Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over Israël die zes verschillende Palestijnse ngo’s heeft bestempeld als terroristisch
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Israël die zes verschillende Palestijnse ngo’s heeft bestempeld als terroristisch (ingezonden 28 oktober 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken en van Minister De Bruijn (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 17 november 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten dat Israël Palestijnse ngo's als terroristisch bestempeld?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid bij uw Israëlische ambtsgenoot na te vragen waarom zij zijn overgegaan
deze zes ngo’s specifiek te bestempelen als terroristisch? Zo nee, waarom niet? Hoe
beoordeelt u het feit dat de Verenigde Staten van tevoren niet zijn ingelicht door
Israël? Kunt u toelichten of uw ambtsgenoten van de Verenigde Staten inmiddels meer
informatie hebben ontvangen over dit besluit van Israël?
Antwoord 2
Nederland heeft zowel bilateraal als in EU-verband Israël verzocht om inzage te geven
in de onderliggende informatie die ten grondslag ligt aan het besluit tot listing. Israël heeft aangegeven bereid te zijn de informatie te delen met Nederland via
de geëigende kanalen. De uitvraag hiervoor is gedaan met het verzoek de informatie
zo spoedig mogelijk te delen. Op het moment van beantwoording is deze informatie nog
niet ontvangen. Eerder, in mei 2021, heeft Israël, separaat hiervan, via diplomatieke
kanalen informatie over Palestijnse ngo’s gedeeld. Deze informatie was voor Nederland
geen aanleiding om zijn positie ten aanzien deze ngo’s te herzien. Verzoeken op verschillende
niveaus voor aanvullende informatie brachten hier destijds geen verandering in. Hierover
bent u geïnformeerd via Kamerstuk 23 432 van 12 mei 2021, en via de antwoorden op de schriftelijke vragen van 15 juli 2021
met kenmerk Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3588. Het kabinet is niet op de hoogte van de beweegredenen waarom de VS niet van tevoren
is ingelicht door de Israëlische regering en heeft daar geen oordeel over. Inmiddels
heeft de VS bekend gemaakt meer informatie te hebben ontvangen van Israël, die door
hen momenteel nader bestudeerd wordt. Hierover zullen we het contact zoeken met de
VS.
Vraag 3
Deelt u de zorgen, die ook worden geuit door verschillende mensenrechtenorganisaties
zoals Amnesty International en Human Rights Watch, dat deze ontwikkelingen de internationale
mensenrechtenbeweging ondermijnen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het plaatsen van een organisatie op de nationale terrorismelijst is een zeer ingrijpend
besluit, dat enkel op basis van zwaarwegende gronden genomen zou moeten worden. De
informatie die ten grondslag ligt aan de zes listings is niet openbaar. Nederland heeft in bilaterale contacten en via de EU opgeroepen
deze informatie met donoren te delen, als ook met de betrokken zes organisaties. Deze
organisaties vormen een belangrijk onderdeel van het Palestijnse maatschappelijk middenveld,
en het Israëlische besluit heeft hiervoor aanzienlijke gevolgen.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het vrij opereren van niet-gouvernementele organisaties
van essentieel belang is voor het bewaken van mensenrechten en het functioneren van
het maatschappelijk middenveld? Bent u bereid uw grote zorgen uit te spreken over
dit besluit van Israël en uw Israëlische ambtsgenoten kenbaar te maken dat dit voor
Nederland een onacceptabele zet is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De regering acht een gezond en actief maatschappelijk middenveld als een voorwaarde
voor een goed functionerende democratie. Tegelijkertijd zijn dit zware beschuldigingen,
waar zorgvuldig naar gekeken moet worden. Nederland neemt het Israëlische besluit
daarom serieus en heeft contact gezocht met Israël om nadere uitleg te krijgen, en
een verzoek te doen tot het delen van informatie die ten grondslag ligt aan dit besluit.
Israël heeft aangegeven bereid te zijn de informatie te delen met Nederland via de
geeïgende kanalen. De uitvraag hiervoor is gedaan met het verzoek de informatie zo
spoedig mogelijk te delen. Op het moment van beantwoording is deze informatie nog
niet ontvangen. Eerder, in mei 2021, heeft Israël, separaat hiervan, via diplomatieke
kanalen informatie over Palestijnse ngo’s gedeeld. Deze informatie was voor Nederland
geen aanleiding om zijn positie ten aanzien deze ngo’s te herzien. Verzoeken op verschillende
niveaus voor aanvullende informatie brachten hier destijds geen verandering in. Hierover
bent u geïnformeerd via kamerstuk 23 432 van 12 mei 2021, en via de antwoorden op de schriftelijke vragen van 15 juli 2021
met kenmerk 2021D29418.
Vraag 5
Bent u tevens bereid om in EU-verband een zo breed mogelijke coalitie te vormen om
het bestempelen van deze Palestijnse ngo’s als terroristisch te veroordelen? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Antwoord 5
Nederland stelt deze kwestie bilateraal en in EU-verband aan de orde, en heeft Israël
– bilateraal en in EU-verband – verzocht de informatie die ten grondslag ligt aan
het besluit inzichtelijk te maken voor donoren en betrokken NGO’s. Nederland zal in
dit kader zoveel mogelijk in EU-verband blijven optrekken.
Vraag 6 en 7
Kunt u een overzicht geven van de subsidies en middelen die de Nederlandse regering
ter beschikking stelt aan Palestijnse ngo’s? Kunt u bevestigen of deze ngo’s geen
toegang meer hebben tot financiering doordat zij nu als terroristisch zijn bestempeld?
Bent u bereid om te onderzoeken of er vanuit nationaal of Europees verband een mogelijkheid
is om deze organisaties van financiering te voorzien? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid ervoor te zorgen dat Nederland en de EU Palestijnse maatschappelijke
initiatieven kunnen blijven ondersteunen teneinde het Palestijnse maatschappelijke
middenveld te verstevigen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Antwoord 6 en 7
Het totale bedrag aan Nederlandse geraamde centrale uitgaven in de Palestijnse Gebieden
in 2021 bedraagt EUR 23.500.00. Het decentrale financiële programma van de Nederlandse
Vertegenwoordiging in Ramallah in 2021 is gericht op de prioriteitsgebieden rechtsstaat/justitie/veiligheid
(EUR 6.300.000), toegang tot land, water, energie en sanitatie (EUR 12.500.000), voedselzekerheid
(EUR 1.680.000), private sector ontwikkeling (EUR 2.000.000), en versterken van mensenrechten
(EUR 2.200.000). Voor een overzicht van de Nederlandse steun (centraal en decentraal)
aan de Palestijnse gebieden per project verwijst het kabinet naar www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.
Het is op dit moment te vroeg om alle gevolgen te overzien van deze listings. Op basis van het Israëlische besluit kunnen zowel bestuurlijke maatregelen (bevriezen
van tegoeden) als strafrechtelijke maatregelen (arrestaties) worden genomen. De situatie
wordt nauwgezet in de gaten gehouden. De inzet van het kabinet om bij te dragen aan
een gezond en actief maatschappelijk middenveld – zowel in de bezette Palestijnse
gebieden als elders – blijft overeind. Dat laat onverlet dat Nederland het Israëlische
besluit serieus neemt, en daar zorgvuldig naar zal kijken.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Jasper van
Dijk (SP), ingezonden 27 oktober 2021 (vraagnummer 2021Z18630), het lid Klink (VVD), ingezonden 27 oktober 2021 (vraagnummer 2021Z18634) en het lid Kuzu (DENK), ingezonden 27 oktober 2021 (vraagnummer 2021Z18646).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.