Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vestering over het vrijgeven van de juridische analyse van de natuurvergunning voor de gaswinning onder de Waddenzee
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het vrijgeven van de juridische analyse van de natuurvergunning voor de gaswinning onder de Waddenzee (ingezonden 24 september 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 3 november
2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Stef Blok kan niet zomaar tekenen voor 15 jaar nieuwe gaswinning
in de Waddenzee»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de analyse van de Waddenvereniging dat er ruimte is om de natuurvergunningsaanvraag
van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) af te wijzen op basis van bestaande
wet- en regelgeving voor de bescherming van de Waddenzee als uniek UNESCO Werelderfgoed
en Natura 2000-gebied? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Bij de vragen is uitsluitend een verwijzing naar een opinie in Trouw opgenomen, die
als zodanig geen analyse bevat. Inmiddels heeft de Waddenvereniging een zienswijze
naar voren gebracht over de ontwerpbesluiten, waaronder de onder mijn bevoegdheid
vallende vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb-vergunning). Daarbij
verwijst zij ook naar het op 5 oktober 2021 verschenen advies van de Waddenacademie
en verzoekt dit als ingevoegd te beschouwen en mee te nemen in de reactie op deze
zienswijze. De zienswijze en het advies gaan primair over de toepassing van het toetsingskader
van artikel 2.8 van de Wet natuurbescherming ten aanzien van de aangevraagde Wnb-vergunning
voor de gaswinning en de weging van de wetenschappelijke gegevens daarbij. Ik zal
deze zienswijze tezamen met de andere ingediende zienswijzen betrekken bij de voorbereiding
van het finale besluit op de aanvraag om een Wnb-vergunning, overeenkomstig de procedure
van de Algemene wet bestuursrecht en de inhoudelijke kaders van de Wet natuurbescherming.
Ik kan op de conclusie van die beoordeling niet vooruitlopen.
Vraag 3
Is een dergelijke eigenstandige juridische analyse ook door u gemaakt op grond van
de bestaande regelgeving voor de bescherming van de Waddenzee als uniek natuurgebied
en UNESCO Werelderfgoed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven op basis van
welke argumenten de natuurvergunning kan worden afgewezen?
Antwoord 3
De analyse die ik heb gemaakt, is onderdeel van het ontwerpbesluit dat van 27 augustus
tot en met 7 oktober jl. ter inzage heeft gelegen.
Ook verwijs ik naar de brief die de Minister van Economische Zaken en Klimaat op 27 september
2021 met betrekking tot de vergunningverlening gaswinning Ternaard aan de Tweede Kamer
heeft toegezonden (Kamerstuk 33 529, nr. 903). Op het definitieve besluit op de vergunningaanvraag kan ik niet vooruitlopen. Ik
verwijs hierbij naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Bent u bereid om uw juridische analyse over de aanvraag van de NAM voor een natuurvergunning
om aardgas te winnen onder de Waddenzee, inclusief achterliggende onderzoeken voor
zover van toepassing, vóór 1 oktober (dus voor het einde van de wettelijke termijn
voor het indienen van zienswijzen op dit ontwerpbesluit) met de Kamer te delen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik verwijs naar de antwoorden op de vragen 2 en 3, waarbij ik nog aanteken dat, hoewel
de termijn voor het indienen van zienswijzen is verstreken, de stukken nog voor eenieder
beschikbaar zijn op de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (zie hiervoor:
https://www.rvo.nl/onderwerpen/bureau-energieprojecten/lopende-projecte…).
Vraag 5
Deelt u het inzicht dat herziening van de bestaande wet- en regelgeving voor het beschermen
van unieke natuurgebieden in relatie tot delfstofwinning noodzakelijk is, indien uit
uw en externe analyse blijkt dat de natuurvergunning verleend moet worden? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, bent u bereid om de criteria van de natuurvergunning te herzien?
Antwoord 5
De huidige wet- en regelgeving biedt een verregaande bescherming van Natura 2000-gebieden
tegen schadelijke effecten van projecten van welke aard dan ook, ook projecten die
diepe delfstoffenwinning betreffen. De bescherming die de Wet natuurbescherming aan
deze gebieden biedt is immers gebaseerd op de Europese Habitatrichtlijn die uitgaat
van het voorzorgbeginsel. De zienswijzen die zijn ingediend over de ontwerpvergunning
zal ik, zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 2, zorgvuldig bestuderen. Op
conclusies die ik naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen trek over verlening
van de vergunning, kan ik niet vooruitlopen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.