Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Agema over code zwart
Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over code zwart (ingezonden 10 december 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 december
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor
Intensive Care (NVIC), de heer Gommers, gedaan tijdens de expertmeeting in de Tweede
Kamer van 23 november jl. dat 1.200 tot 1.250 bezette IC-bedden het maximum aantal
beschikbare bedden en bemensing is en er nu 1.210 bezet zijn? Zo ja, wat is uw reactie
hierop?
Antwoord 1
Ja. Met betrekking tot het maximum aantal beschikbare bedden op de Intensive Care
(IC) in Nederland hanteer ik het geactualiseerde Opschalingsplan COVID-19 van het
Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ)1. Dit opschalingsplan is opgesteld in nauwe samenwerking met verschillende zorgorganisaties,
waaronder het NVIC. Hierin is vastgesteld dat er kortdurend opgeschaald kan worden
naar een capaciteit van 1.350 bedden. Volgens de dagrapportage van het Landelijk Coördinatiecentrum
Patiëntenspreiding van 20 december is de huidige IC-bezetting 1.037.
Vraag 2
Bent u bekend met de uitspraken van IC-hoofd, de heer Van der Voort, gedaan tijdens
het televisieprogramma BEAU van 2 december jl. dat er nu al sprake is van een strengere
selectie op basis van medische criteria, dat dit fase 3a is, dat fase 3 code zwart
is en dat de praktijk is dat ze nu al strenger selecteren en feitelijk al in code
zwart zitten? Zo ja, wat is uw reactie hierop?
Antwoord 2
Ja, ik ben met deze uitspraken bekend. De heer Van der Voort geeft in het door u genoemde
programma aan dat bij beoordeling of een patiënt wel of niet op de IC opgenomen moeten
worden nu andere afwegingen worden gemaakt, maar ook dat er nog wel IC-bedden beschikbaar
zijn. Daarmee geldt dat er nog geen sprake kan zijn van (afkondiging van) fase 3,
want van (afkondiging van) fase 3 is pas sprake als alle zorgcapaciteit volledig is
benut, alle zorgverlening maximaal opgeschaald en afgeschaald is en de samenwerking
tussen zorgaanbieders zorgbreed volledig en maximaal is benut. Er zijn op dat moment
geen lokale of regionale oplossingen meer mogelijk om de continuïteit van zorg te
waarborgen. Dit is op dit moment nog niet het geval, zoals ook uit de opmerkingen
van de heer Van der Voort blijkt.
Het feit dat er nu in de zorg andere afwegingen worden gemaakt is ook logisch en verdedigbaar,
gegeven het feit dat de druk op de zorg op dit moment zeer hoog is. In dat kader heb
ik uw Kamer op 26 november geïnformeerd over de afkondiging van fase 2d van het geactualiseerde
Opschalingsplan COVID-19 van het LNAZ. Met deze afkondiging zijn maatregelen genomen
die moeten zorgen dat de (semi-)acute zorg toegankelijk blijft en dat ook de kritiek
planbare zorg zoveel mogelijk door kan gaan om daarmee fase 3 te voorkomen. Voorbeelden
hiervan zijn onder andere het afschalen van planbare zorg, de opschaling van het aantal
IC-bedden en het spreiden van COVID-patiënten, onder andere naar Duitsland.
In het genoemde fragment wordt ook verwezen naar code zwart. Zoals ik eerder heb aangegeven
is dat de situatie waarin bij de opname op de IC’s keuzen tussen patiënten gemaakt
moeten worden op basis van niet-medische gronden, dit is vastgesteld als fase 3 stap
C, de laatste stap van fase 3. Dit scenario is ook nader uitgewerkt in het «Draaiboek
Triage op basis van niet-medische overwegingen voor ic-opname ten tijde van Fase 3
stap C in de COVID-19 pandemie»2. Deze definitie is in een recente brief aan het veld ook nogmaals toegelicht, om
te zorgen dat eenieder eenzelfde definitie hanteert in de communicatie.
In het licht van de onduidelijkheid die er klaarblijkelijk is over (de afkondiging
van) fase 3 heb ik de bestaande afspraken met alle betrokken partijen, die gevat zijn
in het tijdelijke verdiepend beleidskader «Continuïteit en kwaliteit van zorg in fase
3 van de COVID-19 pandemie»3 (hierna: beleidskader fase 3) uit maart 2021, nogmaals onder de aandacht gebracht
van zorgpartijen.4
Vraag 3
Bent u bekend met de uitspraken van de voorzitter van het Landelijk Coördinatiecentrum
Patiënten Spreiding, de heer Kuipers, gedaan tijdens een radiointerview bij Sven op
1 op 8 december jl. waarin hij op de vraag of er op dit moment een IC-bed is voor
iedereen die dat nodig heeft, «nee' antwoordde? Zo ja, wat is uw reactie hierop?
Antwoord 3
Ja, ik ben bekend met deze uitspraken. Wat betreft de beschikbaarheid van IC-bedden
geeft de heer Kuipers aan dat het kan zijn dat sommige kritiek planbare zorg nu geen
doorgang vindt. Verder geeft de heer Kuijpers in het interview aan dat er uitvoerig
is nagedacht over de protocollen met betrekking tot (afkondiging van) fase 3 en de
definiëring van code zwart. Hij legt uit dat code zwart betekent dat er op basis van
niet medische-gronden besloten moet worden wie op een IC-bed opgenomen kan worden,
omdat er in heel Nederland geen enkel IC-bed meer beschikbaar is. Dit is in lijn met
het «Draaiboek Triage op basis van niet-medische overwegingen voor IC-opname ten tijde
van Fase 3 stap C in de COVID-19 pandemie'» zoals benoemd in antwoord 2.
Vraag 4 en 5
Als er sprake is van een strengere selectie voor opname op de IC op basis van medische
criteria, is er dan sprake van fase 3a uit het Draaiboek triage op basis van niet-medische
overwegingen voor ic-opname ten tijde van fase 3 in de COVID-19 pandemie? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, waarom bevestigt u dat niet? Zo nee, in welke fase verkeren onze
IC's dan? Waar baseert u dat op?
Als er op dit moment niet voor iedereen die dat nodig heeft een IC-bed beschikbaar
is, is er dan sprake van fase 3a uit het Draaiboek triage op basis van niet-medische
overwegingen voor ic-opname ten tijde van fase 3 in de COVID-19 pandemie? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, waarom bevestigt u dat niet? Zo nee, in welke fase verkeren onze
IC’s dan? Waar baseert u dat op?
Antwoord 4 en 5
Zoals hierboven aangegeven is er geen sprake van (afkondiging van) fase 3, noch van
fase 3c (welke ook wel code zwart genoemd wordt). Sinds 26 november is sprake van
fase 2d5, waarmee we alles in het werk stellen om afkondiging van fase 3 te voorkomen. Zoals
eerder aangegeven is er van (afkondiging van) fase 3 pas sprake als alle zorgcapaciteit
volledig is benut, alle zorgverlening maximaal opgeschaald en afgeschaald is en de
samenwerking tussen zorgaanbieders zorgbreed volledig en maximaal is benut. Er zijn
op dat moment geen lokale of regionale oplossingen meer mogelijk om de continuïteit
van zorg te waarborgen. Vooralsnog is dit niet het geval en is er geen sprake van
fase 3a. Dat er nu in de zorg andere afwegingen worden gemaakt is logisch en verdedigbaar
gegeven het feit dat de druk op de zorg op dit moment zeer hoog is.
Vraag 6
Wilt u deze vragen alstublieft beantwoorden voor dinsdagmiddag aanstaande?
Antwoord 6
Ik heb uw vragen zo spoedig mogelijk te beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.