Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand (ingezonden 29 september 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 27 oktober 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 389.
Vraag 1
Herinnert u zich de motie-Van Nispen (Kamerstuk 33 996, nr. 81), die de regering verzocht een goedwerkend Centraal Register Uitsluiting Kansspelen
(CRUKS) te creëren, vóórdat daadwerkelijk zou worden overgegaan tot het werken met
CRUKS?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Kan worden verduidelijkt welke maatregelen er zijn genomen om te verzekeren dat het
CRUKS-systeem per 1 oktober volledig betrouwbaar en stabiel zal werken?
Hebben zogenaamde «stresstests» plaatsgevonden om te testen of het systeem zal werken,
wanneer per 1 oktober de 260 speelautomatenhallen, de 14 vestigingen van Holland Casino
en de 10 vergunde online aanbieders op hetzelfde moment worden aangesloten op dit
systeem? Zo ja, kunt u aangeven hoe de kansspelaanbieders hierin betrokken zijn? Zo
nee, kunt u aangeven waarom dit niet is gedaan en met welke reden?
Antwoord 2, 3
Bij de bouw en inrichting van het Centraal Register Uitsluiting Kansspelen (Cruks)
zijn stresstesten en pentesten uitgevoerd. Deze testen, die bedoeld zijn om de belastbaarheid
en veiligheid van het systeem te testen, zijn goed doorlopen. Sinds eind november
2020 is er voorts een testomgeving beschikbaar om de toegang tot het register met
aanbieders te testen. Sinds 20 september 2021 is in een productieomgeving getest met
aanbieders die succesvol door de eerdere testen zijn gekomen. Het testen heeft helaas
niet kunnen voorkomen dat het systeem op 1 oktober jl. niet werkte.
Vraag 4
Klopt het dat er geen mogelijkheid is geboden aan de kansspelaanbieders tot preregistratie
bij het CRUKS-systeem? Zo ja, waarom niet?
Antwoord 4
Dat klopt. De verplichte toegangscontrole, waarbij gecontroleerd wordt of er een registratie
in Cruks bestaat, geldt pas sinds 1 oktober 2021 voor de partijen die een vergunning
hebben gekregen voor online kansspelen en voor de landbased aanbieders. Daarvoor was
geen «pre-registratie» mogelijk.
Vraag 5
Op welke manier is de privacy van deelnemers aan kansspelen per 1 oktober precies
gewaarborgd? Aan welke voorschriften moeten aanbieders van kansspelen voldoen en wie
ziet op naleving hiervan primair toe; is dat de Autoriteit Persoonsgegevens of de
Kansspelautoriteit?
Antwoord 5
Op grond van de Wet op de Kansspelen (Wok), het besluit Kansspelen op afstand (Koa)
en de regeling Koa verwerken vergunninghouders persoonsgegevens, bijvoorbeeld omdat
zij het speelgedrag van spelers moeten monitoren. In het besluit Koa en de regeling
Koa zijn waarborgen en eisen opgenomen om de privacy van spelers te bewaken en het
gebruik van persoonsgegevens te minimaliseren. Er zijn bijvoorbeeld bewaartermijnen
voorgeschreven en vergunninghouders moeten een privacy-protocol opstellen en een informatiebeveiligingssysteem
hebben. De verwerking van persoonsgegevens moet uiteraard voldoen aan de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG). Het is van groot belang dat spelers erop kunnen
vertrouwen dat hun privacy wordt gewaarborgd door aanbieders die deze gegevens registreren
en verwerken. De Ksa ziet toe op naleving van de kansspelwetgeving. De Autoriteit
Persoonsgegevens ziet toe op de naleving van de AVG door vergunninghouders en door
de Ksa.
Vraag 6
Kan worden beschreven hoe het verslavingspreventiefonds er precies zal uitzien en
hoe het landelijk loket kansspelen precies zal werken?
Antwoord 6
Sinds 1 april 2021 dragen vergunninghouders van risicovolle kansspelen (speelautomatenhallen,
speelcasino’s en vanaf 1 oktober ook kansspelen op afstand) een bestemmingsheffing
af aan het Verslavingspreventiefonds. Het geld uit dit fonds heeft drie bestedingsdoelen,
gericht op preventie, behandeling en onderzoek.1
Ten eerste wordt anonieme behandeling van kansspelverslaving gefinancierd. In dit
kader wordt gebruik gemaakt van de subsidieregeling anonieme e-health die wordt uitgevoerd
door Zorginstituut Nederland. Jaarlijks wordt een bedrag uit het Verslavingspreventiefonds
aangewend ter aanvulling van het betreffende subsidiebudget. In het jaar 2021 ging
het om een bedrag van 100.000 euro. Eenzelfde bedrag wordt in 2022 voor dit doel bestemd.
Ten tweede wordt het landelijk loket preventie kansspelen gefinancierd. Dit loket
is per 1 oktober van start gegaan. Vanuit dit loket wordt informatie over kansspelen
en informatie over hulp en behandelingen gericht op (problematisch) gokken geboden.
Het (digitale) loket is 24 uur per dag, zeven dagen per week bereikbaar. Er is sprake
van een hulplijn en een bijbehorende website. De organisatie die het loket uitvoert
heeft ervaring met het uitvoeren van een 24/7 hulplijn voor deelnemers aan kansspelen
en hun naasten. Het loket preventie kansspelen kan spelers ook doorverwijzen naar
gespecialiseerde hulp en zorg, waar nodig. Het loket kan spelers in voorkomende gevallen
bijvoorbeeld telefonisch doorverbinden met de aangesloten instanties.
Ten derde wordt een onderzoeksprogramma gefinancierd op het gebied van (preventie
van) kansspelverslaving. Hiertoe is allereerst een kennissynthese uitgevoerd. Deze
kennissynthese maakt helder wat er al beschikbaar is aan kennis op dit terrein, en
welke kennisbehoeften er zijn op het gebied van kansspelverslaving, gokgerelateerde
schade en gokproblematiek. Over deze kennissynthese wordt de Tweede Kamer nog nader
geïnformeerd.
Vraag 7
Op welke wijze is de gegarandeerde toeleiding naar hulp en zorg geregeld? Is er voldoende
capaciteit voor behandeling binnen de Treeknormen in de verslavingszorg beschikbaar?
Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, wat gaat u doen om dit alsnog zo snel als mogelijk
te regelen?
Antwoord 7
Spelers van kansspelen moeten kunnen worden doorverwezen naar de juiste zorg in Nederland.
Bij een redelijk vermoeden van overmatige deelname aan kansspelen of van een kansspelverslaving
moet een vergunninghouder een persoonlijk onderhoud met de speler voeren. Hij moet
dan de speler wijzen op diens speelgedrag en op de gevaren van kansspelverslaving.
Ook moet hij de speler adviseren over de voorzieningen gericht op beperking van diens
deelname aan kansspelen en over de beschikbare hulpverlening door instellingen voor
verslavingszorg en de speler stimuleren hiervan gebruik te maken. Alle vergunninghouders
van kansspelen op afstand moeten daarom een vertegenwoordiger hebben met onder meer
de taak om namens de vergunninghouder contacten te onderhouden met de relevante partijen
in Nederland die nodig zijn voor de continue en effectieve aansluiting van het verslavingspreventiebeleid
op het Nederlandse zorgstelsel. Deze rol van de vergunninghouder komt naast die van
gebruikelijke verwijzers zoals de huisartsen.
Gegarandeerde toeleiding naar zorg en hulp behoort tot de zorgplicht van zorgverzekeraars.
Wanneer mensen door hun huisarts worden verwezen naar een aanbieder van verslavingszorg,
kunnen zij zich, als zij daar niet tijdig terecht kunnen, wenden tot hun verzekeraar
voor zorgbemiddeling. Die moet iemand in het kader van de zorgplicht bemiddelen naar
een tijdig en passend alternatief.
Volgens Verslavingskunde Nederland (VKN) is er op dit moment voldoende capaciteit
binnen de Treeknormen. Overigens zit er vaak veel tijd tussen het ontwikkelen van
verslavingsproblematiek en het zoeken van hulp. VKN verwacht daarom niet dat op zeer
korte termijn een sterke toename in het aantal hulpvragen voor gokproblemen bij de
instellingen voor verslavingszorg. Wel is het van belang goed te monitoren hoe de
gokproblematiek zich ontwikkelt na de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving. Over
de wijze van monitoring ontvangt uw Kamer dit najaar een brief. Aan de hand van de
uitkomsten van de monitoring zal het Ministerie van VWS zo nodig met VKN in gesprek
gaan over de behandelcapaciteit.
Uit gegevens van de Nederlandse Zorgautoriteit blijkt dat de aanmeldwachttijd voor
behandeling van «overige aan middelen gebonden stoornissen», waaronder gokverslaving
wordt gerekend, vier weken bedroeg en de behandelwachttijd tien weken (peildatum augustus
2021). De maximaal aanvaardbare totale wachttijd bedraagt daarmee veertien weken.
Dit geldt voor zowel de basis-ggz als de gespecialiseerde ggz.
Vraag 8
Kunt u deze vragen voor 1 oktober beantwoorden?
Antwoord 8
Dat is helaas niet mogelijk gebleken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.