Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Ploumen over de pilot Testen voor Toegang
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de pilot Testen voor Toegang (ingezonden 9 april 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 oktober
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «700 miljoen euro voor toegangstesten? «De sociale nood
is hoog, dat is ook wat waard»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat een bedrag van 700 miljoen, exclusief de prijs per test is uitgetrokken
voor deze pilot? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 2
De oorspronkelijke raming voor het toegangtesten tot september zal naar beneden worden
bijgesteld en ongeveer 500 miljoen euro betreffen.
De Kamer zal binnenkort geïnformeerd worden over de daadwerkelijke realisatiecijfers
voor fase 0, 1, 2 en 3a t/m 3d aangezien de nacalculatie hier momenteel over plaatsvindt.
Vraag 3
Klopt het dat Testen voor Toegang gebruikmaakt van particuliere teststraten van Lead
Healthcare en dat de kosten per test 75 euro bedragen? Welke prijs wordt berekend
aan de stichting Open Nederland?
Antwoord 3
Er wordt voor het toegangstesten in de opdracht van SON niet met het tarief van 75
euro per test gewerkt. Voor verdere toelichting verwijs ik u naar mijn brief van 14 april
in reactie op het verzoek van de Vaste Kamercommissie d.d. 13 april.
Vanaf 11 oktober 2021 wordt de testcapaciteit vormgegeven door middel van een nieuwe
Open House. In deze Open House wordt er wel betaald per afgenomen test. De totaalvergoeding
per uitgevoerde Antigeen Coronatest bedraagt € 12,77 inclusief btw, waarbij de testaanbieders
gebruik maken van de reeds aanwezige centrale voorraad antigeentesten. Mocht het zo
zijn dat niet langer gebruik kan worden gemaakt van deze voorraad dan zal € 17,61
inclusief btw per test worden vergoed en zullen de testaanbieders zelf de benodigde
testen regelen.
Vraag 4
Hoe hoog zijn de totale testkosten? Wie gaat deze kosten dragen?
Antwoord 4
De oorspronkelijke raming voor het toegangtesten tot en met september zal naar beneden
worden bijgesteld en ongeveer 500 miljoen euro betreffen. In deze kostenraming is
meegenomen: exploitatie en bouwen teststraten, personeelskosten, ICT-infrastructuur,
opleidingen en trainingen, een callcenter en geld voor onderzoek en begeleiding in
de test fase tot en met september.
Vraag 5
Wie gaat verdienen aan deze plannen voor Testen voor Toegang? Hoeveel?
Antwoord 5
De Stichting Open Nederland heeft een non-profit karakter. De uitvoering van het testen
wordt gedaan door private partijen.
Vraag 6
Worden deze kosten doorberekend aan deelnemende organisaties/evenementen?
Antwoord 6
Nee
Vraag 7
Hoe betrouwbaar zijn de tests die gebruikt worden voor de pilot Testen voor toegang?
Welk risico is er bij deze opzet en het gebruik van deze testen op een toename van
het aantal besmettingen met COVID-19?
Antwoord 7
Bij de selectie van testmethoden worden enkel testmethoden gebruikt die voldoende
gevalideerd zijn voor mensen zonder klachten en zonder bekende blootstelling en waarvan
het OMT heeft aangegeven dat de methode betrouwbaar voor deze groep gebruikt kan worden.
Het betreft hier de antigeentesten.
Vraag 8
Klopt het dat gebruik wordt gemaakt van sneltests van Abbott, die volgens onderzoek
van het Leids Universitair Medisch Centrum 40 procent van de coronagevallen mist?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Er wordt gebruik gemaakt van antigeen testen die in verschillende inkooprondes door
Dienst Testen in opdracht van VWS zijn ingekocht, waaronder ook de Abbott test. Deze
test is uitvoerig gevalideerd in verschillende landen en wordt op dit moment in 18
EU-lidstaten in de praktijk gebruikt2.
Vraag 9
Op basis van welke informatie is gesteld dat tussen het testen en het evenement een
termijn van 40 uur mag zitten? Is het aanhouden van zo’n ruim tijdsframe verantwoord?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
Toen we hierover begin 2021 hebben besloten gold het volgende: een test met een negatieve
uitslag mag niet meer dan 40 uur eerder zijn afgenomen op het moment dat de geteste
persoon de pilot wil bezoeken. Voor deze geldigheidsduur van een negatief testresultaat
is om praktische redenen gekozen. Uw Kamer is hierover met de stand van zaken brief
van 24 februari 2021 geïnformeerd. Weliswaar heeft het OMT in het 100e advies geadviseerd een termijn van 24 uur aan te houden, maar het OMT heeft ook in
het 94e advies al aangegeven dat de uitslag van antigeentesten een geldigheid van
maximaal 48 uur heeft, rekening houdend met het specifieke doel waarvoor de test wordt
afgenomen. Het kabinet wil daarom als uitgangspunt hanteren dat een testuitslag 48
uur geldig is, ongeacht het type test, maar alleen als de omstandigheden dit toelaten.
Dit betreft de epidemiologische situatie enerzijds en het risicoprofiel van de activiteit
anderzijds. Een testbewijs heeft meer waarde als men tot 48 uur na afname van de test
de tijd heeft om aan een activiteit deel te nemen of een voorziening te bezoeken.
Ook voor de uitvoerbaarheid (inplannen van de testen in de tijd) is het complicerend
wanneer het moment van testafname en het moment van toegang te dicht op elkaar liggen.
Omwille van de uitvoerbaarheid van de inzet van testbewijzen werd vervolgens uitgegaan
van de duur van een deelname of bezoek van niet meer dan 8 uur. Dit resulteerde in
een maximale geldigheidsduur van het testresultaat van 40 uur.
Met ingang van dinsdag 13 juli zijn toegangstesten niet meer voor 40 uur geldig, maar
voor 24 uur. Dit naar aanleiding van de veranderde epidemiologische situatie.
Vraag 10
Hoe komt het dat verschillende organisaties onvoldoende op de hoogte waren van hun
betrokkenheid bij de pilot en verrast waren dat zij waren opgenomen in de lijst met
evenementen?
Antwoord 10
Bij het bekendmaken van de activiteiten die geselecteerd waren voor de uitvoering
van pilots bleek dat er ook enkele organisatoren waren die hier niet van op de hoogte
waren. Uiteraard betreurt het kabinet dat dit heeft kunnen gebeuren. De selectie van
pilots is tot stand gekomen na overleg tussen de betrokken ministeries en de verschillende
brancheorganisaties. Doordat een aantal pilots nog als concept op de definitieve lijst
zijn beland zijn heeft dit hier en daar tot verrassing geleid bij enkele organisatoren
die hier niet of onvoldoende van op de hoogte waren gesteld door betrokken partijen.
Vraag 11
Wie is betrokken bij de stichting Open Nederland? Kan worden gegarandeerd dat deze
stichting zorgvuldig omgaat met de (medische) gegevens van deelnemers? Hoe is dit
gewaarborgd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 11
Stichting Open Nederland is opgericht door oud-commandant der strijdkrachten de heer
Tom Middendorp. De statutaire bestuurders van deze Stichting zijn Paul van Roozendaal
en Chris Smulders. Sinds juli zijn de taken van Tom Middendorp als voorzitter overgenomen
door Pier Eringa. Tom Middendorp blijft aan als adviseur.
In de opdrachtverstrekking aan de Stichting Open Nederland staan eisen opgenomen waardoor
de stichting zorgvuldig moet omgaan met de (medische) gegevens van deelnemers. Ook
staat opgenomen dat de stichting aan de geldende regelgeving moet voldoen; welke onder
andere gaat over de bewaartermijn van gegevens van de deelnemers. Op grond van artikel
7:454, derde lid, BW en artikel 7:454, derde lid, BW BES bedraagt de bewaartermijn
van medische dossiers 20 respectievelijk 10 jaar. Voor medische dossiers met uitsluitend
een testuitslag wordt hierop een uitzondering gemaakt in het wetsvoorstel «Tijdelijke
wet testbewijzen Covid-19» van 1 jaar. De Stichting zelf heeft geen toegang tot deze
persoonsgegevens.
Vraag 12
Kunt u deze vragen voor aanvang van het eerstvolgende debat over de ontwikkelingen
rondom het coronavirus op donderdag 15 april beantwoorden?
Antwoord 12
Door omstandigheden is het helaas niet gelukt deze vragen te beantwoorden voor 15 april
jl. Daarom heb ik de vragen beantwoord in lijn met de huidige situatie.
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Hijink (SP),
ingezonden 9 april 2021 (vraagnummer 2021Z05622).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.