Verslag van een werkbezoek : Verslag van deelname aan een interparlementaire bijeenkomst van de landbouwcommissie (AGRI) van het Europees Parlement over de ontwikkeling van Nationaal Strategisch Plannen in de lidstaten (herdruk)
35 969 Verslag van deelname aan een interparlementaire bijeenkomst van de landbouwcommissie (AGRI) van het Europees Parlement
A/Nr. 1 Herdruk1
VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE COMMISSIEVERGADERING
Vastgesteld 19 november 2021
Op 18 november 2021 vond een interparlementaire commissievergadering plaats in het
Europees Parlement te Brussel over de ontwikkeling van Nationaal Strategisch Plannen
in de lidstaten. De interparlementaire commissievergadering werd georganiseerd door
de landbouwcommissie (AGRI) van het Europees Parlement.
De conferentie had de vorm van een gemeenschappelijke vergadering van leden van nationale
parlementen en leden van de landbouwcommissie (AGRI) van het Europees Parlement. Namens
de commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer nam het lid
Koekkoek (Volt) deel. Namens de Eerste Kamer nam het lid Kluit (Groenlinks) deel.
De Nederlandse delegatie brengt als volgt verslag uit over haar deelname aan de digitale
conferentie in Brussel.
Inleidingen
De opening werd gedaan door Europarlementariër Katainen, vicevoorzitter van de AGRI
commissie in het Europees Parlement. Zij gaf aan dat het Europees Parlement in de
plenaire vergadering van november zal stemmen over de drie triloog akkoorden op de
wetgevende voorstellen voor het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). Dit in combinatie
met de deadline voor de lidstaten om voor 31 december 2021 de Nationaal Strategische
Plannen in te dienen, maakt dat de interparlementaire conferentie op een zeer belangrijk
moment komt.
De eerste inleider was de Sloveens Minister van Landbouw, bosbouw en voedsel, Mr Jože
Podgoršek. In zijn inleiding benadrukte hij dat de Nationaal Strategische Plannen
de hervorming van het GLB moeten gaan vorm geven. Het opstellen van de Nationaal Strategisch
Plannen is daarmee een grote uitdaging voor de lidstaten. Juist daarom zijn volgens
hem uitwisselingen tussen de lidstaten op het niveau van de Raad, zoals in oktober
jl., en het niveau van de nationale parlementen, zoals bij deze conferentie, essentieel.
Daarnaast is de Sloveens Minister ingegaan op het lopende proces in Slovenië bij de
totstandkoming van het Nationaal Strategisch Plan.
De tweede inleider was mevrouw Sophie Primas, voorzitter van de commissie Europese
Zaken in de Franse senaat. In haar inleiding benadrukte ze dat het volgens haar belangrijk
is dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid wel echt gemeenschappelijk beleid blijft.
De invulling van subsidiariteit middels de Nationaal Strategische Plannen kan volgens
haar een risico zijn waar men alert op moet blijven. Daarnaast ging zij in haar inleiding
in op de totstandkoming van het Nationaal Strategisch Plan in Frankrijk. Afsluitend
gaf zij aan dat de Franse Senaat drie prioriteiten heeft meegegeven in het kader van
het aankomende Frans voorzitterschap van de EU (1 januari 2022 tot en met 30 juni
2022): (1) landbouw soevereiniteit en voedselveiligheid, (2) versterken van de band
tussen landbouw en samenleving, en (3) aandacht voor de generatiewissel (en daarmee
aandacht voor jonge boeren).
Sessie 1 – Hoe worden de strategische GLB-plannen afgestemd op de doelstellingen van
de Green Deal?
De eerste sessie werd ingeleid door dhr. Fortuna, journalist bij Euractiv. Hij gaf
aan dat het Nationaal Strategisch Plan de hoeksteen is van het GLB. Lidstaten hebben
in deze periode een rechtstreekse verantwoordelijkheid voor de uitvoering en resultaten
van het GLB. Ook hij benadrukte in dat kader wel dat er een risico is dat dit veel
lasten met zich mee brengt voor lidstaten en dat het GLB nationaal dreigt te worden
in plaats van een echt gemeenschappelijk beleid. Verder benadrukte hij in zijn verhaal
enkele belangrijke elementen voor de Nationaal Strategische Plannen, zoals de nieuwe
groene structuur, de connectie met de Green Deal en de ecoregelingen.
De eerste inleidende speech in deze sessie werd gegeven door Peter Jahr, rapporteur
namens het Europees Parlement op de verordening strategische GLB-plannen. Hij gaf
aan dat de hervorming van het GLB naar een meer prestatiegericht systeem op het juiste
moment komt. Het is nu aan lidstaten om in het Nationaal Strategisch Plan tot maatregelen
te komen die de gezamenlijke doelstellingen verwezenlijken. Daarbij moet volgens hem
aandacht zijn voor 3 dimensies: economisch, ecologisch en sociaal. Ook moet volgens
hem voldoende aandacht zijn voor de doelstellingen die voort komen uit de Green Deal. Ook al zit de referentie naar de Green Deal alleen in de overwegingen van de verordening, volgens dhr. Jahr moeten lidstaten wel
proberen de doelstellingen uit de Green Deal en daaraan gelieerde strategieën mee te nemen in het Nationaal Strategisch Plan.
De tweede inleidende speech in deze sessie werd verzorgd door Petr Orel, vicevoorzitter
van de commissie Europese Zaken en lid van de subcommissie landbouw van de Tsjechische
Senaat. Hij gaf een uitgebreide toelichting op het proces voor de totstandkoming van
het Nationaal Strategisch Plan in Tsjechië.
De inleidingen werden gevolgd door een debat tussen de leden van het Europees Parlement
en de leden van de nationale parlementen. Verschillende leden beaamden het belang
van aandacht voor de drie dimensies geschetst door dhr. Jahr, economische, ecologische
en sociale duurzaamheid. Enkele leden van de nationale parlementen lieten weten zich
zorgen te maken over het feit dat de finale wetteksten voor de Europese verordening
er nog niet zijn, maar dat wel verwacht wordt dat er op 31 december 2021 Nationaal
Strategische Plannen worden ingediend.
Het lid Koekkoek benadrukte in haar inbreng dat we aan het begin staan van een grote transitie in
de landbouw. Boeren in Europa kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een groene
en schone leefomgeving. Daarom is het van belang dat de gezamenlijke ambities niet
uit het oog worden verloren. De ambities uit de Green Deal en het Fit for 55 pakket worden juridisch bindend nadat de Nationaal Strategische Plannen zijn vastgesteld.
Een van de ambities is om toe te werken naar 25% biologische landbouw in 2030. In
Nederland is dat op dit moment nog maar 3%. Ook is er de ambitie om toe te werken
naar een vermindering van 50% in het pesticidegebruik, de landbouw te extensiveren
en CO2 te gaan opslaan. Dit zijn mooie vooruitzichten voor de groene en schone leefomgeving,
maar zij gaf aan dat burgers daar wel in mee moeten worden genomen. Nederland loopt
niet voorop in de transitie. Er zijn boeren die rond proberen te komen in een markt
met verkeerde verdienmodellen. Als de overheid steeds de regels verandert en plannen
openbreekt, dan is het geen transitie meer die we samen aan gaan. Burgers verliezen
dan het vertrouwen in de overheid en Europa krijgt de schuld. Ze sloot af met aan
te geven dat we weten waar we naar toe gaan. Volgens haar is dat de juiste route.
Daar moeten we niet blind voor zijn maar als Europeanen naar toe werken.
Sessie 2 – Hoe kunnen de lidstaten hun nationale strategische GLB-plannen gebruiken
om meer producentenorganisaties aan te moedigen en te ontwikkelen om de nieuwe uitzonderingen
op de mededingingsregels te gebruiken om de onderhandelingsmacht binnen de toeleveringsketen
opnieuw in evenwicht te brengen?
De tweede sessie werd ingeleid door dhr. Gillman, Agri-food beleid en duurzaamheidscorrespondent
bij IHS Markit. In zijn inleiding benadrukte hij dat de herziening van de verordening
voor de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO-verordening) ervoor zorgt staatssteunregels
worden verzacht voor landbouwproducenten en dat producentenorganisaties verder worden
gesteund. De vraag is nu hoe lidstaten hun Nationaal Strategisch Plan kunnen gebruiken
om producentenorganisaties te steunen.
De eerste inleidende speech werd verzorgd door Europarlementariër Andrieu, rapporteur
op de herziening van de GMO-verordening. Hij gaf aan dat de herziening van de GMO-verordening
er onder andere toe heeft geleid dat er meer ruimte komt voor producentenorganisaties.
Hij gaf aan dat het nu aan de lidstaten is om de nieuwe mogelijkheden voor producentenorganisaties
op te nemen in het Nationaal Strategisch Plan. Door hier gebruik van te maken kan
het inkomen van boeren verbeteren.
De tweede inleidende speech werd gegeven door de heer Manuel González Ramos, lid van
de Landbouw en Visserij commissie in het Spaanse Congres van Afgevaardigden. Hij ging
in op de versterkte mogelijkheden die worden gegeven aan producentenorganisaties die
een belangrijke rol hebben. Daarnaast ging hij in op de mogelijkheden die worden geboden
aan de landbouwsector door middel van uitzonderingen op het mededingingsrecht.
De inleidende woorden werden gevolgd door een debat tussen leden van het Europees
Parlement en leden van nationale parlementen. In het debat kwam het belang van een
sterke positie van producentenorganisaties duidelijk naar voren. Het lid Kluit vroeg in haar inbreng bijzondere aandacht voor de toekomst van jonge boeren. Zij
hebben gezonde grond en een klimaat nodig waarin zij kunnen boeren. Zij gaf aan dat
het in dat kader belangrijk is dat we juist kleine boeren stimuleren. De ecoregelingen
bieden mogelijkheden maar zij vroeg zich af of dit wel voldoende is. Voor wat betreft
de producentenorganisaties in Nederland gaf zij aan dat deze vaak een tussenpositie
innemen. Zij sturen vaak op productiedoelstellingen. Het lid Kluit vroeg zich af of
er niet meer ingezet had moeten worden op de kwaliteit van de omgeving; niet alleen
sturen op economisch rendement, maar ook op maatschappelijk rendement.
In het debat nam ook Europarlementariër Ruissen het woord. Volgens hem staat een eerlijke
prijs voor boeren voorop. Daar spelen producentorganisaties een belangrijke rol in.
Zij krijgen met de aangepaste GMO-verordening meer juridische zekerheid voor wat betreft
contacten tussen leden en afnemers. De onderhandelingsmacht wordt als het ware gebundeld.
Tegelijkertijd wordt ook ruimte gegeven aan leden van de producentenorganisaties om
in te spelen op wensen vanuit de markt en de consument. De heer Ruissen gaf daarnaast
aan dat het belangrijk is om ruimte te geven voor verticale afspraken, met name als
het gaat om afspraken op het vlak van duurzaamheid. Afsluitend zei hij dat het belang
van voedselzekerheid niet uit het oog mag worden verloren, dit is van groot maatschappelijk
belang.
Sessie 3 – Nieuw prestatiemodel voor het GLB 2023–2027 brengt uitdagingen met zich
mee voor nationale overheden: hoe wordt de koppeling gemaakt tussen de doelstellingen
in het Nationaal Strategisch Plan, de resultaatindicatoren en de daadwerkelijke rapportage
en controles om ervoor te zorgen dat daadwerkelijke prestaties kunnen worden beoordeeld?
De laatste sessie stond in het teken van het nieuwe prestatiemodel voor het GLB 2023–2037.
De eerste inleidende speech werd gegeven door Europarlementariër Ulrike Müller, rapporteur
op de horizontale verordening voor financiering, management en monitoring van het
GLB. Zij benadrukte dat het nieuwe model zich richt op prestaties. Dit betekent volgens
haar dat er transparantie moet worden gecreëerd bij betalingen en dat er betere vergunningsprocedures
moeten worden opgezet. Daarnaast zijn er met de nieuwe verordening vereenvoudigingen
voor landbouwers ingevoerd.
De tweede inleidende speech werd gegeven door mevrouw Yngwe, voorzitter van de commissie
voor milieu en landbouw van de Zweedse Riksdag. Zij ging met name in op het huidige
proces in Zweden voor de totstandkoming van het Nationaal Strategisch Plan. Zij gaf
aan dat er in Zweden voor is gekozen om zo dicht mogelijk te blijven bij het programma
voor het GLB van de laatste periode. Dit om boeren duidelijkheid te geven. Daarnaast
ging zij in op enkele uitdagingen die het nieuwe prestatiemodel met zich meebrengt,
bijvoorbeeld als het gaat om het meetbaar maken van resultaten vooral bij innovatieve
maatregelen.
Aansluitend was er een debat tussen leden van het Europees Parlement en leden van
de nationale parlementen. Daarin kwam onder andere naar voren dat het meetbaar maken
van resultaten een uitdaging kan zijn. Daarnaast werd benadrukt dat het belangrijk
is dat landbouwers worden geraadpleegd bij het opstellen van het Nationaal Strategisch
Plan.
Afsluiting door Eurocommissaris Wojciechowski
De interparlementaire commissievergadering werd afgesloten door Eurocommissaris Wojciechowski.
Hij gaaf aan dat de Nationaal Strategische Plannen de sluitsteen zijn van de hervorming
van het GLB. Over 3 maanden wil de Europese Commissie haar eerste waarnemingen presenteren
over de verschillende Nationaal Strategische Plannen. Verder benadrukte de Eurocommissaris
dat het GLB per definitie gemeenschappelijk is omdat het gemeenschappelijke doelstellingen
nastreeft. Het nieuwe GLB en de uitvoering via de Nationaal Strategische Plannen moet
rechtvaardiger en billijker worden. Hij gaf aan dat er meer steun naar kleine en middelgrote
bedrijven moet gaan en dat de toegankelijkheid van ecoregelingen belangrijk is. Verder
benadrukte hij dat het nieuwe GLB groener moet zijn. Er zijn elementen opgenomen uit
de Green Deal. Dit zijn volgens hem politieke doelstellingen, geen juridisch bindende doelstellingen.
Daaraan voegde hij toe dat het Nationaal Strategisch Plan in synergie moet worden
gezien met andere beleidsstukken en wetgeving. Het Nationaal Strategisch Plan kan
niet op zichzelf staan.
De delegatie, Koekkoek Kluit
De griffier van de delegatie, Neefjes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Marieke Koekkoek, Tweede Kamerlid