Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sjoerdsma en Belhaj over het rapport 'No Forgiveness for People Like You. Executions and Enforced Disappearances in Afghanistan under the Taliban'
Vragen van de leden Sjoerdsma en Belhaj (beiden D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het rapport «No Forgiveness for People Like You». «Executions and Enforced Disappearances in Afghanistan under the Taliban» (ingezonden 1 december 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 december 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «No Forgiveness for People Like You». Executions and Enforced Disappearances in Afghanistan
under the Taliban van Human Rights Watch waarin wordt gerapporteerd over gedwongen verdwijningen en
executies van militair en civiel personeel, politieagenten en inlichtingenofficieren
die voor de vorige Afghaanse regering hebben gewerkt?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over het feit dat de Taliban haar belofte om amnestie te verlenen aan
het personeel van de vorige Afghaanse regering niet nakomt en de amnestiebrief soms
als lokroep gebruikt om individuen alsnog gevangen te nemen of wel te executeren?
Wat voor consequenties vindt u dat deze omgang met mensenrechten moet hebben?
Antwoord 2
De berichten zijn uiterst zorgelijk, en in strijd met de amnestie die de Taliban heeft
afgekondigd voor personeel van de vorige regering. De amnestie is door vertegenwoordigers
van het de-facto Taliban regime herhaald in gesprekken met de internationale gemeenschap,
zo ook in de gesprekken met de Nederlandse en Duitse Speciaal gezanten tijdens hun
bezoek aan Kaboel op 18 november jl. De Nederlandse gezant heeft tijdens het bezoek
nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van het de-facto Taliban regime onderstreept
voor het zich onthouden van en tegengaan van vergeldingsacties tegen Afghanen die
met het Westen geassocieerd worden en andere kwetsbare groepen, zoals mensenrechtenverdedigers,
journalisten en hun fixers, vrouwelijke gezagsdragers, en NGO-medewerkers. In reactie hebben de leiders van
het Afghaanse de facto regime bevestigd zich te willen houden aan de algemene amnestie
die is afgekondigd toen zij aan de macht kwamen, en de noodzaak onderschreven deze
boodschap ook in Afghanistan zelf meer voor het voetlicht te brengen. Het de-facto
Taliban regime heeft tevens aan de internationale gemeenschap toegezegd de situatie
te onderzoeken. Vanuit de internationale gemeenschap wordt in gesprekken benadrukt
dat verdere engagement sterk afhankelijk is van de implementatie van dit soort toezeggingen.
Vraag 3
Was u reeds op de hoogte van deze verdwijningen en executies van personeel van de
vorige Afghaanse regering? Zo ja, wanneer wist u hier van?
Antwoord 3
Het kabinet was via de media en andere bronnen op de hoogte van geruchten dat, hoewel
er geen sprake leek van systematische vergeldingsacties, verdwijningen en executies
wel degelijk voorvielen. Deze geruchten zijn echter moeilijk te verifiëren, zo ook
de achtergrond of wie daarvoor verantwoordelijk zijn. Het bestaan van de geruchten
was echter wel aanleiding voor de Nederlandse gezant om tijdens het Nederlands-Duitse
bezoek aan Kaboel de Taliban nadrukkelijk er op te wijzen dat zij zich dienden te
onthouden van dergelijke vergeldingsacties en tevens dergelijke acties van anderen
dienden tegen te gaan (zie ook het antwoord op vraag 2).
Tijdens een briefing over de mensenrechtensituatie in Afghanistan in de Mensenrechtenraad
op 14 december jl. gaf de VN Ondercommissaris voor Mensenrechten, Nada Al-Nashif,
aan dat er geloofwaardige aanwijzingen zijn dat er sprake is van meer dan 100 moorden
op Afghanen die geassocieerd worden met de voormalige Afghaanse regering of veiligheidsdiensten.
Tenminste 72 daarvan worden aan de Taliban toegeschreven. Daarnaast zijn er sinds
augustus tenminste 8 activisten en 2 journalisten vermoord door onbekende gewapende
mannen, en heeft UNAMA bijna 60 gevallen van bedreiging, mishandeling en arbitraire
detentie gedocumenteerd.
Vraag 4
Kunt u iets zeggen over de verhoudingen tussen mannen en vrouwen in deze gedwongen
verdwijningen en executies?
Antwoord 4
Sinds de val van Kabul en het uiteenvallen van informatienetwerken is het een uitdaging
om betrouwbare standaarden voor de verificatie van (burger)slachtoffers te hanteren,
waaronder voor UNAMA. Op basis van de beschikbare informatie lijkt het merendeel van
deze geweldsincidenten zich op mannen te richten. Dat neemt niet weg dat bijvoorbeeld
ook vrouwelijke officiers van justitie in angst leven slachtoffer te kunnen worden
van geweld door gedetineerden – al dan niet geaffilieerd met of in naam van de Taliban.
Concrete incidenten met vrouwelijke slachtoffers zijn onder andere de moord op vijf
politieagentes, waaronder een zwangere vrouw, in Kandahar, Kapisa, Ghazni en Ghor
provincie waarover is bericht in internationale media. De Taliban hebben enige vorm
van betrokkenheid hierin ontkend. Amnesty International heeft in oktober jl. gerapporteerd
over de dood van een 17-jarig Hazara meisje in Daykundi provincie, dat als burgerslachtoffer
omkwam tijdens de buitenrechtelijke executie van elf voormalig (Hazara) ANDSF-leden.
Vraag 5
Gebruikt de Taliban geavanceerd materieel van de westerse troepen, in handen gekregen
na het vertrek van de NAVO deze zomer, bij het opsporen van haar tegenstanders? Zo
ja, wat voor materieel wordt er waarschijnlijk gebruikt?
Antwoord 5
De Taliban maken bij het opsporen van tegenstanders waarschijnlijk geen gebruik van
geavanceerd materieel van westerse troepen. Het is echter niet uit te sluiten dat
hier in het geheel geen sprake van is.
Vraag 6
Wat betekenen deze nieuwe feiten voor de omgang met schrijnende gevallen inzake de
evacuatie- en asielregelingen voor mensen die voor het Nederlands belang hebben gewerkt
in Afghanistan?
Antwoord 6
De Nederlandse regering zal blijven zoeken naar wegen om uitvoering te geven aan de
overbrenging van de groepen die zijn genoemd in de Kamerbrieven van 11 oktober 2021
en 16 november 2021. Hierbij is, zoals eerder aangegeven in de Kamer, ruimte voor
schrijnende gevallen.
Vraag 7
Als u deze feiten op u laat inwerken, ziet u dan een groot verschil tussen de Taliban
uit de jaren ’90 en de Taliban van nu? Zo ja, op welke vlakken?
Antwoord 7
In de jaren ’90 regeerden de Taliban vijf jaar lang over het land. Nu hebben zij pas
een aantal maanden de macht. Het is nog vroeg om conclusies te trekken over de manier
waarop de Taliban ditmaal zullen regeren. Anders dan in de jaren ’90 hebben de Taliban
controle over het gehele gebied. Binnen het leiderschap lijken ook meer krachten doordrongen
te zijn van de noodzaak om het land echt te gaan besturen, vergeleken met de jaren
’90. Dit betreft echter een momentopname, en zegt in principe nog weinig over de verdere
ontwikkelingen in Afghanistan. Bovendien is de Taliban geen homogene groep. Ook dat
maakt het moeilijk algemene conclusies te trekken over de wijze waarop de Taliban
zich manifesteert.
In de korte tijd sinds de machtsovername op 15 augustus jl. is al wel duidelijk geworden
dat er op het gebied van inclusiviteit in de zelfverklaarde interim-regering vooralsnog
weinig verschil lijkt met de benadering van destijds. Dat er een amnestie werd afgekondigd
was voorzichtig bemoedigend, maar signalen dat de wil of het vermogen ontbreekt om
die af te dwingen, zijn verontrustend.
Op het gebied van vrouwenrechten lijken er vooralsnog wel verschillen te ontstaan:
basisonderwijs is in een groeiend aantal provincies voor meisjes toegankelijk en ook
universitair onderwijs voor vrouwen gaat in grote delen van het land door. In enkele
provincies zijn ook middelbare scholen toegankelijk voor meisjes. Vrouwen lijken in
bepaalde sectoren te mogen werken en deelname van vrouwen aan het openbare leven in
stedelijke gebieden is aan minder verregaande beperkingen onderhevig dan in de jaren
’90. Wel is de positie van vrouwen sterk achteruit gegaan vergeleken met de afgelopen
20 jaar. Ook dit betreft echter een momentopname en het valt niet uit te sluiten dat
verdergaande maatregelen ter onderdrukking van vrouwen nog zullen volgen. Het is daarom
van belang dat de internationale gemeenschap hierover heldere en eensgezinde boodschappen
richting de Taliban blijft afgeven. Ook de Nederlandse en de Duitse Gezanten hebben
tijdens hun bezoek aan Kaboel specifiek de verwachtingen van de internationale gemeenschap
over de positie van vrouwen en meisjes met de Taliban vertegenwoordigers besproken.
Vraag 8
Kunt u er in internationale gremia, zoals de EU en de VN, voor pleiten dat in elk
contact met de Taliban, op alle niveaus (district, regionaal, nationaal) met gedisciplineerde
consistentie wordt aangedrongen op het naleven van mensenrechten en dat daarbij expliciet
de gedwongen verdwijningen en executies worden benoemd, inclusief het belang van het
veroordelen van dit soort praktijken en een functionerend rechtssysteem?
Antwoord 8
De internationale gemeenschap is eensgezind in de zorgen over de inclusiviteit en
mensenrechten van de Afghaanse bevolking, en geeft hier richting de Taliban op alle
niveaus consistent heldere boodschappen over af. De Ondercommissaris voor Mensenrechten
benadrukte tijdens haar briefing aan de Mensenrechtenraad op 14 december jl. dat Afghanistan,
ongeacht door wie het de facto wordt geregeerd, gebonden blijft aan diens internationale
verplichtingen. Tijdens het bezoek van de Nederlandse en Duitse Speciaal Gezanten
aan Kaboel op 18 november jl. is nadrukkelijk over deze onderwerpen gesproken (zie
ook het antwoord op vraag 2), alsmede tijdens de dialoog die de EU met vertegenwoordigers
van de Taliban had op 27–28 november jl. Het rapport van Human Rights Watch was daarnaast
aanleiding voor de internationale gemeenschap om een gezamenlijke verklaring uit te
doen gaan op 4 december jl., waarin de Taliban wordt opgeroepen de gerapporteerde
schendingen te onderzoeken en ervoor te zorgen dat de door hen afgekondigde amnestie
effectief gehandhaafd wordt.
Vraag 9
In welke mate wordt er overwogen om mogelijke financiële (non-humanitaire) hulp aan
Afghanistan onderhevig te maken aan bepaalde gerichte voorwaarden zodat de Taliban
de juiste stappen neemt in de richting van haar internationaal rechtelijke verplichtingen
als zijnde dede facto overheid van Afghanistan?
Antwoord 9
Nederlandse ontwikkelingssteun voor Afghanistan staat momenteel on hold. Indien besloten wordt ontwikkelingssteun te verlenen, dan staat de Afghaanse bevolking
daarbij centraal. Zoals aangegeven in de Kamerbrief «Toekomstige hulp aan en inzet
in Afghanistan» van 16 november jl. zou eventuele hulp moeten voldoen aan specifieke
voorwaarden voor dienstverlening. Zo dient steun alleen via multilaterale organisaties
of ngo’s te worden verstrekt, niet (direct of indirect) via de Taliban; mag er geen
inhoudelijke bemoeienis van de Taliban plaatsvinden met beleid, uitvoering en management;
en dient gelijke toegang zeker gesteld te zijn voor vrouwen en meisjes. Nederland
pleit er in internationaal verband voor om ondersteuning te richten op die provincies
waar aan de voorwaarden wordt voldaan, met het doel om daadwerkelijke daden op het
gebied van de gestelde voorwaarden te stimuleren.
Vraag 10
Kunt u er in internationale gremia op aandringen dat de United Nations Assistance
Mission to Afghanistan (UNAMA) volledige toegang tot Afghanistan moet krijgen en behouden,
inclusief bezoeken aan detentiecentra, om te rapporteren over misstanden en mensenrechtenschendingen?
Antwoord 10
Ja. UNAMA moet het volledige mandaat kunnen blijven uitvoeren, inclusief bezoeken
aan detentiecentra. UNAMA rapporteert reeds over de mensenrechtensituatie in Afghanistan
en moet dit kunnen blijven doen.
Vraag 11
Kunt u er daarbij op aandringen dat UNAMA publiekelijk moet kunnen rapporteren en
in dialoog moet kunnen treden met de Taliban over mensenrechtenschendingen?
Antwoord 11
Ja. UNAMA treedt in contact met de Taliban en mensenrechten worden hierbij besproken.
UNAMA rapporteert reeds publiekelijk over de mensenrechtensituatie in Afghanistan
en moet dit kunnen blijven doen.
Vraag 12
Kunt u er tevens op aandringen dat UNAMA alle steun krijgt die het nodig heeft vanuit
de internationale gemeenschap zodat het een zo groot mogelijk politiek en moreel mandaat
krijgt om haar werk zo goed als mogelijk te doen, en er daarbij in VN-verband voor
pleiten dat UNAMA de benodigde middelen en personeel krijgt die het nodig heeft?
Antwoord 12
Ja. De Nederlandse regering is voorstander van een zo robuust mogelijk mandaat voor
UNAMA met de benodigde middelen en personeel om dit mandaat uit te voeren. Het mandaat
van UNAMA wordt in maart 2022 door de VN-Veiligheidsraad opnieuw vastgesteld. Omdat
Nederland geen lid is van de VN-Veiligheidsraad, pleit Nederland actief voor een robuust
UNAMA-mandaat bij partners die wel in dit forum zitting nemen. Binnen de budgettaire
commissie van de VN zet Nederland zich tevens specifiek in om UNAMA te voorzien van
adequate, voorspelbare financiering.
Vraag 13
Kunt u deze vragen afzonderlijk en voor het Kerstreces beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.