Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kathmann over de verwarring die ontstaan is over welke dienst er bij de politie verantwoordelijk is voor de aanpak van ondermijning
Vragen van het lid Kathmann (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de verwarring die ontstaan is over welke dienst er bij de politie verantwoordelijk is voor de aanpak van ondermijning (ingezonden 25 oktober 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 november
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 672.
Vraag 1
Kent u het bericht «Politiebond is woedend»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het voor iedereen bij de politie en het Openbaar Ministerie
(OM) haarfijn duidelijk moet zijn wat het werkterrein, de taken, de competenties en
bevoegdheden van respectievelijk het Multidisciplinair Interventie Team (MIT), de
Taskforce Aanpak Criminele Machtsstructuren (ACM) en het Strategisch Kenniscentrum
voor Georganiseerde en Ondermijnende Criminaliteit in oprichting zijn of gaan worden?
Zo ja, waarom is dat dan klaarblijkelijk niet het geval? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het multidisciplinair interventieteam (MIT) en strategisch kenniscentrum georganiseerde,
ondermijnende criminaliteit (SKC) maken onderdeel uit van het breed offensief tegen
georganiseerde, ondermijnende criminaliteit en zijn op dit moment nog in oprichting.
Vanzelfsprekend dienen de (uiteindelijke) werkzaamheden voor alle partijen duidelijk
te zijn. De taskforce aanpak criminele machtsstructuren betreft geen nieuw organisatieonderdeel
maar is een samenwerking vanuit de diensten van de Landelijke Eenheid (LE) en staat
onder het bevoegd gezag van het Landelijk Parket (LP). In juli heeft de LE in samenspraak
met het LP besloten tot een gerichte aanpak met een her prioritering en -verdeling
van haar capaciteit naar aanleiding van de urgentie die ontstond na de moord op Peter
R. de Vries. Dit past binnen de huidige taakstelling van de LE.
Vraag 3
Kunt u in duidelijke bewoordingen in een schema aangeven wat het werkterrein, de taken,
de competenties en bevoegdheden van de genoemde organisaties zijn?
Antwoord 3
Werkterrein (inter)nationale, georganiseerde criminaliteit
Taken
Bevoegdheden
Competenties
Strategisch kenniscentrum (SKC)
Entiteit:
Over de organisatorische positionering van het SKC wordt nog een besluit genomen.
Beleidsmatige strategische kennisontwikkeling, kennisverspreiding en advisering.
Integrale en strategisch beelden opstellen over de aard, omvang, trends, ontwikkelingen
en dreigingen met betrekking tot georganiseerde ondermijnende criminaliteit.
Geen wettelijke bevoegdheden. De strategische beelden zijn bedoeld om bestuur, gezag
en partners te faciliteren bij het maken van strategische en tactische keuzes, de
prioritering op langere termijn en het formuleren van doelstellingen.
Geen formele (organisatie) competenties. Gezien de fase van ontwikkeling worden deze
later vastgesteld.
Multidisciplinair interventieteam (MIT)
Entiteit:
Samenwerkingsverband o.g.v. gegevensdeling en operaties (korte termijn)
Eigen bevoegdheden op het gebied van informatieverwerving en verwerking (lange termijn)
Operationeel
Blootleggen en duurzaam verstoren van criminele structuren, bedrijfsprocessen en verdienmodellen
die verweven zijn met of misbruik maken van legale structuren en de legale economie
Wettelijke bevoegdheden van deelnemende organisaties (politiewet, algemene douanewet,
algemene wet rijksbelasting etc.)
Voor wat betreft gegevensdeling toegepast op basis van een convenant voor de gegevensdeling.
Een instellingsbesluit voor het beheer en de aansturing van de geoormerkte capaciteit
t.b.v. de samenwerking
Maken van integrale data-analyses voor systeem – of operationele interventies gericht
op verstoren van criminele bedrijfsproces.
Uitgevoerd/gepleegd door de deelnemende organisaties en/of partners
Taskforce aanpak criminele machtsstructuren
Entiteit:
Samenwerking in de vorm van een overkoepelend strafrechtelijk onderzoek vanuit de
diensten van de Landelijke Eenheid van de politie onder het bevoegd gezag van het
Landelijk Parket (LP) van het Openbaar Ministerie
Operationeel
Artikel 3 politiewet;
Opsporen van strafbare feiten
Meer specifiek m.b.t. de taskforce: de aanpak van zware, georganiseerde criminaliteit.
Daarnaast hebben de diensten van de Landelijke Eenheid een breder scala aan taken
op het gebied van regio-overschrijdend en specialistisch politiewerk
Bijzondere opsporingsbevoegdheden
Wetboek van strafvordering
Opsporen, aanhouden van verdachten van strafbare feiten.
Vraag 4
Deelt u de mening dat iedere competentiestrijd, tussen verschillende onderdelen waar
de politie in vertegenwoordigd is, uit den boze zou moeten zijn omdat dat de effectiviteit
van de opsporing niet ten goede kan komen? Deelt u dan ook de mening dat bij de politieleiding
allen neuzen dezelfde kant op moeten staan? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja deze mening deel ik. Voor een effectieve aanpak van de georganiseerde, ondermijnende
criminaliteit is een integrale, multidisciplinaire aanpak op alle niveaus noodzakelijk.
Om versnippering van beschikbare capaciteit en informatie tegen te gaan is een overheidsbrede
bundeling van de informatie, capaciteit, bevoegdheden en coördinatie van alle relevante
diensten/organisaties noodzakelijk. De samenwerking tussen de deelnemende organisaties
in het MIT en SKC geeft hieraan invulling op (inter)nationaal niveau. Onderlinge concurrentie
en geruzie over wie welke taak heeft zijn hiervoor niet bevorderlijk. Zoals uw Kamer
tijdens het rondetafelgesprek van 16 september jl. heeft kunnen vernemen steunt de
politie het gedachtegoed achter, de samenwerking in en de uitgangspunten van het MIT.
Vraag 5
Wie is voor buitenlandse diensten op dit moment het aanspreekpunt bij de politie in
Nederland?
Antwoord 5
Verschillende overheidsorganisaties zijn betrokken bij de aanpak van de internationale
georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Deze organisaties hebben zowel opsporing
als toezicht- en handhaving tot taak. Voor de politiële rechtshulp verloopt het contact
met buitenlandse politiediensten via het Landelijk informatie en rechtshulp centrum
(LIRC) bij de LE. De justitiële rechtshulp verloopt via het internationaal rechtshulpcentrum
bij het OM. De belastingdienst en de douane hebben voor de internationale samenwerking
met buitenlandse diensten een eigen internationale afdeling.
Vraag 6
Is het waar dat zowel het MIT als het nieuwe kenniscentrum inzage in de hoeveelheid
data uit criminele chatdiensten zoals Encrochat en Sky willen? Zo ja, waarom zijn
meerdere diensten hiermee bezig en is dit efficiënt omgaan met de beschikbare capaciteit
bij de politie? Zo nee, wat is dan niet waar?
Antwoord 6
Momenteel wordt juridisch onderzocht of de data verkregen uit de genoemde opsporingsonderzoeken
door de deelnemende organisaties in het MIT kan worden gebruikt voor gezamenlijke
analysedoeleinden, en onder welke voorwaarden en waarborgen binnen de bestaande kaders.
Deze analyses zijn voornamelijk gericht op het verkrijgen van een diepgaand inzicht
in criminele fenomenen en dus niet direct op het starten van nieuwe opsporingsonderzoeken.
Wanneer de data breder beschikbaar kan worden gesteld, kan optimaal gebruik worden
gemaakt van de inzichten verkregen uit deze data. Ook kan de schaarse analysecapaciteit
hierdoor worden ontlast.
Vraag 7
Deelt u de mening van de voorzitter van de Nederlandse politiebond dat er sprake is
van «het falende leiderschap en de verfoeilijke cultuur waar we keihard vanaf moeten»?
Zo ja, wat gaat u doen om hierin verandering te brengen? Zo nee, waarom deelt u die
mening niet?
Antwoord 7
De politie werkt daar waar nodig aan de ontwikkeling tot meer openheid, wederzijds
vertrouwen en duidelijk leiderschap. Dat steun ik en ik spreek daar regelmatig met
de Korpsleiding over.
Vraag 8
Begrijpt u de uitspraak van de voorzitter van de Nederlandse politiebond dat duizenden
professionals bij de politie zich «de vouwen uit hun broek» werken in de bestrijding
van ondermijning terwijl leidinggevenden zich eerder laten leiden door hun «ego, hun
eigen team, dienst, eenheid of zelfs korps»? Zo ja, waarom begrijpt u die uitspraak?
Zo nee, waarom begrijpt u die niet?
Antwoord 8
Alle professionals werken met toewijding aan de aanpak van ondermijning. Het is van
groot belang dat professionals op de werkvloer actieve steun ervaren van hun leidinggevenden
tijdens de uitoefening van hun wettelijke taak. Zeker daar waar het gaat om de aanpak
van ernstige vormen van criminaliteit, zoals de aanpak van de georganiseerde misdaad.
Vraag 9
Waarom heeft het hoofd van de Landelijke Recherche het over «dedicated officieren
van justitie» die vrijgemaakt zijn om de onderzoeken aan te sturen terwijl het Landelijk
Parket zegt liever niet te spreken van termen als een taskforce of dedicated officieren?
Hoe kan daar verwarring over bestaan? Bestaan die taskforce en de dedicated officieren?
Antwoord 9
De taskforce aanpak criminele machtsstructuren betreft geen nieuw organisatieonderdeel
maar is een samenwerking vanuit de diensten van de Landelijke Eenheid (LE) en staat
onder het bevoegd gezag van het Landelijk Parket (LP). In juli heeft de LE in samenspraak
met het LP besloten tot een gerichte aanpak met een her prioritering en -verdeling
van haar capaciteit naar aanleiding van de urgentie die ontstond na de moord op Peter
R. de Vries.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Helder (PVV),
ingezonden 22 oktober 2021 (vraagnummer
2021Z18369).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.