Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van der Laan, Van Nispen en Westerveld over het sterker, gerichter en efficiënter fixen van matchfixing
Vragen van de leden Van der Laan (D66), Van Nispen (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het sterker, gerichter en efficiënter fixen van matchfixing (ingezonden 30 september 2021).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (ontvangen 21 oktober 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over matchfixing van 27 september jongstleden en
het bericht «Nederlandse tennisser: mijn dubbelpartner deed mee aan matchfixing»?1 2
Vraag 2
Bent u bereid binnenkort een nieuw onderzoek te starten over de aard en de omvang
van matchfixing in Nederland, nu vanaf 1 oktober de kansspelmarkt voor online aanbieders
opengaat?
Vraag 3
Bent u het eens met de stelling dat de pakkans bij matchfixing in Nederland zeer klein
is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Zijn er voornemens om in Nederland één instantie mét opsporingsbevoegdheid de belangrijkste
speler te maken in het bestrijden van matchfixing, gegeven het feit dat zeer veel
verschillende partijen betrokken zijn bij het strategisch beraad matchfixing, het
nationaal platform matchfixing en het signalenoverleg? Zo nee, waarom is dit niet
wenselijk? Zo ja, wanneer verwacht u hier meer duidelijkheid over?
Vraag 5
Zal het onafhankelijk maken en het beter equiperen van het Centrum Veilige Sport bijdragen
aan makkelijker melden van sporters, indien zij benaderd worden door matchfixers?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de artikelen 326 en 328ter Wetboek van Strafrecht, respectievelijk
oplichting en niet-ambtelijke omkoping, zich in juridische zin voldoende lenen om
toegepast te worden om over te gaan tot vervolging van matchfixing? Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Kan een deel van de casuïstiek van matchfixing buiten de algemeen opgezette formulering
van deze artikelen vallen? Zo ja, kunt u dit illustreren aan de hand van voorbeelden?
Vraag 8
Maken de wijzen waarop de relevante strafbepalingen nu zijn geformuleerd goed strafrechtelijk
onderzoek naar matchfixing moeilijker? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Zou een wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering of
een andere wet strafrechtelijk onderzoek naar matchfixing kunnen vereenvoudigen? Bijvoorbeeld
door het mogelijk te maken al onderzoek te doen op basis van een vreemde sportuitslag
of onverklaarbare prestaties en acties van sporters?
Vraag 10
Zou een aparte strafbaarstelling of aanpassing van de wettekst wat u betreft deze
problemen kunnen oplossen?
Vraag 11
Bent u bereid nader onderzoek te laten doen naar de vraag of bestaande wetsartikelen
in het Wetboek van Strafrecht voldoende zijn voor opsporingsinstanties om matchfixing
op te sporen en vervolgens of verruiming/specificering van strafbepalingen nodig is?
Zo ja, wanneer kunt u dit onderzoek hebben afgerond?
Vraag 12
Welke wettelijke kaders heeft het tuchtrecht in de sport nog nodig om sneller en beter
gegevens uit te wisselen met zowel kansspelaanbieders als opsporingsinstanties, zodat
sportbonden effectiever kunnen optreden tegen matchfixing? In welke wet zou dit zijn
weerslag moeten vinden?
Vraag 13
Zijn dergelijke wettelijke kaders wel van toepassing op andere gebieden waar tuchtrecht
van toepassing is, zoals de zorg of advocatuur?
Vraag 14
Bent u bereid om nader te onderzoeken op welke wijze gegevensuitwisseling tussen enerzijds
kansspelaanbieders en opsporingsinstanties en anderzijds sportbonden kunnen worden
verbeterd om snel matchfixing op te sporen, bijvoorbeeld door het aanpassen van wettelijke
kaders? Zo ja, wanneer kunt u dit onderzoek hebben afgerond en kunt u hierbij voorbeelden
van het tuchtrecht in de zorg of advocatuur betrekken?
Vraag 15
Bent u bereid in gesprek te treden met de autoriteiten en sportbonden in Engeland,
vaak aangehaald als best-practice, hoe zij matchfixing strafrechtelijk en tuchtrechtelijk
aanpakken en hierover verslag te doen richting de Kamer, zodat dit handvatten biedt
voor de Nederlandse situatie?
Vraag 16
Waarom wordt de subsidie van het Ministerie van VWS of J&V aan sportbonden, om sporters
te wijzen op de gevaren van matchfixing, gestopt voor 2022? Hoe kunt u ervoor zorgen
dat ook kansspelaanbieders financieel bijdragen aan preventie door sportbonden?
Vraag 17
Kunt u deze vragen beantwoorden enkele weken alvorens het Wetgevingsoverleg Sport
op 15 november a.s. plaatsvindt?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat
de schriftelijke vragen van de leden Van der Laan (D66), Van Nispen (SP) en Westerveld
(GroenLinks), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over het sterker,
gerichter en efficiënter fixen van matchfixing (ingezonden 30 september 2021) niet
binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle
benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.