Nota van wijziging : Tweede nota van wijziging
35 925 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022
Nr. 10 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 17 november 2021
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
De begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2022 komt
te luiden:
Vastgestelde departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB)
voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
Vastgestelde begroting na Tweede nota van wijziging
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Totaal
24.753.738
11.183.192
187.834.085
Beleidsartikelen
1
Belastingen
3.288.160
3.098.706
182.309.112
2
Financiële markten
– 540.904
27.997
9.705
3
Financieringsactiviteiten publiek-private sector
4.868.425
618.425
1.499.963
4
Internationale financiële betrekkingen
943.419
402.972
165.107
5
Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
10.089.941
221.941
131.076
6
Btw-Compensatiefonds
3.664.380
3.664.380
3.664.380
9
Douane
670.411
670.411
605
13
Toeslagen
1.289.239
2.006.544
0
Niet-beleidsartikelen
8
Apparaat kerndepartement
332.766
332.766
54.137
10
Nog onverdeeld
147.901
139.050
0
TOELICHTING
Algemeen
In deze nota van wijziging wordt het volgende geregeld:
Vanwege de herziening van ramingen, de uitbreiding van huidig beleid voor toeslagenherstel
en de nieuwe voorgestelde regelingen voor kinderen, gedupeerden van andere toeslagen
en ex-partners, worden in de Ontwerpbegroting 2022 verschillende budgetten gewijzigd.
Voor deze wijzigingen is in de Miljoenennota 20221 reeds een reservering op de aanvullende post van de Rijksbegroting aangelegd ter
grootte van ca. € 2,2 mld. Op de Financiënbegroting was reeds ca. € 3,0 mld. beschikbaar
voor Toeslagenherstel. Daarmee bedraagt het totale (gereserveerde) budget voor Toeslagenherstel
ca. € 5,2 mld. Met deze nota van wijziging wordt nu voor een deel aanspraak gemaakt
op de reservering op de Aanvullende Post ten gunste van de begroting van het Ministerie
van Financiën. De totale (gereserveerde) begroting voor Toeslagenherstel wijzigt daarmee
niet en blijft ca. € 5,2 mld.
Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
Artikel 10 – Nog onverdeeld (- € 236,1 mln.)
Voor een tweede specifieke uitkering voor gemeenten i.h.k.v. Toeslagenherstel wordt
ca. € 36 mln. kasbudget overgeheveld van artikel 10 Nog onverdeeld naar artikel 13
Toeslagen. Daarnaast wordt € 200 mln. kasbudget voor de voorgestelde kindregeling
overgeheveld van artikel 10 Nog onverdeeld naar artikel 13 Toeslagen.
Artikel 13 – Toeslagen (+ € 147,1 mln. verplichtingen en + € 857,4 mln. uitgaven)
Personele uitgaven (+ € 50,0 mln.)
Toeslagen zal naar verwachting in 2022 bezig zijn met de uitvoering van de verschillende
(voorgestelde) herstelregelingen. De apparaatsbudgetten op artikel 13 worden daar
nu op aangepast, door de beschikbare middelen in 2022 op te hogen naar het niveau
van 2021. Een deel hiervan zal met de Voorjaarsnota 2022 worden overgeboekt naar de
budgetten van ketenpartners, zoals CAP en KI&S van de Belastingdienst. Daarnaast wordt
voor de uitvoering van de voorgestelde regeling voor gedupeerde kinderen2 apparaatsbudget op artikel 13 gereserveerd. In totaal wordt hiervoor additioneel
€ 50,0 mln. beschikbaar gesteld.
Opdrachten (+ € 20,0 mln.)
Sociale Banken Nederland (SBN) is de uitvoerder van de private schuldenoplossing binnen
Toeslagenherstel. In verband met het hoger aantal aanmeldingen voor toeslagenherstel
dan initieel geraamd wordt extra uitvoeringsbudget voor SBN beschikbaar gesteld.
Bijdrage aan medeoverheden (+ € 27,0 mln. verplichtingen en + € 52,4 mln. uitgaven)
Gedupeerden van de toeslagenaffaire kunnen via hun gemeenten ondersteuning krijgen.
Gemeenten worden hiervoor door Toeslagen gecompenseerd. Hiervoor wordt in 2021 een
tweede specifieke uitkering gepubliceerd ter waarde van ca. € 48,0 mln.3, waarvan in 2022 ca. € 36,0 mln. kasbudget beschikbaar is. Van deze € 36,0 mln. wordt
ca. € 0,7 mln. via het btw-compensatiefonds beschikbaar gesteld. Hangende parlementaire
instemming kunnen gedupeerde ex-partners in 2022 mogelijk ook een beroep doen op brede
hulp bij hun gemeenten. Er zal een uitbreiding van de tweede specifieke uitkering
vereist zijn. Om die reden wordt nu ca. € 27,0 mln. verplichtingenbudget en ca. € 17,0 mln.
kasbudget gereserveerd in 2022, waarvan ook een deel naar het btw-compensatiefonds
zal worden overgemaakt.
(Schade)vergoeding (+ € 50,1 mln. verplichtingen en + € 735 mln. uitgaven)
In de Kamerbrief over de nieuwe herstelregelingen4 en in de Miljoenennota 2022 staan voorstellen voor nieuwe regelingen beschreven waar
met deze nota van wijziging budget voor wordt overgeheveld naar artikel 13 Toeslagen:
– Kindregeling (+ € 420,0 mln. uitgaven): in de Kamerbrief over de nieuwe herstelregelingen
wordt voorgesteld om kinderen van gedupeerden een financiële steun in de rug te geven.
De steun in de rug varieert, afhankelijk van de leeftijd van het kind, van € 2.000
tot € 10.000. Hiervoor wordt in 2022 € 420,0 mln. kasbudget gereserveerd. Het vereiste
verplichtingenbudget voor deze voorgestelde regeling wordt in de 2e suppletoire begroting 2021 verwerkt.
– Ex-partnerregeling (+ € 60,0 mln. uitgaven): gedupeerde ex-partners krijgen bij de
voorgestelde regeling een forfaitair bedrag van € 10.000. Hiervoor wordt in 2022 € 60,0 mln.
gereserveerd. Het vereiste verplichtingenbudget voor deze voorgestelde regeling wordt
in de 2e suppletoire begroting 2021 verwerkt. De budgettaire gevolgen van de overige voorgestelde
ex-partnerregelingen worden op een later moment in de begroting verwerkt.
– Kwijtschelden private schulden (+ € 90,0 mln. uitgaven en verplichtingen): het hogere
aantal aanmeldingen voor toeslagenherstel heeft tot gevolg dat er naar verwachting
meer kwijtscheldingsbudget nodig is voor het betalen van private schulden. Hiervoor
wordt in 2022 additioneel € 90,0 mln. gereserveerd.
– Catshuisregeling en integrale beoordeling en dwangsommen (+ € 69,0 mln. verplichtingen;
+ € 165,0 mln. uitgaven): het hogere aantal aanmeldingen voor toeslagenherstel heeft
tot gevolg dat naar verwachting meer budget nodig is voor onder andere de Catshuisregeling
(de forfaitaire € 30.000-regeling) en de integrale beoordelingen. Voor de Catshuisregeling
wordt de bijbehorende verplichting reeds in 2021 aangegaan. Deze verplichting wordt
budgettair verwerkt in de 2e suppletoire begroting 2021. Daarnaast zal Toeslagen naar verwachting dwangsommen
moeten betalen aan gedupeerden die Toeslagen in gebreke stellen, bijvoorbeeld voor
het niet tijdig integraal behandelen van dossiers. Deze mutatie (uitgaven en verplichtingen)
wordt nu verwerkt met deze nota van wijziging. In de 8e voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag
is uw Kamer reeds geïnformeerd dat er opnieuw gekeken zou worden naar het standpunt
met betrekking tot de vraag of UHT een dwangsom verschuldigd is bij niet-tijdig beslissen.
De voorlopige conclusie is dat UHT die wel verschuldigd is. De Staatssecretaris Toeslagen
en Douane zal u hier in de 9e VGR in detail over informeren.
– Tevens wordt € 108,9 mln. aan verplichtingenbudget afgeboekt van het subartikelonderdeel
(Schade)vergoeding. Dit verplichtingenbudget is niet in 2022, maar reeds in 2021 benodigd
en worden daarom in de 2e suppletoire begroting 2021 toegevoegd aan artikel 13. Het verplichtingenbudget is
nodig voor het verwachte groter beroep op bestaande compensatie- en herstelregelingen
(€ 82,5 mln.), de verwachte uitbreiding van de subsidieregeling rechtsbijstand (€ 19,0 mln.)
en de voorgestelde regeling voor gedupeerden van andere toeslagen dan de KOT (€ 7,3 mln.)
in 2021 worden aangegaan. Deze mutatie wordt nader gespecificeerd in de 2e suppletoire begroting 2021 van het Ministerie van Financiën die de Kamer binnenkort
ontvangt.
In de onderstaande tabellen zijn de standen ontwerpbegroting 2022 vóór nota van wijziging,
de bijstelling en de standen ontwerpbegroting 2022 na nota van wijziging opgenomen.
Meerjarige doorwerking verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2022
2023
2024
2025
2026
6
Btw-compensatiefonds
Stand vóór nota van wijziging
3.663.678
3.661.856
3.661.856
3.661.856
3.661.856
Bijdrage aan medeoverheden
702
0
0
0
0
Stand na nota van wijziging
3.664.380
3.661.856
3.661.856
3.661.856
3.661.856
13
Toeslagen
Stand vóór nota van wijziging
1.142.099
348.244
289.732
289.143
289.143
Personele uitgaven
50.000
80.000
0
0
0
Opdrachten
20.000
10.000
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
27.000
0
0
0
0
(Schade)vergoeding
50.140
197.500
0
0
0
Stand na nota van wijziging
1.289.239
635.744
289.732
289.143
289.143
Meerjarige doorwerking uitgaven (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2022
2023
2024
2025
2026
6
Btw-compensatiefonds
Stand vóór nota van wijziging
3.663.678
3.661.856
3.661.856
3.661.856
3.661.856
Bijdrage aan medeoverheden
702
0
0
0
0
Stand na nota van wijziging
3.664.380
3.661.856
3.661.856
3.661.856
3.661.856
10
Nog onverdeeld
Stand vóór nota van wijziging
375.197
122.499
110.691
100.600
105.535
Nog te verdelen
– 236.147
0
0
0
0
Stand na nota van wijziging
139.050
122.499
110.691
100.600
105.535
13
Toeslagen
Stand vóór nota van wijziging
1.149.099
348.244
289.732
289.143
289.143
Personele uitgaven
50.000
80.000
0
0
0
Opdrachten
20.000
10.000
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
52.445
10.000
0
0
0
(Schade)vergoeding
735.000
466.000
0
0
0
Stand na nota van wijziging
2.006.544
914.244
289.732
289.143
289.143
Meerjarige doorwerking ontvangsten (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2022
2023
2024
2025
2026
6
Btw-compensatiefonds
Stand vóór nota van wijziging
3.663.678
3.661.856
3.661.856
3.661.856
3.661.856
Bijdrage aan medeoverheden
702
0
0
0
0
Stand na nota van wijziging
3.664.380
3.661.856
3.661.856
3.661.856
3.661.856
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën