Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rudmer Heerema en Van der Woude over het boek ‘Amalia, de plicht roept’ van Peter Rehwinkel
Vragen van de leden Rudmer Heerema en Van der Woude (beiden VVD) aan de Minister-President over het boek «Amalia, de plicht roept» van Peter Rehwinkel (ingezonden 23 september 2021).
Antwoord van Minister Rutte (Algemene Zaken), mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 12 oktober 2021).
Vraag 1, 2 en 3
Bent u bekend met het boek «Amalia, de plicht roept» van Peter Rehwinkel waarin de
hypothese wordt besproken dat Prinses Amalia de troon zal moeten opgeven als zij zou
willen trouwen met een partner van hetzelfde geslacht?1
Klopt het dat een troonopvolger afstand moet doen van de troon wanneer hij/zij zou
willen trouwen met een partner van hetzelfde geslacht en is dat nog steeds het standpunt
van de regering? Vindt u dat dit past bij de normen en waarden van Nederland anno
2021? In hoeverre wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat een troonopvolger
zou willen trouwen met een partner van hetzelfde geslacht? In hoeverre komen kinderen
die voortkomen uit een huwelijk tussen een troonopvolger en een partner van hetzelfde
geslacht in aanmerking voor het koningschap?
Deelt u de mening dat de Nederlandse troonopvolger ook zou moeten kunnen trouwen met
een partner van hetzelfde geslacht en dientengevolge niet uitgesloten zou moeten worden
van het koningschap? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 1, 2 en 3
Het kabinet vindt dat de erfopvolger ook kan trouwen met een persoon van hetzelfde
geslacht en ziet geen beletsel voor een toestemmingswet voor een huwelijk van een
erfopvolger met een persoon van hetzelfde geslacht. Het kabinet ziet dus niet dat
een troonopvolger of de Koning afstand zou moeten doen van de troon wanneer hij/zij
zou willen trouwen met een partner van hetzelfde geslacht.
Wat betreft de gevolgen van zo’n huwelijk voor de grondwettelijke erfopvolging, merk
ik het volgende op. Het doel van de grondwettelijke bepalingen over erfopvolging is
om op objectieve en eenduidige gronden vast te stellen op wie het koningschap overgaat
en hierdoor de staatkundig gewenste zekerheid te bereiken omtrent de erfopvolging.
Het moderne familierecht biedt veel ruimte aan het maatschappelijk leven voor het
(doen) vestigen van familierechtelijke betrekkingen. Het is onvermijdelijk dat er
fundamenteel een spanning is met het gesloten systeem van erfopvolging in de Grondwet,
dat juist beoogt om op objectieve en eenduidige gronden vast te stellen op wie het
koningschap overgaat. Het is duidelijk wie Koning is en wie hem opvolgt. In het kader
van de behandeling van een toekomstige toestemmingswet kan door de regering en de
Staten-Generaal zo nodig nader stil worden gestaan bij de afstammingsrechtelijke positie
van kinderen geboren uit het desbetreffende huwelijk in relatie tot het dan geldende
afstammingsrecht.
Het is niet dienstig om nu vooruit te lopen op een dergelijke weging omtrent de erfopvolging
in het kader van een toestemmingswet. Dit is te zeer afhankelijk van de feiten en
omstandigheden van het specifieke geval, die, zoals je ook terugkijkend kunt vaststellen
bij het familierecht, door de tijd heen ook kunnen veranderen.
Vraag 4
Kunt u zorgen dat deze vragen voor de behandeling van de begroting van de Koning beantwoord
worden?
Antwoord 4
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister-president -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.