Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Vliegverkeer Schiphol blaast zorgelijk veel ultrafijnstof de lucht in’
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Vliegverkeer Schiphol blaast zorgelijk veel ultrafijnstof de lucht in» (ingezonden 26 oktober 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het «Verkennend onderzoek ultrafijnstof op het Schiphol
terrein met behulp van mobiele metingen», dat in opdracht van Schiphol door TNO is
uitgevoerd?1,
2
Vraag 2
Hoe oordeelt u over de vele zorgen die mensen werkzaam op Schiphol hebben, vooral
op de platforms, omtrent de gezondheidsrisico’s die ontstaan door het ultrafijnstof,
zoals een grotere kans op astma-aanvallen, hartritmeveranderingen en – bij langdurige
blootstelling – ook hart-, vaat- en longziekten, waar de Gezondheidsraad voor waarschuwde?3
Vraag 3
Klopt het dat gedurende de metingen voor dit onderzoek Schiphol voor slechts 60% operationeel
was? Kan op basis van dit onderzoek de werkelijke uitstoot van Schiphol bepaald worden,
als ware de luchthaven 100% operationeel? Zo ja, deelt u de mening dat dit zeer zorgelijk
is voor de mensen die werkzaam zijn op Schiphol en omwonenden? Zo nee, bent u bereid
om Schiphol nogmaals hetzelfde onderzoek te laten doen als de luchthaven volledig
operationeel is?
Vraag 4
Vindt u de vergelijking van Schiphol met een drukke weg treffend als de gemeten waarden
uit het onderzoek tot stand gekomen zijn, terwijl de luchthaven op 60% van de capaciteit
opereerde?
Vraag 5
Deelt u de analyse dat aangezien de verbranding van koolstoffen (duurzaam of fossiel)
tot de uitstoot van (ultra)fijnstof leidt, alleen inzetten op duurzame brandstoffen
niet genoeg is voor het terugdringen van de uitstoot van ultrafijnstof? Zo ja, welke
mogelijkheden voor het terugdringen van deze uitstoot ziet u verder? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 6
Wat wordt er nu door u en door Schiphol gedaan om de uitstoot van ultrafijnstof te
verlagen?
Vraag 7
Wat is nodig om het actieplan ultrafijnstof van Schiphol uit 2019 versneld uit te
voeren, zodat werknemers eerder worden beschermd tegen schadelijke stoffen?
Vraag 8
Wat kan er op de korte termijn extra gedaan worden om de uitstoot van ultrafijnstof
op luchthavens te verlagen?
Vraag 9
Heeft de uitkomst van het onderzoek van TNO invloed op de voorgenomen proefprojecten
met betrekking tot woningbouw rondom luchthavens?
Vraag 10
Hoe beoordeelt u de mogelijkheid om woningen rondom luchthavens te bouwen in het licht
van de ultrafijnstofniveaus die uit het onderzoek van TNO blijken?
Vraag 11
Deelt u de mening dat de buitenruimte bij een woning, in de zin van het kunnen openzetten
van een raam en het buiten zijn in de tuin of op het balkon, van groot belang is voor
het wooncomfort en dat dit rondom Schiphol onmogelijk is zonder gezondheidsrisico’s?
Kunt u uw standpunt hierover toelichten?
Vraag 12
Kunnen deze vragen voor het commissiedebat Luchtvaart van 9 november aanstaande beantwoord
worden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.