Schriftelijke vragen : De Grenseffectenrapportage 2021 dossier 2 'Impact analyse van de toekomst van thuiswerken voor grensarbeiders na COVID-19'van de Maastricht University
Vragen van het lid Strolenberg (VVD) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Grenseffectenrapportage 2021 dossier 2 «Impact analyse van de toekomst van thuiswerken voor grensarbeiders na COVID-19» van de Maastricht University (ingezonden 24 november 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de passage «Impact analyse van de toekomst van thuiswerken voor
grensarbeiders na COVID-19» uit de Grenseffectenrapportage 2021?1
Vraag 2
Bent u het eens dat de in het rapport genoemde mogelijke gevolgen van het thuiswerken
na de tijdelijke maatregelen, zoals: een verschuiving van de belastingheffing, het
geen recht meer hebben op fiscale faciliteiten en voordelen en een administratieve
lastenverzwaring voor grensarbeiders, impact hebben op sociale zekerheid en fiscaliteit
van thuiswerkende grensarbeiders? Zo ja, hoe kijkt u hiernaar en bent u bereid om
voor deze gevolgen op politiek niveau nieuwe initiatieven te ontplooien? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 3
Constaterende dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Kamer heeft
toegezegd om voor het einde van het jaar te komen met een langeretermijnvisie over
grensarbeid en thuiswerken met de Staatssecretaris van Financiën2 (dit zou het SER-advies over hybride werken, dat nog moet komen, opvolgen3), wat is de stand van zaken hieromtrent? En wat is het beoogde tijdpad als we letten
op het aflopen van de tijdelijke maatregelen ter neutralisering van de fiscale en
sociale zekerheidsgevolgen?
Vraag 4
Wat bent u van plan te doen met de tijd tussen de implementatie van de langeretermijnvisie
over grensarbeid en thuiswerken (dat eind 2021 moet komen) en de aflopende tijdelijke
maatregelen ter neutralisering van de fiscale en sociale zekerheidsgevolgen? Is een
verlenging van de maatregelen beoogd zowel als overbrugging als door de aanhoudende
pandemie?
Vraag 5
Welk percentage thuiswerken zou worden beoogd, nu 40% meerdere malen wordt genoemd?
Zijn er voornemens om de behoefte te meten?
Vraag 6
Bent u het eens dat het voordelig zou kunnen zijn als Nederland samen met de buurlanden,
eventueel in Benelux verband, samenwerkt om een overeenkomst als in artikel 8 of artikel
16 van de Verordening 883/2004 te bewerkstelligen?
Vraag 7
Bent u in staat om deze vragen binnen een termijn van drie weken te beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.F. Strolenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.