Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het bericht 'Westlandse politiek houdt komst islamitische school opnieuw tegen'
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Westlandse politiek houdt komst islamitische school opnieuw tegen» (ingezonden 5 november 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 3 december
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuwsbericht «Westlandse politiek houdt komst islamitische
school opnieuw tegen»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Hoe kijkt u er tegen aan dat bepaalde gemeentes actief ontmoedigingsbeleid voeren
om geen islamitische basisschool te laten vestigen in hun gemeente? Kunt u een toelichting
geven?
Antwoord 2
Ik vind het betreurenswaardig dat in deze gevallen geen gehoor wordt gegeven aan het
unieke kenmerk van ons onderwijsbestel, waarin het mogelijk is voor ouders om een
school te stichten die past bij hun levensovertuiging. Deze vrijheid is een groot
goed die voor alle ouders geborgd zou moeten zijn.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat de vestiging van een islamitische basisschool van stichting
Yunus Emre in het Westland opnieuw is uitgesteld, terwijl u vorig jaar al had geëist
om de vestiging van de basisschool toe te laten?
Antwoord 3
Ik heb op 8 juli 2020 namens de gemeente Westland een indeplaatsstellingsbesluit genomen
over het Plan van scholen 2021–2024. De gemeenteraad heeft dit indeplaatsstellingsbesluit
op 1 juli jl. ingetrokken. Op 28 oktober hebben mijn ambtenaren in gesprek met de
gemeenteraad verzocht dit intrekkingsbesluit ongedaan te maken. De gemeenteraad heeft
hier geen gehoor aan gegeven. Ik heb daarom met de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties een voordracht tot vernietiging van het besluit van de gemeenteraad
van Westland gedaan, zodat de school alsnog kan worden gesticht.
Vraag 4
Deelt u de mening dat ouders het recht hebben om een (bijzondere) school op te richten
op basis van artikel 23 van de Grondwet inzake vrijheid van onderwijs en de nieuwe
Wet meer ruimte voor nieuwe scholen als er aantoonbaar voldoende interesse van ouders
en leerlingen bestaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja, ik deel de mening dat ouders dat recht hebben.
Vraag 5
Bent u op de hoogte van het feit dat er voldoende handtekeningen zijn verzameld door
stichting Yunus Emre om een vestiging in het Westland te openen? Zo nee, wat vindt
u hiervan?
Antwoord 5
Ja. De stichting heeft met een prognoseberekening (waarvan de Raad van State heeft
geoordeeld dat deze klopt) aangetoond dat de school op het Plan van scholen dient
te komen.
Vraag 6, 7, 8
Erkent u dat het argument van de drie Westlandse partijen (Westland Verstandig, GemeenteBelang
Westland en LPF Westland) dat zij geen draagvlak zien voor de vestiging van een islamitische
basisschool stoelt op een niet gestaafde, subjectieve en selectieve waarneming? Zo
nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het toegeven aan het argument «Heel veel Westlanders zijn tegen»
van de drie betreffende partijen (Westland Verstandig, GemeenteBelang Westland en
LPF Westland) een toegeving aan xenofobie is? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat gemeenten het oprichten van een school niet mogen tegenhouden
op basis van xenofobe en ongefundeerde redenen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6, 7, 8
Juridisch is vastgesteld dat de school mag worden gesticht. Ik vind het dan ook kwalijk
dat een meerderheid van de gemeenteraad in Westland zich niet aan de wet wil houden.
Dat is ernstig want het raakt aan de grondslagen van onze rechtstaat. De Raad van
State heeft in deze casus een duidelijke uitspraak gedaan en de gemeente heeft al
enkele beroepszaken verloren. De school voldoet aan alle wettelijke eisen en mag dan
ook worden gesticht.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het bij het vestigen van een bijzondere onderwijsinstelling
vooral belangrijk is om te kijken naar de mensen die er wel behoefte aan hebben en
die er wel gebruik van wensen te maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het is inderdaad zo dat bij het vestigen van een (bijzondere) school, het van belang
is dat daar voldoende behoefte aan is. Per 1 februari 2021 is voor het primair onderwijs
de wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen in werking getreden. Hiermee is ook de stichtingssystematiek
aangepast. Een van de voorwaarden om een nieuwe school te mogen stichten, is dat de
betreffende school, door middel van ouderverklaringen, kan aantonen dat er voldoende
belangstelling is voor de nieuwe school. Aan de hand van de ouderverklaringen maakt
de initiatiefnemer op wettelijk voorgeschreven wijze een prognose, waaruit blijkt
dat de nieuwe school op duurzame belangstelling kan rekenen.
Vraag 10
Klopt het dat u in de richting van de Westlandse gemeenteraad heeft gezegd dat een
nieuw scholenplan in de situatie van Yunus Emre geen vereiste zou zijn, en dat daarvoor
het plan voor 2021–2024 kan blijven gelden? Staat u nog steeds achter deze uitspraak?
Antwoord 10
Aan de gemeente Westland is kenbaar gemaakt dat wanneer de school niet zou starten
met ingang van 1 augustus 2021, het overgangsrecht van de nieuwe wet Meer Ruimte voor
Nieuwe Scholen geldt. Dat betekent dat de school van rechtswege voor bekostiging in
aanmerking komt met ingang van 1 augustus 2022. Daarvoor hoeft geen nieuw plan van
scholen te worden vastgesteld.
Vraag 11
Klopt het dat u vorig jaar al dreigde met een zogeheten indeplaatsstelling waarmee
de gemeenteraad opzij wordt gezet en de school toestemming krijgt om zich in het Westland
te vestigen?
Antwoord 11
Op 9 juli 2020 heb ik voor de tweede keer een indeplaatsstellingsbesluit genomen waarmee
ik het plan van scholen 2021–2024, met daarop deze school, heb vastgesteld.
Vraag 12
Klopt het dat het hoogste rechtscollege vorig jaar oordeelde dat u de onwillige gemeenteraad
terecht passeerde? Zo ja, kunt u uitleggen waarom de drie betrokken partijen in de
gemeenteraad nog steeds het besluit kunnen blokkeren?
Antwoord 12
In 2020 heeft de Raad van State tot driemaal toe geoordeeld dat de school er moet
komen. Twee indeplaatsstellingsbesluiten en drie uitspraken van de Raad van State
ten spijt, blijft de gemeenteraad zich verzetten tegen de stichting van de school.
Vraag 13
Bent u bereid om wederom een besluit tot indeplaatsstelling te nemen? Zo ja, wanneer?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Gezien het overgangsrecht van de nieuwe wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen is geen
derde indeplaatsstelling nodig, maar schrijft de wet dwingend voor dat de school op
1 augustus 2022 moet kunnen starten.
Vraag 14
Bent u bereid hier spoed achter te zetten, gezien het feit dat de vestiging al sinds
2016 wordt geblokkeerd en het proces al veel van de oprichters en betrokkenen heeft
gevraagd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Zoals uit mijn handelen mag blijken heeft deze zaak voor mij zeker urgentie.
Vraag 15
Zijn er sanctiemogelijkheden als de gemeenteraad de vestiging van de islamitische
basisschool blijft blokkeren en de rechterlijke uitspraken blijft negeren? Zo ja,
bent u bereid deze toe te passen?
Antwoord 15
Daar loop ik nu niet op vooruit. Het belangrijkste is dat de school voldoet aan alle
wettelijke eisen en er daarom moet komen. De school moet volgend schooljaar kunnen
starten. De gemeente is wettelijk verplicht mee te werken en huisvesting te regelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.