Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Agema over de beantwoording van de Kamervragen van de begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2022
Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Minister van Volsgezondheid, Welzijn en Sport over de beantwoording van de Kamervragen van de begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2022 (ingezonden 5 november 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 december
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met uw beantwoording van de schriftelijke vragen (verslag houdende een
lijst van vragen en antwoorden) inzake vaststelling van de begrotingsstaten van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met vraag 564 (3): «Kunt u de onderbouwende som waaruit zou blijken
dat een code zwart nog steeds mogelijk zou zijn zodat we onze grondwettelijke controlerende
taak kunnen uitvoeren naar de Kamer sturen? Kunt u de som helemaal uit laten schrijven
en voorzien van bronvermeldingen? Kunt u dit controleerbaar formuleren»?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u bekend met uw antwoord op vraag 564 (3): «Zoals in het antwoord op uw eerste
vraag aangegeven gaat het bij de prognose om een ingewikkeld samenspel van factoren
met grote onzekerheden die zich niet gemakkelijk in een som laten vatten. In het advies
naar aanleiding van het 123 en 124 OMT heeft het outbreak management team (OMT) aangegeven
dat op grond van de schatting van het aantal doorgemaakte infecties en de immuniteit
opgebouwd door vaccinatie grofweg bepaald kan worden hoe groot het aantal personen
is dat nog geen afweer tegen SARS-CoV-2 heeft. Deze personen zouden bij oplopende
verspreiding na versoepelen van maatregelen ziek kunnen worden, omdat ze vroeger of
later met SARS-CoV-2 in aanraking komen. Gecorrigeerd voor leeftijdsfactoren komen
zij op een prognose voor het aantal ziekenhuisopnames 16.000–22.000 en het aantal
IC-opnames 2.200–3.400. Dat is de laatst bekende prognose»?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Kunt u ons – gaarne per ommegaande – toch de onderbouwende som waaruit zou blijken
dat een code zwart nog steeds mogelijk zou zijn, toesturen? Kunt u de som helemaal
uit laten schrijven en voorzien van bronvermeldingen? Kunt u dit controleerbaar formuleren?
Antwoord 4
Van code zwart is sprake wanneer er (absolute) schaarste van IC-plekken is, (bijna)
alle mogelijke IC-capaciteit is benut en andere capaciteit niet kan worden toegevoegd
en/of gebruikt vanwege mobiliteitsbeperkingen. Deze is dus niet alleen afhankelijk
van het aantal mensen dat op de IC opgenomen moet worden. De laatste prognose, zoals
opgenomen in het advies naar aanleiding van het 129e OMT heb ik uw Kamer doen toekomen
bij mijn brief van 12 november jl.
Het RIVM voert, ter voorbereiding op de OMT adviezen, indien nodig berekeningen uit
met als doel een prognose te maken van de orde van grootte van ziekenhuisopnames en
IC-opnames. De rekenmethode is, inclusief tussenstappen, toegelicht door de heer van
Dissel tijdens de technische briefing van 18 augustus 2021, en is terug te vinden
op pagina 22 en 23 van de presentatie van de heer van Dissel. De gebruikte getallen
zijn, voor zover het cijfers over de bevolkingsopbouw zijn, de cijfers van het CBS
en daarnaast verkregen uit het onderzoek dat tijdens dezelfde technische briefing
is gepresenteerd. De toelichting op dit onderzoek is terug te vinden op pagina 16
t/m 21 van de presentatie van de heer van Dissel2.
Vraag 5
Kunt u ons gaarne per ommegaande tevens de onderbouwende som geven voor de aantallen
die u noemt, namelijk van 16.000–22.000 ziekenhuisopnames en van 2.200–3.400 ic-opnames?
Kunt u de som helemaal uit laten schrijven en voorzien van bronvermeldingen? Kunt
u dit controleerbaar formuleren?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Deelt u de mening dat wij u niet ten overvloede hoeven te wijzen op artikel 68 van
de Grondwet dat het belangrijkste controlerecht van de Tweede en Eerste Kamer beschrijft,
namelijk het recht van elk individueel Kamerlid om van Ministers en Staatssecretarissen
via vragen inlichtingen te krijgen? Deelt u de mening dat Ministers en Staatssecretarissen
verplicht zijn de verlangde inlichtingen te geven?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.