Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Kathmann over het bericht dat verdachtenverhoor bij de politie tekortschiet
Vragen van lid Kathmann (PvdA) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat verdachtenverhoor bij de politie tekortschiet (ingezonden 30 augustus 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 6 oktober 2021).
            Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 4091.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Verdachtenverhoor politie schiet tekort: «Taart voor
               recherche bij bekentenis»»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Wat vindt u ervan dat volgens RTL de verhoorders onvoldoende bekwaam zijn en zichzelf
               overschatten?
            
Antwoord 2
            
Vanuit mijn ministerie is er frequent contact met de politie over politieverhoren
               en de ontwikkelingen daaromtrent. Uiteraard is er altijd ruimte voor verbetering,
               maar het in het artikel geschetste algemene beeld herken ik niet. De politie investeert
               in vakbekwaamheid omtrent verhoor, zowel door middel van onderwijs op de Politieacademie,
               als door ontwikkelingen in de praktijk. De politie zet zich ervoor in relevante onderzoeksresultaten
               te vertalen naar de politiepraktijk. Zo heeft de politie interventies gepleegd naar
               aanleiding van onderzoeksbevindingen waaruit bleek dat politiemensen meenden kwetsbaren
               in een verhoorsituatie meestal te herkennen, terwijl dat in de praktijk niet altijd
               zo was.
            
Vraag 3
            
Klopt het dat het verbeteren van de verhoren geen prioriteit hebben gehad bij de politie?
               Zo ja, waarom had het verbeteren van de verhoren geen prioriteit?
            
Antwoord 3
            
Nee, het politievak en -onderwijs, waaronder verhoor, zijn voortdurend in ontwikkeling.
               Het verdachtenverhoor voldoet aan de normen van de Nederlandse wet- en regelgeving.
               Deze normen worden voortdurend bijgesteld door nieuwe inzichten op basis van (internationaal)
               (wetenschappelijk) onderzoek en door maatschappelijke maatstaven.
            
Vraag 4
            
Wat vindt u van de claim dat het lesboek uitgaat van verhoorstrategieën die niet wetenschappelijk
               onderbouwd zijn?
            
Antwoord 4
            
Het lesboek (de Handleiding Verhoor) is bedoeld als praktisch handboek. De inhoud
               is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, dat praktisch is vertaald naar de uitvoeringspraktijk
               van de agent. De Handleiding wordt periodiek geactualiseerd aan de hand van recente
               (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van wetgeving, wetenschappelijk onderzoek
               en jurisprudentie. Zo bevat de meeste recente druk ook inzichten over de richtlijnen
               verhoor van de Verenigde Naties.
            
Vraag 5
            
Waarom heeft het openbaar ministerie (OM) ervoor gekozen om de aanwijzing over het
               opnemen van politieverhoren te schrappen?
            
Antwoord 5
            
De OM-aanwijzing is omgezet in een instructie. De aanwijzing was toe aan inhoudelijke
               actualisering en was daarnaast niet in lijn met uitgangspunten voor de vorm en inhoud
               van OM-beleidsregels. De omzetting past in een omvangrijker traject van het OM waarin
               het bestand van OM-beleidsregels wordt opgeschoond, omdat de vaste lijn voor onderscheid
               tussen de verschillende type beleidsregels (strafvorderingsrichtlijn, aanwijzing,
               instructie) verwaterd bleek. In dit traject wordt strikter onderscheid gemaakt tussen
               de typen beleidsregels en worden bestaande beleidsregels waar nodig omgevormd naar
               het type dat het beste bij de inhoud van de regeling past. Uitgangspunt hierbij is
               dat in OM-aanwijzingen de rechtsregels worden neergelegd waar derden een beroep op
               kunnen doen, dat in OM-instructies de rechtsregels worden neergelegd die louter strafrechtketeninterne
               werking hebben, en dat geen vermenging plaatsvindt.
            
In dit geval is bij de inhoudelijke actualisering van de aanwijzing geconstateerd
               dat deze eerst en vooral strafrechtketeninterne instructienormen – gericht tot het
               OM en de opsporingsinstanties die het aangaat – bevatte. Voor zover deze instructienormen
               raken aan het gezag van het OM, zijn deze, in de vorm van tot de opsporingsinstanties
               gerichte kaderstellende voorschriften, in de instructie ondergebracht. Voorbeelden
               hiervan zijn de kaders voor de cameraopstelling bij audiovisuele registratie van een
               verhoor en de voorschriften ten aanzien van de integriteit van de vastgelegde (digitale)
               registraties. Een eventuele nadere invulling van deze kaders is aan de opsporingsinstanties.
               De opsporingsinstanties zijn belast met de praktische uitvoering van wet- en regelgeving.
               Dit brengt mee dat gedetailleerde beheervoorschriften, zoals die in de vervallen aanwijzing
               en bijlagen waren opgenomen, niet op hun plaats zijn in een OM-beleidsregel. Deze
               zijn dus ook niet teruggekeerd in de instructie. Met de inwerkingtreding van de instructie
               is de aanwijzing komen te vervallen.
            
Vraag 6
            
Waarom is de instructie betreffende het opnemen van een verhoor niet openbaar?
Antwoord 6
            
OM-aanwijzingen hebben rechtskracht en binden het OM op grond van beginselen van een
               behoorlijke procesorde voor zover het gaat om voorschriften die zich naar hun inhoud
               en strekking ertoe lenen jegens betrokkenen als rechtsregels te worden toegepast.
               Burgers kunnen aan dergelijke rechtsregels rechten ontlenen. Met het oog hierop worden
               aanwijzingen gepubliceerd in de Staatscourant en bekend gemaakt op www.om.nl. Dat geldt niet voor OM-instructies. Instructies hebben als zodanig geen externe
               werking; derden kunnen er geen rechten aan ontlenen. Om misverstanden hierover te
               voorkomen worden instructies niet openbaar gemaakt. In onze beantwoording van vraag
               5 staat toegelicht waarom het OM bij de actualisering van de aanwijzing voor de vorm
               van een instructie heeft gekozen.
            
Vraag 7
            
Bent u het met de mening eens dat het, met oog op de eerlijke procesgang van verdachten,
               wenselijk is als de instructie openbaar is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u ervoor
               zorgen dat de instructie openbaar wordt gemaakt?
            
Antwoord 7
            
Zoals gezegd is de rechtspositie van verdachten op geen enkele manier afgezwakt door
               de vervanging van de OM Aanwijzing door een instructie. In antwoord 6 staat nader
               omschreven waarom de instructie niet openbaar is. Ik sta achter dit door het OM gehanteerde
               publicatiebeleid.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.