Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Piri over het bericht ‘Polen ligt met volle kracht op ramkoers met Europa’
Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Polen ligt met volle kracht op ramkoers met Europa» (ingezonden 11 oktober 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 4 november 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Polen ligt met volle kracht op ramkoers met
Europa»? Wat is uw reactie op het bericht?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Ziet u in het oordeel van het Constitutionele Hof een bevestiging dat in Polen de
minimumvoorwaarden voor een onafhankelijke rechtspraak zoals voorgeschreven door het
Hof van Justitie van de Europese Unie niet meer gelden? Zo ja, waarom? Zo nee, wat
zijn de juridische gevolgen van deze uitspraak?
Antwoord 2
Het Tribunaal publiceerde tot op heden enkel het zogeheten dictum (de conclusie) van
de beslissing. De summiere motivering in het dictum geeft aanleiding te veronderstellen
dat de implicaties van de uitspraak voor de EU-rechtsorde en de Europese samenwerking
verreikend kunnen zijn, aangezien voorrang van het Unierecht en de fundamentele uitgangspunten
daarvan zoals het beginsel van rechterlijke onafhankelijkheid door deze uitspraak
worden geraakt. Dat kan grote (praktische) consequenties hebben voor de EU-samenwerking
in den brede.
Het tegengaan van de ondermijning van de rechtsstaat vergt een proactieve rol met
name van de Commissie als hoedster van de verdragen, maar ook van de lidstaten. Tijdens
de Europese Raad van 21-22 oktober jl. heeft Nederland in lijn met de motie-Sjoerdsma2 en motie-Ploumen3 geïntervenieerd en steun uitgesproken voor de aankondiging van de Commissie om proactief
gebruik te maken van alle instrumenten die haar ter beschikking staan om het functioneren
van de Unie te beschermen.4
Vraag 3
Waarom wordt er ondanks het belang dat Nederland hecht aan de Europese rechtsstaat
in de discussies in de Raad zo weinig voortgang geboekt op de artikel 7-procedures
tegen Polen en Hongarije? Wat doet u hieraan en welke extra stappen gaat u op dit
vlak zetten na het oordeel van het Constitutionele Hof?
Antwoord 3
Naar verwachting zal de Raad Algemene Zaken in december de artikel 7-procedures weer
bespreken. Dit biedt tevens de mogelijkheid de uitspraak van het Poolse Constitutionele
Tribunaal aan te kaarten en de politieke druk op Polen op te voeren. Daarbij dient
bedacht te worden dat ten aanzien van concrete vervolgstappen in de Artikel 7(1)-procedure
een vier-vijfde meerderheid van de Raad is vereist. Dat geldt voor zowel het doen
van aanbevelingen aan Polen, als ook de constatering dat er een duidelijk gevaar bestaat
voor een ernstige schending van de Uniewaarden.
Binnen het huidige krachtenveld is het behalen van een vier-vijfde meerderheid voor
het vaststellen van substantiële aanbevelingen helaas niet realistisch. Het kabinet
zal dit krachtenveld proactief in de gaten blijven houden, zich inzetten om de groep
gelijkgezinde lidstaten uit te breiden en zich zodoende blijven inzetten op serieuze,
substantiële vervolgstappen in de procedure. Daarnaast blijft Nederland zich samen
met gelijkgezinde lidstaten inzetten voor regelmatige en betekenisvolle agendering
van de artikel 7-procedures in de Raad Algemene Zaken zolang de zorgen omtrent de
rechtsstaat in Polen en Hongarije voortduren.
Vraag 4
Hoe, wanneer en op welk niveau oefent u bilateraal druk uit op Polen om deze stap
en andere stappen in strijd met de rechtsstaat te veroordelen en ongedaan te maken?
Welke opties overweegt u om de druk te verhogen?
Antwoord 4
Nederland heeft zich uitgesproken tegen de uitspraak van het Pools Constitutioneel
Tribunaal, tot op het hoogste niveau. De discussie hierover wordt primair binnen de
EU gevoerd. De Europese Commissie vervult een cruciale rol bij de bescherming van
de rechtsstaat in de EU als onafhankelijk hoedster van de Verdragen, en heeft verscheidene
instrumenten tot haar beschikking om op te treden wanneer fundamentele waarden van
de Unie worden geschonden. Nederland heeft in de Raad Algemene Zaken van 19 oktober
jl. en in de Europese Raad van 21 en 22 oktober jl. de Commissie opgeroepen dit instrumentarium
ten volle in te zetten. Nederland zet zich actief in op het verbreden van de coalitie
van EU-lidstaten die zich hardmaken voor de rechtsstaat in de lidstaten van de EU.
Aangezien het hier geen primair bilateraal geschil tussen Nederland en Polen betreft
maar een Europese kwestie, voert Nederland dit gesprek dan ook in EU-verband. Uiteraard
spreekt Nederland ook over deze zorgen in de reguliere bilaterale contacten met Polen.
Vraag 5
Wat gaat u doen om academici die worden vervolgd zoals Wodj Sadurski, of rechters
die uit hun functie worden gezet, te ondersteunen? Op welke termijn bent u bereid
zich voor hen in te spannen?
Antwoord 5
Nederland kent een lange traditie van bilaterale steun voor de democratische rechtsstaat
in Polen, onder andere via steun aan het maatschappelijk middenveld, waaronder rechtersorganisaties
en academia, en discussie met de Poolse autoriteiten. Zo staat Nederland in nauw contact
met rechtersorganisaties Themis en Iustitia, waarvan de leden het hardst getroffen
worden door disciplinaire maatregelen. Betrokken rechters geven aan de inzet van Nederland
als grote steun te ervaren. Ook financiert Nederland projecten van Poolse organisaties
die zien op de versterking van de rechtsstaat en bescherming van andere Uniewaarden
in Polen.
Vraag 6
Oefent Nederland druk uit op de Europese Commissie om maatregelen te treffen tegen
Polen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe en op welke termijn?
Antwoord 6
Tijdens haar toespraak in het Europees parlement op 19 oktober jl. heeft de voorzitter
van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, benadrukt dat de Commissie zeer bezorgd
is over de in Polen ontstane situatie, en dat de Commissie over diverse opties beschikt
om hiertegen op te treden: via een inbreukprocedure, de Artikel 7 VEU procedure, de
MFK-rechtsstaatverordening en andere instrumenten die tot haar beschikking staan ter bescherming
van de Uniebegroting. Nederland deelt de door de Commissie geuite zorgen, en steunt
de Commissie in haar taak als hoedster van de EU-Verdragen. Nederland zal de Commissie
blijven oproepen om een inbreukprocedure tegen Polen te starten, en om, conform de
motie Sjoerdsma c.s. (Kamerstukken 21 501-20, nr. 1728) de beoordeling van het Poolse herstelplan uit te stellen en nu niet aan de Raad
voor te leggen, om de richtsnoeren over de MFK-rechtsstaatverordening z.s.m. vast
te stellen, en om – met de instrumenten die de Commissie reeds tot haar beschikking
heeft om de EU-begroting te beschermen – financiële druk uit te oefenen op Polen.
Vraag 7
Wat vindt u dat het gevolg van dit oordeel moet zijn voor de Poolse toegang tot het
coronaherstelfonds en de EU-begroting? Bent u bereid om naar aanleiding van dit oordeel
bij de Europese Commissie ervoor te pleiten dat het rechtsstaatmechanisme wordt geactiveerd?
Zo ja, op welke termijn? Zo nee, wat gaat u doen als de Europese Commissie niet bereid
is dit te doen?
Antwoord 7
Tijdens haar toespraak in het Europees parlement op 19 oktober jl. heeft de voorzitter
van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, aangegeven dat Polen voor een positieve
beoordeling van het herstelplan opvolging dient te geven aan de landspecifieke aanbevelingen
op het terrein van de rechterlijke onafhankelijkheid. Tijdens de Europese Raad van
21–22 oktober jl. heeft de Nederland de Commissie hierin samen met gelijkgezinde lidstaten
gesteund, en de Commissie opgeroepen om in de huidige omstandigheden geen uitvoeringsbesluit
van de Raad voor te stellen.
Mocht de Commissie overgaan tot de publicatie van een voorstel voor een uitvoeringsbesluit
over het Poolse herstelplan zal Nederland deze beoordelen, en uw Kamer een kabinetsappreciatie
sturen. Voor de kabinetsappreciatie is de vraag leidend of de Commissie de criteria
uit de RRF-verordening goed heeft getoetst. Zoals aangegeven in de Kamerbrieven over
de uitvoeringsbesluiten die tot nu toe zijn voorgesteld 5 concentreert de kabinetsappreciatie zich daarbij op de Commissiebeoordeling van de
aansluiting van het plan op de landspecifieke aanbevelingen, van de formulering van
de mijlpalen en doelen, en van de maatregelen die de lidstaat treft om corruptie,
fraude en belangenverstrengeling te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. Nederland
zal bij de appreciatie van het uitvoeringsbesluit over het Poolse herstelplan ook
aandacht besteden aan de voorwaarde uit de RRF-verordening dat lidstaten toelichten
hoe de maatregelen in het plan zullen bijdragen aan gendergelijkheid en gelijke kansen
voor iedereen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid over een uitvoeringsbesluit
en heeft hier op grond van de RRF-verordening in de regel een maand de tijd voor vanaf
het moment waarop de Commissie een voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad
heeft gedaan.
De Minister-President heeft in de Europese Raad van 21 en 22 oktober benoemd dat voorbereidingen
voor het opleggen van maatregelen onder de MFK-rechtsstaatverordening zo snel mogelijk
getroffen moeten worden, zodat zodra het Europese Hof van Justitie uitspraak heeft
gedaan over de rechtmatigheid van deze verordening deze geactiveerd kan worden.
Vraag 8
Aan welke innovatieve ideeën om de rechtsstaat in Europa te beschermen werkt het kabinet?
Kunt u hier een overzicht van geven?
Antwoord 8
Naast het al langer bestaande instrumentarium dat toeziet op de rechtsstaat (waaronder
de inbreukprocedure en de artikel 7-procedure), is er de afgelopen jaren ook een aantal
nieuwe instrumenten bijgekomen. In 2020 is het rechtsstaatmechanisme geïntroduceerd,
waarvoor Nederland sterk heeft gepleit, bestaande uit het jaarlijkse rechtstaatrapport
en de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog, aangevuld met een aparte bespreking
van landenhoofdstukken uit het rapport. De aankondiging van Commissievoorzitter Von
der Leyen dat de Commissie vanaf 2022 concrete aanbevelingen zal toevoegen aan de
landenhoofdstukken is een stap die Nederland toejuicht omdat het de discussie concreter
maakt en de opvolging van constateringen in het rapport faciliteert. Een ander nieuw
instrument waar onder andere Nederland zich hard voor heeft ingezet, is de MFK-rechtsstaatverordening.
Met deze verordening is voor het eerst een directe koppeling gelegd tussen de ontvangst
van EU-middelen uit het MFK en het Herstelinstrument en de eerbiediging van de rechtsstaat.
Om effectief te kunnen optreden tegen de ondermijning van de rechtsstaat is het van
belang dat al deze instrumenten ten volle en in de juiste onderlinge samenhang worden
benut. Dit vergt een proactieve rol van de Commissie als hoedster van de verdragen,
maar ook van het Europees parlement als bondgenoot in deze, de lidstaten en andere
stakeholders. De Nederlandse inzet is er op gericht om samen met gelijkgezinde lidstaten
de Commissie aan te sporen het instrumentarium, zowel preventief als handhavend, zo
volledig mogelijk in te zetten en haar te steunen in de procedures die daarop volgen.
Daarnaast blijft het voeren van politiek dialoog van belang om landen aan te spreken
op ontwikkelingen die de rechtsstaat binnen de Unie ondermijnen.
Ook draagt Nederland bij aan het werk van de Raad van Europa dat toeziet op het beschermen
van de rechtsstaat in Europa waarbij Nederland bijvoorbeeld intervenieert in relevante
zaken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Daarbij moedigt Nederland
gelijkgezinde landen aan hetzelfde te doen, om de impact te vergroten. Nederland blijft
daarnaast via de ambassades in Europese landen waar zorgen zijn over de rechtsstaat
nieuwe projecten van maatschappelijke organisaties identificeren, die aansluiten bij
de Nederlandse beleidsinzet om de rechtsstaat in deze landen te versterken. Bij dit
alles blijft Nederland actief optreden met gelijkgezinde landen en zet Nederland erop
in dit netwerk van gelijkgezinde landen uit te breiden, waaronder in het kader van
de Conferentie over de Toekomst van Europa.
Vraag 9
Hoe wilt u voorkomen dat de Poolse en Hongaarse omgang met de rechtsstaat invloed
gaat hebben op de strenge criteria op het gebied van de rechtsstaat die voor kandidaat-lidstaten
voor Europese toetreding gelden?
Antwoord 9
Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de toetredingscriteria op het gebied
van de rechtsstaat voor de kandidaat-lidstaten naar aanleiding van de rechtstatelijke
ontwikkelingen in Polen en Hongarije zullen worden aangepast. De achteruitgang in
een aantal lidstaten heeft het belang van het handhaven van strenge criteria alleen
maar onderstreept. Wel is het zo dat de ondermijning van de Europese rechtsorde het
moeilijker maakt voor de EU om de Europese kernwaarde aangaande de rechtsstaat geloofwaardig
uit te dragen naar derde landen, inclusief de kandidaat-lidstaten. Het is ook daarom
van belang om aan te tonen dat de Europese Unie in staat is de interne rechtsstaatsproblematiek
effectief aan te pakken en dat acties als de recente uitspraak van het Poolse Constitutionele
Hof niet zonder consequenties blijven.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Kamminga
(VVD) en Agnes Mulder (CDA), ingezonden 11 oktober 2021 (vraagnummer 2021Z17641).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.