Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) (Kamerstuk 35420-418)
2021D47923 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief van 1 november
2021 inzake de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) (Kamerstuk 35 420, nr. 418).
De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan
Adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister
7
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief en hebben
hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het niet mogelijk is om via gemeenten ATE-voorschotten
uit te betalen die zijn bedoeld voor evenementen van afgelopen zomer en dat ondernemers
pas begin 2022 compensatie zullen gaan ontvangen voor de evenementen die zij hebben
georganiseerd in de periode van 10 juli tot en met 24 september. Deze leden betreuren
het dat de ondernemers in kwestie een stuk langer moeten wachten op tegemoetkoming,
wetende dat zij ook nu al bezig zijn met voorbereidingen voor evenementen voor aankomende
zomer en dat zij hiervoor nu al de nodige kosten moeten maken. Dat brengt deze ondernemers
in een benarde financiële situatie waar voornoemde leden zich zorgen om maken. De
leden van de VVD-fractie willen graag op zoek naar manieren om deze ondernemers perspectief
te bieden voor aankomende zomer. Is de Minister bereid om met deze groep ondernemers
in gesprek te gaan en te zoeken naar manieren om ze extra ondersteuning en perspectief
te bieden? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie lezen tevens dat alleen de centrale organisatoren van
evenementen een aanvraag kunnen indienen voor tegemoetkoming en niet de leveranciers,
terwijl deze leden nog veel signalen ontvangen van toeleveranciers van evenementen
zoals standbouwers en cateraars, waarin zij aangeven dat de huidige garantieregelingen
ontoereikend zijn voor hen. Toeleveranciers maken wel de kosten, maar krijgen geen
tegemoetkoming op het moment dat zij geen contract hebben met de organisator van een
evenement en daarmee staan zij uiteindelijk met lege handen. De leden van de VVD-fractie
maken zich zorgen om de financiële positie van toeleveranciers van evenementen en
willen graag op zoek naar mogelijkheden om deze groep ondernemers niet tussen wal
en schip te laten vallen. Deelt de Minister de mening dat er een oplossing moet worden
gezocht voor deze groep ondernemers die ondanks gemaakte kosten niet op vergoeding
kunnen rekenen via de huidige regelingen? Zo ja, waar ziet de Minister ruimte en mogelijkheden
om deze groep ondernemers uit de knel te helpen? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van onderhavige brief.
Ondernemers waarbij direct sprake is van gemaakte kosten die niet terugverdiend kunnen
worden vanwege coronamaatregelen moeten daar volgens de leden van de D66-fractie voor
gecompenseerd worden. Het is daarom een goede stap dat het kabinet met de ATE-regeling
komt voor evenementen die afgelopen zomer niet door mochten gaan en niet in aanmerking
komen voor de garantieregeling evenementen (TRSEC). Tegelijkertijd ontvangen de leden
van de D66-fractie signalen over zorgen die er ondanks deze aangekondigde regeling
leven onder ondernemers. Deze leden hebben daarom nog een aantal kritische vragen
over deze regeling.
De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat verwacht wordt dat circa 600 evenementen
in aanmerking komen voor de ATE. Een aanvraag doen wordt pas vanaf begin 2022 mogelijk,
ruim vijf maanden of langer na het ingaan van de maatregelen op 10 juli en kan alleen
gedaan worden door de organisator van het evenement. Wat doet de Minister om ervoor
te zorgen dat organisatoren de ATE-regeling ook daadwerkelijk weten te vinden? Deelt
de Minister de mening van de leden van de D66-fractie dat er een risico ontstaat door
de grote tijd tussen evenement en aanvraag? Hoe voorkomt de Minister dat leveranciers
niet vergoed worden omdat de organisator geen aanvraag doet?
De leden van de D66-fractie lezen dat voor de ATE nu 120 miljoen euro beschikbaar
is gesteld. Verdeeld over de verwachte 600 evenementen die daarvoor in aanmerking
komen is dit gemiddeld 200.000 euro per evenement. Verwacht de Minister dat dit bedrag
genoeg is om aan alle aanvragen die in aanmerking komen te voldoen? Waarop is die
verwachting gebaseerd? Wat doet de Minister als dit bedrag toch onvoldoende blijkt?
De leden van de D66-fractie lezen dat evenementen die tussen 10 juli en 24 september
in aangepaste vorm toch zijn doorgegaan, bijvoorbeeld met een beperkt aantal bezoekers
en vaste zitplaatsen, niet in aanmerking zullen komen voor de ATE. Deze aangepaste
vormen van evenementen kunnen echter wel degelijk zorgen voor verminderde inkomsten
en dus voor niet terugverdiende kosten. Het is begrijpelijk dat het kabinet geen steun
wil verlenen aan zeer winstgevende evenementen uit deze periode, maar waarom dit harde
onderscheid op basis van het al dan niet doorgaan van een evenement? Hoe ziet de Minister
de prikkel die ontstaat voor ondernemers als het afgelasten van een evenement leidt
tot overheidssteun en het laten doorgaan van evenementen in aangepaste vorm niet?
Is de Minister met de leden van de D66-fractie eens dat ondernemers die er ondanks
de maatregelen het beste van proberen te maken niet de dupe mogen worden van hun eigen
ondernemerschap? Zijn er bij de Minister voorbeelden bekend van evenementen die wel
zijn doorgegaan onder de coronamaatregelen tussen 10 juli en 24 september en die door
het verminderde aantal bezoekers kosten niet terug hebben kunnen verdienen? Op welke
manier worden deze ondernemers tegemoetgekomen?
De leden van de D66-fractie lezen voorts in de brief uitsluitend over de periode van
10 juli tot en met 24 september, deze leden maken zich daarom zorgen over de huidige
situatie en maatregelen waarin evenementen wederom geen doorgang kunnen vinden. De
leden van de D66-fractie bereiken berichten dat de volgende lichting aan afgelaste
evenementen op dit moment oploopt. Wat doet de Minister om te voorkomen dat eventuele
tegemoetkomingen als gevolg van de huidige maatregelen lang op zich laten wachten
zoals dat geldt voor de periode 10 juli tot en met 24 september? Kan de Minister het
huidige proces, met name inzake de goedkeuring door de Europese Commissie van de ATE,
aanwenden om ook voor de huidige situatie versneld met een oplossing te komen?
De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat er contact is geweest met de evenementensector,
maar tegelijkertijd vraagt de Minister in zijn brief deze sector om begrip voor de
termijn waarop de ATE tot stand komt. Heeft de Minister dit begrip ook concreet in
gesprekken aan (vertegenwoordigers van) de sector gevraagd? Wat is de inschatting
van de Minister omtrent de mate van begrip die de sector hiervoor heeft? Wat kan de
Minister doen om perspectief en een tijdsinschatting te bieden aan ondernemers die
wachten op een tegemoetkoming?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij hebben
daarover de volgende vragen en opmerkingen.
Het is de leden van de CDA-fractie bekend dat de ATE is verlengd en wordt opengezet
tot het einde van 2021. In de Kamerbrief over aanpassingen van het steunpakket in
het vierde kwartaal (Kamerstuk 35 420, nr. 420) lezen zij dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de regeling naar verwachting
begin 2022 openstelt, omdat de Europese Commissie goedkeuring moet geven. Deelt de
Minister de mening dat het moment van openstelling veel te lang op zich laat wachten?
Kan de Minister «begin 2022» preciseren en een concrete datum noemen, zodat gemeenten
en organisatoren van evenementen duidelijkheid krijgen? Is het mogelijk het proces
tot openstelling te versnellen? Waarom wel of niet?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister in de onderhavige Kamerbrief
schrijft dat niet tegemoetgekomen kan worden aan het verzoek in de motie-Aartsen c.s.,
om binnen een maand duidelijkheid te geven aan de gemeenten over hoe de ATE eruit
komt te zien en hen te wijzen op de mogelijkheid om voorschotten uit te betalen (Kamerstuk
35 420, nr. 381), omdat dit niet past in de gekozen constructie. Kan de Minister uitleggen waarom
startende ondernemingen in de nieuwe Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid-5
(NOW-5) wel een subsidievoorschot kunnen ontvangen, waar dit voor de doelgroep van
de ATE niet mogelijk is?
De leden van de CDA-fractie lezen in de onderhavige brief dat een voorwaarde voor
toegang tot de ATE is dat sprake moet zijn van minimaal € 2.500 gemaakte (subsidiabele)
kosten. In de brief staat dat nog zal worden bepaald welke kosten precies subsidiabel
zijn. Kan de Minister hier inmiddels duidelijkheid over verschaffen? En kan de Minister
aangeven hoe wordt omgegaan met samenloop met andere steunmaatregelen, zoals de NOW,
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en TRSEC?
De leden van de CDA-fractie zijn voorst benieuwd hoe het proces van aanvraag tot uitbetaling
en afrekening van de ATE, inclusief termijnen, eruitziet. Kan de Minister dit schetsen?
De leden van de CDA-fractie constateren dat het kabinet de extra kosten voor verlenging
van de ATE tot eind 2021 op 5 miljoen euro raamt (Kamerstuk 35 420, nr. 420). Kan de Minister toelichten waarop dit bedrag is gebaseerd en welke analyse hieraan
ten grondslag ligt?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister tot slot welke (communicatie)middelen
het kabinet gaat inzetten om de ATE bij openstelling breed onder de aandacht van de
doelgroep te brengen, zodat zoveel mogelijk gedupeerde organisatoren van evenementen
worden bereikt.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij zijn
blij gestemd dat organisatoren van evenementen die niet voldoen aan de voorwaarden
voor de TRSEC met de ATE tegemoet worden gekomen. Deze leden zijn zich er wel van
bewust dat sinds de brief naar de Kamer is gestuurd de beperkingen in verband met
de coronapandemie zijn aangescherpt en dat dit gevolgen gaat hebben voor de evenementensector.
Deze leden maken zich hier grote zorgen over en hebben daarom nog wat vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie vragen zich, aangezien er nu een algemene sluitingstijd
geldt tussen 17:00 uur en 05:00 uur en dit op zijn minst tot 14 december duurt, af
of de ATE wordt verlengd. De ATE heeft nu betrekking op de periode vanaf 10 juli tot
en met 24 september.
De leden van de SP-fractie constateren dat de ATE naar verwachting van het kabinet
pas begin volgende jaar zal worden opengesteld. Deze leden is ter ore gekomen dat
de gemiddelde organisator dan al hard bezig is zijn met de voorbereidingen van evenementen
in 2022. Daarom vragen zij zich af of de ATE niet al eerder opengesteld kan worden,
zodat organisatoren nu al kunnen beginnen met vragen, in plaats van dat zij daar volgend
jaar pas aan toe komen. Deze leden vragen zich of in hoeverre organisatoren gebruik
gaan maken van een regeling die pas maanden nadat evenementen plaats zouden hebben
moeten vinden opengesteld wordt. De Minister geeft aan dat de ATE aan de Europese
Commissie ter goedkeuring moet worden voorgelegd, maar Deze leden vragen zich af waarom
het kabinet niet eerst de regeling openstelt en achteraf toestemming vraagt. Gezien
de tijd die het heeft gekost om het Garantiefonds goedgekeurd te krijgen, is dit wellicht
een betere en snellere optie. Deze leden willen de Minister eraan herinneren dat de
steun voor de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM) ook pas achteraf is voorgelegd
en zijn benieuwd waarom dat in dit geval niet kan. Zij vragen zich af of de Minister
zich wel realiseert dat er enige haast bij geboden is, omdat organisatoren nu in zwaar
weer verkeren.
De leden van de SP-fractie stellen dat er een heleboel organisatoren alles op alles
hebben gezet om evenementen door te laten gaan binnen de geldende coronabeperkingen.
Deze organisatoren wisten heel goed dat het evenement wellicht niet rendabel ging
zijn, maar hebben toch besloten om het evenement door te laten gaan om bezoekers niet
teleur te stellen en uit liefde voor hun vak. In de ATE is hier niets over opgenomen,
terwijl zij wel met verliezen kampen. Deze leden vragen zich af of er ruimte in de
ATE is voor deze groep organisatoren of dat er op andere wijze tegemoet kan worden
gekomen aan deze organisatoren.
De leden van de SP-fractie weten dat er daarnaast organisatoren zijn die alles op
alles hebben gezet door hun evenement van zaterdagavond 13 november naar de zaterdagmiddag
te verplaatsen in verband met de aangescherpte maatregelen die op 13 november om 18:00
ingingen, bijvoorbeeld Le Guess Who dat van 10 tot 13 november plaats vond. In veel
gevallen wisten organisatoren dat er verlies zou worden geleden, maar besloten toch
door te gaan als gebaar naar hun bezoekers en artiesten. Volgens de regels en voorwaarden
van de ATE komen deze evenementen niet in aanmerking voor de tegemoetkoming, waardoor
het voor die organisatoren achteraf financieel beter zou zijn geweest om het evenement
helemaal te annuleren. Deze leden vragen zich af op welke manier deze organisatoren
tegemoet gekomen kan worden, zodat ze niet gestraft worden voor het doorgaan van het
evenement. Ook vragen zij zich af hoe de motie Kwint/Westerveld (Kamerstuk 35 925-VIII, nr. 78) wordt uitgewerkt, aangezien die expliciet vroeg naar coulance voor evenementen die
getroffen zijn in het weekend toen de nieuwe maatregelen ingingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben al vaker gewezen op de positie van zelfstandige
zonder personeel (zzp’ers) en flexwerkers in de culturele en creatieve sector, alsmede
de evenementensector. Uit diverse rapporten blijkt dat eerdere coronasteun onvoldoende
bij zzp’ers terecht is gekomen. Van de TRSEC weten de voornoemde leden dat veel organisatoren
van evenementen, ondanks dat ze 100 procent van de kosten vergoed konden krijgen,
actief stuurden op facturatie en dus ook vergoeding tot 60 procent van de oorspronkelijk
met artiesten en andere zzp’ers in de keten overeengekomen bedragen. Dit gebeurde
op basis van contracten die werden afgesloten voordat bekend was of er überhaupt een
vergoedingsregeling zou komen, indien er onverhoopt sprake zou zijn van sluitingen
door beperkende maatregelen door de coronacrisis, en ter hoogte van welk percentage.
Ziet de Minister dit probleem ook? Is de Minister het met de voornoemde leden eens
dat dit niet in de geest van de regeling is?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich af hoe de Minister gaat bevorderen
dat artiesten en andere zzp’ers in de keten, die volledig afhankelijk zijn van de
organisator omdat zij zelf geen aanvraag kunnen indienen, in de geest van de regeling
ook volledig gecompenseerd gaan worden. Is de Minister bereid om in gesprek te gaan
met de sector, te weten vertegenwoordigers namens zzp’ers en vertegenwoordigers namens
organisatoren, samen met het Platform Arbeidsmarkt Culturele en Creatieve Toekomst
(Platform ACCT), om te komen tot een oplossing die tegemoet komt aan de geest van
de regeling en de wensen van de sector? Is de Minister bereid toe te zeggen om het
voor deze regeling beschikbare bedrag uit te breiden indien zou blijken dat aanvragende
organisatoren wegens een ontoereikend budget niet meer voor honorering in aanmerking
zouden komen en dit tekort het rechtstreeks gevolg is van het beter compenseren van
zzp’ers dan waarop zij op grond van de annuleringsbepaling in hun contract privaatrechtelijk
gezien recht zouden hebben gehad?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de regeling pas begin volgend jaar zal
worden opgesteld. Het gaat hierbij om kosten die gemaakt zijn in de periode van 10 juli
tot en met 24 september. Dat is al een flinke tijd geleden. Waar kunnen organisatoren
heen als zij in acute financiële problemen zijn gekomen doordat zij wel kosten hebben
gemaakt, maar nog geen tegemoetkoming hebben gekregen? Is het eventueel mogelijk om
een tijdelijk voorschot uit te keren? Zijn er signalen bekend dat dit voor financiële
problemen heeft gezorgd? Is het op enige manier mogelijk dit soort regelingen sneller
uit te voeren, mede met het oog op de nieuwe beperkingen die op dit moment gelden
voor de sector en eventuele toekomstige beperkingen? Wanneer kunnen organistoren van
verboden evenementen in de huidige periode (november/december) rekenen op hun tegemoetkoming?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met interesse kennisgenomen van de onderhavige brief.
Het lid van de BBB-fractie maakt zich grote zorgen over de evenementenbranche nu deze
branche al twee jaar de directe gevolgen van de covidcrisis ondergaan en er geen duidelijke
perspectieven en routekaarten voor deze branche beschikbaar zijn. Even gloorde er
hoop in september maar inmiddels zijn al hun voorbereidingen richting een nieuw seizoen
letterlijk en figuurlijk afgebroken.
Het lid van de BBB-fractie onderkent met de branche dat de nieuwste maatregelen niet
alleen op de korte maar ook op de langere termijn grote effecten hebben. Het toch
al broze vertrouwen van bezoekers, deelnemers, organisatoren, medewerkers en opdrachtgevers
heeft immers een nieuwe deuk opgelopen, die tot ver in 2022 en daarna te voelen zal
zijn. Eventplatform gaf in zijn brief van 15 november aan dat niet alleen de kaartverkoop
voor evenementen tot 4 december maar ook die voor evenementen die gepland staan ver
na deze periode van 3 weken volledig tot stilstand is gekomen. In diezelfde brief
meldt Eventplatform dat opties en opdrachten voor het eerste kwartaal van 2022 in
de (zakelijke) evenementenmarkt nu al worden ingetrokken, dat sponsoren en partners
van festivals en andere evenementen zich terugtrekken en dat kennis en ervaring verdwijnt
uit de branche. Inmiddels zijn de maatregelen uitgebreid tot 18 december en hangt
een verlenging of zelfs verzwaring in de lucht.
Het lid van de BBB-fractie vindt dan ook dat alle regelingen, waaronder ook de ATE,
doorgetrokken moeten worden tot en met het tweede kwartaal van 2022. De evenementenbranche
is namelijk geen winkel of café dat op het moment van opening weer redelijk in bedrijf
kan komen. Evenementen vragen commitment van vele partijen en de planningsscope is
vaak minimaal een half jaar.
Het lid van de BBB-fractie onderkent dat, door het opengooien van evenementen in september,
de loonkosten van bedrijven in de branche weer aanzienlijk zijn gestegen en dat ook
de huur en andere vaste lasten weer op het niveau zitten van voor de start van de
crisis. De regelingen voor overheadkosten zijn echter gestopt en daarom is alle steun
nodig.
Het lid van de BBB-fractie vraagt daarom concreet om de volgende steunmaatregelen.
Is de Minister bereid de TRSEC en de ATE te verlengen tot en met tenminste het tweede
kwartaal van 2022? Is de Minister bereid het gesubsidieerde dekkingspercentage van
de TRSEC en de ATE te verhogen tot 100 procent? Is de Minister bereid de Suppletieregeling
Evenementen in stand te laten zolang er een beperking is op bezoekerscapaciteit? Is
de Minister bereid tot instelling van een generieke of desnoods branche-specifieke
steunmaatregel die vergelijkbaar is met de NOW, de Tijdelijke overbruggingsregeling
zelfstandig ondernemers (Tozo), de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
en de TVL, in die zin dat zowel loonkosten als andere vaste (huur)lasten worden gedekt?
Is de Minister bereid de limieten van de TVL en de Vaste lasten voor onder andere
Nachtsluiting (VNL) van 1,8 miljoen euro te verhogen of op te heffen? Is hij tevens
bereid een soortgelijke ruimte te bieden na 1 januari 2022? De crisis duurt immers
al 20 maanden en voor veel grotere bedrijven zijn de TVL en de VLN door voornoemd
maximum volstrekt niet meer dekkend.
Het lid van de BBB-fractie hoort graag van de Minister of hij de noodzaak van steun
aan de evenementenbranche ook onderkent, of hij ook van mening is dat de schade voor
deze branche zeker zes maanden na het opheffen van maatregelen nog door kan werken
en of en in welke mate hij de voorgestelde steunmaatregelen tot uitvoering zal brengen
en, zo nee, waarom niet?
II Antwoord / Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Azarkan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier