heel misschien in Latijns-Amerika liggen.
In de Terms of Reference van het onderzoek, die op de website van IOB geplaatst wordt,
zullen de definitief in de evaluatie betrokken landen worden aangegeven.
3
Wordt bij de beleidsdoorlichting ook gekeken naar coherentie van wetgeving en beleid?
Zo, ja op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De beleidsdoorlichting – in de nieuwe Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek «periodieke
rapportage» genoemd – zal zich met name richten op het beleid en de instrumenten van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken en daarbinnen op ontwikkelingssamenwerking.
Het gaat hier om de verantwoording over artikel 2 van de begroting voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (met de sectoren water, voedsel en klimaat).
4
Wordt bij de beleidsdoorlichting ook gekeken naar de coherentie van bilaterale en
multilaterale overeenkomsten met Nederlands beleid? Zo ja, op welke manier? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
In de periodieke rapportage wordt ook gekeken naar de coherentie van Nederlands beleid
met de multilaterale overeenkomsten die Nederland heeft onderschreven, zoals het klimaatakkoord
van Parijs. Bilaterale overeenkomsten op dit beleidsterrein zijn zeldzaam en naar
verwachting niet relevant voor het onderzoek.
5
Als het gaat om voedsel en water is Nederland een mondiale koploper. Hoe worden de
Global Challenges, Dutch Solutions hiervoor ingezet?
6
Hoe gaat de koppeling met handel gemaakt worden?
7
Het
Nederlandse bedrijfsleven kan een prominente rol spelen bij de uitdagingen voor voedselzekerheid
en water. Hoe wordt het Nederlandse internationaal opererende bedrijfsleven hierbij
betrokken?
Antwoord op vragen 5, 6 en 7:
De bredere vraagstukken over de coherentie tussen hulp en handel zijn al onderzocht
in de beleidsdoorlichting van BHOS artikel 1, die begin 2022 zal worden gepubliceerd.
Op beleidsniveau zal deze evaluatie van coherentie ingaan op de vraag op welke terreinen
het Nederlands en EU handelsbeleid leidt tot synergie-effecten dan wel botsingen en
uitruileffecten met het OS-beleid, specifiek op gebied van water, voedsel en klimaat.
In de drie landencasus zal het onderzoek bestuderen op welke terreinen er inconsistenties
zijn tussen het handelsbeleid en het OS-beleid, met name de effecten op gebied van
water en voedsel alsook klimaat in die landen. Indien relevant zal daarbij ingegaan
kunnen worden op de inzet van het Nederlandse bedrijfsleven voor de Sustainable Development
Goals.
8
Gaat er een integrale aanpak gemaakt worden van het Nederlandse overheidsinstrumentarium
op het terrein van voedselzekerheid, water en klimaat in ontwikkelingslanden door
de ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat en Financiën?
Zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Het nieuwe kabinet zal uw Kamer nader informeren over beleidsvoornemens ten aanzien
van het overheidsinstrumentarium op het terrein van voedselzekerheid, water en klimaat
in ontwikkelingslanden.
9
Zijn de uitkomsten van de United Nations Climate Change Conference 2021 (COP26) leidend
voor deze opzet en vraagstelling?
Antwoord:
In de memorie van toelichting bij de begroting voor BHOS voor 20221 is een periodieke rapportage aangekondigd over klimaatbeleid ten bate van ontwikkelingslanden,
die raakvlakken met deze evaluatie van coherentie zal hebben. De onderzoeken zullen
elkaar voeden. De brief over die periodieke rapportage inzake klimaatbeleid zal uw
Kamer begin 2022 ontvangen. De uitkomsten van COP26 zal IOB meenemen in dat onderzoek
naar klimaatbeleid, maar ze zijn niet leidend.
Verder geldt dat de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs, ofwel COP21,
een belangrijkere rol zullen spelen bij de IOB evaluaties (inzake coherentie en klimaatbeleid)
over de periode 2016–2021 dan de COP26.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier