Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dassen en Gundogan over het artikel 'Clash Hoekstra en Wiebes over plan Europees noodfonds'
Vragen van de leden Dassen en Gundogan (Volt) aan de Minister van Financiën over het artikel «Clash Hoekstra en Wiebes over plan Europees noodfonds» (ingezonden 19 november 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister van Economische
Zaken en Klimaat (ontvangen 10 december 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Clash ministeries Hoekstra en Wiebes over plan Europees
noodfonds», van RTL Nieuws van 18 november j.l.?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welk contact is er vanuit het vorige en het huidige demissionaire kabinet geweest
met de Europese Commissie over de besteding van de voor Nederland beschikbare gelden?
Waarover is reeds met de Europese Commissie gesproken is en zijn daarbij de landenspecifieke
aanbevelingen van Nederland, de nodige hervormingen en de combinatie van gewenste
plannen door het volgende kabinet aan de orde geweest?
Antwoord 2
Er is, zoals ook aangegeven in antwoord op eerdere Kamervragen, zes keer door ambtenaren
gesproken met de Commissie over de inventarisatie van mogelijke investeringen en hervormingen.
Dergelijk ambtelijk contact is gebruikelijk, ook in het kader van het Europees Semester,
en past bij de dialoog tussen de Commissie en lidstaat in de aanloop naar een RRP.
Daarbij is ook de aansluiting op de landenspecifieke aanbevelingen van Nederland aan
de orde gekomen.
Vraag 3
Welke factoren hanteren het demissionaire kabinet en het volgende kabinet bij het
maken van de keuze omtrent de combinatie aan plannen die bij de Commissie zullen worden
ingediend?
Antwoord 3
Dit demissionaire kabinet hecht veel belang aan een stevig en ambitieus RRP. Bij de
keuze omtrent de combinatie aan maatregelen die invulling zullen geven aan het Nederlandse
RRP zal het nieuwe kabinet voornamelijk de criteria uit de RRF-verordening hanteren.
Zo dient het plan een coherent geheel te zijn van investeringen en structurele hervormingen
en moet het plan een bijdrage leveren aan elk van de zes pilaren uit de RRF-verordening:
1. de groene transitie; 2. de digitale transformatie; 3. slimme, houdbare en inclusieve
groei; 4. sociale en territoriale cohesie; 5. gezondheid en economische, sociale en
institutionele veerkracht; 6. beleid voor de volgende generaties.
Om voldoende in te zetten op de groene en digitale transitie, dient het plan voor
ten minste 37 procent besteed te worden aan klimaat en voor 20 procent aan digitalisering.
Volgens de RRF-verordening kan het alleen gaan om projecten die na 1 februari 2020
van start zijn gegaan en die voor 31 augustus 2026 afgerond kunnen worden, zonder
dat dit tot structurele kosten zal leiden. Daarnaast schrijft de verordening voor
dat een RRP bijdraagt tot de doeltreffende aanpak van alle of een significant deel
van de uitdagingen die zijn vastgesteld in de relevante landenspecifieke aanbevelingen
(uit met name 2019 en 2020). Sinds februari 2020 zijn al diverse hervormingen overeengekomen
die aansluiten op verschillende aanbevelingen. De Commissie heeft aangegeven bij de
beoordeling van het Nederlandse plan met name kritisch mee te kijken naar hervormingen
die invulling geven aan de uitdagingen op de Nederlandse woning- en arbeidsmarkt.
Het is aan het nieuwe kabinet om te bepalen welke hervormingen die aansluiten op de
landenspecifieke aanbevelingen een plaats zullen krijgen in het RRP.
Vraag 4
Op welke momenten kan de Kamer mede-inspraak met het demissionaire kabinet en het
volgende kabinet verwachten, gezien het feit dat er nog besloten zal moeten worden
over de uiteindelijke combinatie van de in te dienen plannen?
Antwoord 4
Dit demissionaire kabinet heeft besloten dat besluitvorming over het Nederlandse RRP
aan het nieuwe kabinet wordt gelaten. Uw Kamer is hier op 27 november 2020 over geïnformeerd
middels een brief (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1626). Nadat er vanuit de formatie besluitvorming heeft plaatsgevonden zal door de programmadirectie
een concept-RRP worden opgesteld. Keuzes die hieromtrent op hoofdlijnen in de formatie
worden gemaakt zullen als onderdeel van een akkoord aan uw Kamer worden voorgelegd.
Na informele toetsing door de Europese Commissie zal het concept van een RRP worden
voorgelegd aan uw Kamer alvorens een definitief RRP zal worden ingediend bij de Commissie.
Vraag 5
Worden de gelden uit het Europees herstelfonds ingezet om de overheidsfinanciën op
orde te brengen of om nieuwe investeringen te doen?
Antwoord 5
Volgens de RRF-verordening kan het plan ingevuld worden met maatregelen (hervormingen
en investeringen) die na 1 februari 2020 van start zijn gegaan. Dit betekent dat maatregelen
kunnen worden opgenomen waartoe reeds is besloten, of aanvullende maatregelen. Voor
alle maatregelen zijn ook de geldende Europese staatsteunregels van toepassing. Voor
zover in het Nederlandse plan gekozen wordt voor investeringen waartoe al is besloten
en die reeds gedekt zijn in de nationale begroting, zorgt de bijdrage uit de RRF voor
het vrijspelen van incidentele middelen uit de nationale begroting die vrij kunnen
worden ingezet, bijvoorbeeld om het invoeren van hervormingen te faciliteren of voor
incidentele uitgaven buiten de reikwijdte van de RRF. Als gekozen wordt voor nieuwe
investeringen dan kan daarmee een aanvullende impuls worden gegeven aan het adresseren
van de uitdagingen die bijvoorbeeld de groene en digitale transitie met zich meebrengen.
Het is aan een volgend kabinet om invulling te geven aan het plan en een beslissing
te nemen over maatregelen waartoe al is besloten, nieuwe maatregelen, of een combinatie
van beide.
Vraag 6
Welke rol zal het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat spelen in de verdere
coördinatie en de uitvoering van de plannen? Heeft het ministerie inspraak bij de
directie die wordt opgetogen onder het Ministerie van Financiën?
Antwoord 6
De ambtelijke coördinatie van het opstellen van een RRP zal in handen zijn van een
programmadirectie die valt onder het Ministerie van Financiën. Dit is in samenspraak
met de Minister van Economische Zaken en Klimaat besloten. Zowel ambtenaren van het
Ministerie van Financiën als van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zullen
deel uitmaken van de programmadirectie. Ook ambtenaren van andere departementen kunnen
naar de programmadirectie gedetacheerd worden. De programmadirectie houdt zich voornamelijk
bezig met het opstellen (schrijven) van het plan en de afstemming met de Europese
Commissie en nationale stakeholders. Hier zullen, waar nodig, andere departementen
goed bij worden aangehaakt. Het uiteindelijke besluit over de vormgeving is aan het
gehele kabinet.
Vraag 7
Hoe is het demissionaire en het volgende kabinet voornemens de Kamer en regionale
overheden mee te nemen in besluitvorming omtrent het indienen van de plannen bij de
Europese Commissie, als ook omtrent de uitvoering van de goedgekeurde plannen?
Antwoord 7
Nadat er vanuit de formatie besluitvorming heeft plaatsgevonden zal door de programmadirectie
een concept-RRP worden opgesteld. Keuzes die hieromtrent op hoofdlijnen in de formatie
worden gemaakt zullen als onderdeel van een akkoord aan uw Kamer worden voorgelegd.
Na informele toetsing door de Europese Commissie zal het concept van een RRP worden
voorgelegd aan uw Kamer alvorens een definitief RRP zal worden ingediend bij de Commissie.
Wat betreft het betrekken van regionale overheden schrijft de RRF-verordening voor
dat een RRP de volgende informatie bevat: «Voor de voorbereiding, en indien beschikbaar, voor de invoering van de herstel- en
veerkrachtplannen, een samenvatting van het raadplegingsproces, uitgevoerd in overeenstemming
met het nationale rechtskader, van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners,
maatschappelijke organisaties, jongeren organisaties en andere relevante belanghebbenden,
alsook een samenvatting van de wijze waarop de inbreng van de belanghebbenden in het
herstel- en veerkrachtplan terugkomt.» Dit houdt in dat een RRP een beschrijving moet bevatten van het consultatieproces
en hoe de lessen die hieruit zijn getrokken meegenomen zijn in een RRP. Het staat
lidstaten vrij om invulling te geven aan het betrekken van stakeholders. Het is aan
het nieuwe kabinet om hier een besluit over te nemen, waarbij de programmadirectie
in oprichting een belangrijke rol zal spelen bij de inrichting en uitvoering van de
consulatie.1
Op basis van de RRF-verordening moeten lidstaten tweemaal per jaar rapporteren aan
de Europese over de voortgang bij de uitvoering van de plannen. De Tweede Kamer zal
over deze rapportage worden geïnformeerd.
Vraag 8
Kunt u onderstrepen dat het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de gelden
die beschikbaar zijn voor Nederland uit het herstelfonds wil gebruiken om de economie
te laten herstellen en hiervoor additionaliteiten wil inzetten?
Antwoord 8
Zoals blijkt uit de openbaar gemaakte stukken voor het verzoek van Follow the Money
in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, is er een ambtelijke inventarisatie
gedaan van reeds voorgenomen en additionele maatregelen voor het RRP. Tijdens de inventarisatie
had het Ministerie van Financiën het voortouw voor de eerste maatregelen en het Ministerie
van EZK voor de laatste maatregelen. Conform het kabinetsbesluit van 27 november 2020
is het aan de formatie om invulling te geven aan het plan en een beslissing te nemen
over maatregelen waartoe al is besloten, nieuwe maatregelen, of een combinatie van
beide.
Vraag 9
Bent u van mening dat het Ministerie van Financiën geen inspraak van andere ministeries
dan wel de ministerraad verlangt omtrent de indiening van het herstelplan, terwijl
in de zomer van 2020 is afgesproken dat het Ministerie van EZK dit zou doen?
Antwoord 9
Nee. Op 27 november 2020 is in de ministerraad een besluit genomen dat een nieuw kabinet
gaat over de invulling van het Nederlandse Herstelplan. Dit is nu onderdeel van de
formatie. In september 2021 is in samenspraak met de Minister van Economische Zaken
en Klimaat besloten dat een programmadirectie die valt onder het Ministerie van Financiën
het opstellen van het Nederlandse herstelplan gaat coördineren. Dit is mede ingegeven
door de verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën voor het Nederlandse plan
in Europees verband en de onafhankelijke rol die het Ministerie van Financiën speelt
in het reguliere begrotingsproces. De programmadirectie houdt zich voornamelijk bezig
met het opstellen (schrijven) van het plan en de afstemming met de Europese Commissie
en nationale stakeholders. Hier zullen, waar nodig, andere departementen goed bij
worden aangehaakt. Het uiteindelijke besluit over de vormgeving is aan het gehele
kabinet, inclusief de Minister van Economische Zaken en Klimaat.
Ten aanzien van de verwijzing in het RTL-artikel naar «de clash» tussen de twee ministeries
wil ik graag nog het volgende toevoegen. Tijdens de totstandkoming van besluiten spelen
ministeries hun respectievelijke rollen. Daarbij wordt geadviseerd vanuit de eigen
rol en verantwoordelijkheid, met verschillende perspectieven en accenten in de ambtelijke
advisering tot gevolg. De uiteenlopende posities komen samen in een uiteindelijk besluit,
waarna er één lijn vanuit het kabinet, of in dit geval de ambtelijke top, resulteert.
Ik zie het als een waardevol proces dat er vanuit verschillende perspectieven wordt
geadviseerd, zodat verschillende aspecten worden meegenomen in het nemen van een (kabinets-)besluit.
Het besluitvormingsproces rondom de RRF was en is hier geen uitzondering op.
Vraag 10
Bent u bereid om te schikken naar het plegen van de nodige hervormingen zoals door
de Europese Commissie vastgesteld in de landenspecifieke aanbevelingen?
Antwoord 10
Een van de voorwaarden in de RRF-verordening is dat de hervormingen en investeringen
in het plan bijdragen tot de doeltreffende aanpak van alle of een significant deel
van de uitdagingen die zijn vastgesteld in de relevante landspecifieke aanbevelingen.
De Commissie maakt daarbij een integrale beoordeling, die we ook zien we bij de plannen
van andere landen. Nederland heeft actief bepleit dat landen de landspecifieke aanbevelingen
van de Raad in hun herstelplan adresseren. Dit legt de lat ook hoog voor ons eigen
RRP. Het is aan het nieuwe kabinet om te bepalen welke hervormingen die aansluiten
op de landenspecifieke aanbevelingen een plaats zullen krijgen in het RRP.
Vraag 11
Bent u bereid de herstelplannen voor 30 april 2022 in te dienen, opdat de Europese
Commissie tijdig de plannen kan beoordelen en hierbij ook nog ruimte bestaat voor
de Kamer en regionale overheden om de plannen te beoordelen?
Antwoord 11
Volgens de RRF-verordening wordt het door de lidstaat voorgelegde herstel- en veerkrachtplan
in de regel uiterlijk 30 april van een jaar officieel ingediend. Deze formulering
biedt ruimte om af te wijken van deze deadline. Juist omdat het kabinet de Kamer,
decentrale overheden en stakeholders, zal consulteren voorafgaand aan de formele indiening,
is het belangrijk deze flexibiliteit te hebben. De zomer van 2022 geldt daarbij als
uiterste moment voor formele indiening. Dit is gebaseerd op het uiterste moment waarop
de Commissie 70% van de RRF-middelen moet committeren aan lidstaten, namelijk 31 december
2022, en de termijn die voorafgaand daaraan nodig is voor de beoordeling en goedkeuring
van een plan. Nadat een plan formeel is ingediend door een lidstaat heeft de Commissie
volgens de RRF-verordening twee maanden om dit te beoordelen en een voorstel te doen
voor een uitvoeringsbesluit van de Raad. De Raad heeft vervolgens in de regel een
maand de tijd om dit uitvoeringsbesluit aan te nemen. Dit gezegd hebbende zal het
kabinet streven naar het tijdig indienen van een plan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.