Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Jongen (17) krijgt allereerste ‘online gebiedsverbod’ in Nederland, maar wat betekent dat eigenlijk?’
Vragen van de leden Van Ginneken en Sneller (beiden D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Jongen (17) krijgt allereerste «online gebiedsverbod» in Nederland, maar wat betekent dat eigenlijk?» (ingezonden 15 december 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Jongen (17) krijgt allereerste «online gebiedsverbod»
in Nederland, maar wat betekent dat eigenlijk?»?1
Vraag 2
Hoe oordeelt u over het opleggen van de Utrechtse burgemeester van dit online gebiedsverbod
aan de jongen uit Zeist?
Vraag 3
Bent u bekend met eerdere online gebiedsverboden die in andere steden zijn opgelegd?
Vraag 4
Op basis van welk artikel uit de (gemeente)wet heeft de burgemeester de bevoegdheid
een online gebiedsverbod op te leggen?
Vraag 5
Hoe wordt precies toezicht gehouden op het online gebiedsverbod en hoe wordt deze
gehandhaafd? Op basis van welke wettelijke bevoegdheden vindt dit toezicht en deze
handhaving plaats? Acht u deze bevoegdheden geschikt? Hoe verhouden deze bevoegdheden
zich tot de privacy van de veroordeelde?
Vraag 6
In hoeverre blijft de burgemeester met het verbod om bepaalde online uitingen te doen
binnen de territoriale ondergrens die kleeft aan de openbare orde bevoegdheden van
de burgemeester (Arrest Wilnisser Visser)? En in hoeverre blijft de burgemeester binnen
deze territoriale ondergrens door het online gebiedsverbod op te leggen aan een jongen
die niet woonachtig is in Utrecht? Hoe oordeelt u hierover?
Vraag 7
Hoe kijkt u naar de houdbaarheid van het online gebiedsverbod in het licht van het
censuurverbod van artikel 7 Grondwet? Zorgt deze maatregel ervoor dat de jongen al
vooraf wordt beperkt in zijn vrije meningsuiting, hetgeen in strijd is met dit artikel?
Vraag 8
Is het opleggen van een online gebiedsverbod de enige mogelijkheid om opruiende uitingen
tegen te gaan? Had een dergelijke maatregel ook met het strafrecht opgelegd kunnen
worden? Zo ja, op basis van welke regeling? Bent u van oordeel dat de inzet van het
strafrecht, gezien de ernst van de inperking, niet meer voor de hand had gelegen?
Vraag 9
Hoe oordeelt u in zijn algemeenheid over de online mogelijkheden van gemeenten om
de openbare orde te handhaven? Hebben zij hiertoe voldoende instrumentarium? Zo nee,
wat ontbreekt er en wat bent u voornemens daaraan te doen?
Vraag 10
Acht u het wenselijk dat gemeenten bevoegdheden in Algemene Plaatselijke Verordeningen
opnemen om online de openbare orde te handhaven? Zo ja, aan welke bevoegdheden denkt
u dan? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
L.M. van Ginneken, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Joost Sneller, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.