Schriftelijke vragen : Een door FMO gefinancierd bedrijf dat is veroordeeld voor een moordcomplot in Honduras
Vragen van de leden Teunissen en Van Raan (beiden PvdD) aan de ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Financiën over een door FMO gefinancierd bedrijf dat is veroordeeld voor een moordcomplot in Honduras (ingezonden 1 december 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «FMO financierde bedrijf achter moordcomplot» in het
Financieel Dagblad van 23 juli jl. over de moord op de Hondurese activist Berta Cáceres1 en de ontwikkelingen in deze zaak in de afgelopen maanden? Wat is uw reactie op
dit bericht?
Vraag 2
Erkent u dat er in deze zaak fouten zijn gemaakt door de Financieringsmaatschappij
voor Ontwikkelingslanden (FMO)? Zo ja, heeft u contact gezocht met FMO om opheldering
te krijgen en te onderzoeken wie er verantwoordelijk zijn geweest voor de gemaakte
fouten? Zo nee, hoe beoordeelt u de rol van FMO in de gebeurtenissen rondom de moord
op Cáceres?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat maatschappelijke organisaties vanaf 2011 meermaals bij zowel
u als FMO aandacht hebben gevraagd voor de sociale en politieke context in het gebied
in Honduras waar het Agua Zarca project plaatsvond? Klopt het dat zij in brieven en
gesprekken regelmatig wezen op het risico op conflictescalatie?
Vraag 4
Deelt u de reactie van FMO dat het vonnis schokkend is? Hoe rijmt u de verbazing over
het vonnis met de frequente waarschuwingen vanuit het maatschappelijk middenveld richting
uw ministerie? Bent u het ermee eens dat deze verbazing duidt op een gebrek aan aandacht
vanuit FMO en het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de signalen van direct betrokkenen
bij deze en andere projecten van de bank?
Vraag 5
In de context van alle waarschuwingen die Berta Cáceres en COPINH aan het adres van
FMO en het Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben gemaakt ten tijde van de financiering,
en de hoge risico-omstandigheden van het Agua Zarca project, hoe is het naar uw mening
mogelijk dat FMO fouten heeft gemaakt in haar primaire taak om de geldstromen te monitoren?
Wat heeft het ministerie gedaan om ervoor te zorgen dat de controleplicht van FMO
goed werd uitgevoerd?
Vraag 6
Zijn naar uw mening de controlemechanismes binnen het Ministerie van Buitenlandse
Zaken op orde? Zo nee, waar ziet u noodzaak voor verbetering? Zo ja, welke controlemechanismes
zijn volgens u niet goed gevolgd?
Vraag 7
Welke «safeguards» moet FMO volgens u verankeren in het huidige besluitvormingsmodel,
die ervoor zouden moeten zorgen dat dergelijke signalen serieus genomen worden? Welke
verbeteringen in het proces zal u voorstellen?
Vraag 8
Hoe draagt u er zorg voor dat FMO een gender-lens in haar beleid verankert en juist
ook vrouwen de mogelijkheid geeft signalen te geven?
Vraag 9
Verbindt u consequenties aan de steken die FMO ogenschijnlijk in het kader van de
Agua Zarca-financiering heeft laten vallen, en zo ja, welke zijn dat?
Vraag 10
Wat is uw inzet richting de nieuwe strategie van FMO? Op welke wijze adresseert deze
strategie de bestaande problemen in de aanpak van FMO omtrent repressie van lokaal
activisme tegen door FMO gesteunde projecten? Op welke manier betrekt u de lessen
uit Agua Zarca in dit strategieproces?
Vraag 11
Bent u het ermee eens dat het van groot belang is dat de opdrachtgevers voor de moord
op Berta Cáceres worden vervolgd? Ben u het ermee eens dat om dit te kunnen bereiken
transparantie over het Agua Zarca project nodig is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent
u bereid ervoor te zorgen dat de nabestaanden inzage krijgen in de (compliance) dossiers
van FMO?
Vraag 12
Bent u bereid om het onderzoek naar mogelijke opdrachtgevers van de moord te bevorderen
door zoveel mogelijk inzage te geven in de cliëntanalyse van FMO en alle communicatie
met zowel de medewerkers als het bestuur van het project?
Vraag 13
Bent u bereid grondig onderzoek te doen naar de financiering van en de financiële
terugtrekking uit het Agua Zarca project, waarbij in ieder geval wordt meegenomen
welke controles er waren op de autorisatie van de betalingen aan het Agua Zarca project,
wie daarvoor verantwoordelijk was en hoe het mogelijk is dat FMO de zaken zoals genoemd
in het FD-artikel over het hoofd heeft gezien? Zo ja, bent u bereid in dat onderzoek
het structurele karakter van dergelijke fouten bij FMO ook mee te nemen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 14
Bent u van mening dat de Nederlandse overheid alsnog verantwoordelijkheid moet nemen
voor de onherstelbare materiele en immateriële schade die het project heeft veroorzaakt?
Zo ja, hoe gaat u dit doen?
Vraag 15
Wat is uw mening over de in het artikel genoemde stelling van FMO dat «een vraag die
opnieuw en prangender voor ons ligt, is in hoeverre FMO nog actief kan en wil zijn
in fragiele staten met ontoereikende wet- en regelgeving, waar de rule of law beperkt
wordt gehandhaafd»? Bent u bereid zich in te zetten voor een gewijzigd mandaat waarbinnen
FMO juist wel actief kan zijn in fragiele staten, waarbij de gemeenschappen die dienen
te profiteren van economische ontwikkeling aan de basis staan van te ontwikkelen projecten?
Zo ja, welke veranderingen moeten er volgens u bij FMO plaatsvinden om dit mogelijk
te maken?
Vraag 16
Bent u bekend met het bericht «Streep door omstreden lening aan Hondurese bank» in
het Financieel Dagblad van 19 mei 20212 over de ingetrokken lening van FMO aan de Hondurese bank FICOHSA, die wordt beschuldigd
van betrokkenheid bij de financiering van Agua Zarca?
Vraag 17
Kunt u bevestigen dat FMO geen informatie deelt over waarom is besloten de lening
aan FICOHSA niet door te laten gaan en het proces waarmee dit besluit is genomen?
Vraag 18
Bent u het ermee eens dat het, juist na wat er is gebeurd in het Agua Zarca project,
van groot maatschappelijk belang is om transparant te zijn over dergelijke omstreden
financieringsaanvragen, juist voor het verbeteren van de omstandigheden in landen
waar FMO zich op richt? Bent u bereid bij FMO aan te dringen deze informatie te delen
met in ieder geval belanghebbende maatschappelijke organisaties?
Vraag 19
Herinnert u zich uw antwoord op eerdere vragen van het lid Teunissen en van Raan waarin
u stelde dat er geen grote problemen zitten in de analyses op het gebied van Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) die door FMO worden uitgevoerd?3Bent u nu wel bereid te erkennen dat FMO structureel tekort schiet in het identificeren
van risico’s van een financiering voor de lokale bevolking en hun leefomgeving, en
het niet om incidenten gaat? Zo ja, welke stappen gaat u zetten om dit te verbeteren?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Gericht aan
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
Christine Teunissen, Kamerlid -
Medeindiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.