Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de inzet van ambtenaren voor een privékwestie
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister-President en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de inzet van ambtenaren voor een privékwestie (ingezonden 16 september 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens Minister van Algemene Zaken.
Vraag 1
Is het waar dat de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
gebruik heeft gemaakt van de diensten van ambtenaren om advies te krijgen over een
privékwestie?1
Antwoord 1
Bij het antwoord op deze vraag is van belang dat aangelegenheden in de privésfeer
van invloed kunnen zijn op het functioneren als bewindspersoon.4 Daarmee wordt dan het ambt geraakt. Aantijgingen die de integriteit van een bewindspersoon
in twijfel trekken, kunnen van negatieve invloed zijn op de taken die aan het ambt
zijn toebedeeld. Dit speelt te meer nu bij een aantal van de taken van de Staatssecretaris
de integriteit van het overheidsbestuur nadrukkelijk aan de orde is. In het antwoord
op vraag 2 van de leden Arib en Kathmann (2021Z15711, ingezonden 16 september 2021) over deze aangelegenheid is beschreven welke werkzaamheden
het ministerie in dit geval heeft verricht.
Vraag 2
Klopt het dat het topambtenaren niet is toegestaan om gebruik te maken van ambtelijke
diensten voor privézaken? Waarom hebben deze regels niet gegolden in deze kwestie?2
Antwoord 2
Als ambtenaar dien je het algemeen belang. Dit betekent onder meer dat geen sprake
mag zijn van belangenverstrengeling en dat je zorgvuldig omgaat met de bevoegdheden,
middelen en informatie die je vanuit het ambt ter beschikking staan. De Gedragscode
Integriteit Rijk is hierbij een leidraad. Voor bewindspersonen geldt als richtlijn
het «Blauwe Boek» (Handboek voor bewindspersonen). Zie hierover het antwoord op vragen
6 en 7.
Vraag 3
Waarom zijn volgens u «ernstige aantijgingen die de integriteit van de Staatssecretaris
raken [zijn] relevant voor het openbaar functioneren»? Is dit een goede reden om ambtelijke
hulp te krijgen vanuit het ministerie, terwijl deze aantijgingen niet gaan over de
werkzaamheden van de bewindspersoon en zelfs gaan over privéomstandigheden die niet
speelden ten tijde van de vervulling van het ambt als Staatssecretaris?
Antwoord 3
Het ministerie ondersteunt de bewindspersonen in hun hoedanigheid als bewindspersoon.
Een aangelegenheid in de privésfeer kan echter onder omstandigheden van invloed zijn
op het functioneren als bewindspersoon, ook als het gaat om een gebeurtenis van langer
geleden. In de Gedragscode Integriteit Rijk wordt gewaarschuwd dat gedrag van ambtenaren
in de privésfeer de overheid in een negatief daglicht kan stellen. Dit geldt te meer
voor bewindspersonen. Het ministerie heeft mede als taak om de bewindspersonen te
adviseren over de vraag wanneer een aangelegenheid in de privésfeer van invloed is
op het functioneren als bewindspersoon.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de bijstand tot stand is gekomen? Is hierover overleg geweest
op het ministerie? Zo ja, met wie precies?
Antwoord 4
In het antwoord op vraag 2 van de leden Arib en Kathmann (vraagnummer 2021Z15711, ingezonden 16 september 2021) is de gang van zaken binnen het ministerie beschreven
en is aangegeven welke afwegingen hierbij zijn gemaakt.
Vraag 5
Is het gebruikelijk dat bewindspersonen de landsadvocaat mogen inschakelen voor juridisch
advies over privékwesties? Wie betaalt die juridische bijstand precies?
Antwoord 5
Zoals beschreven in het antwoord op vraag 1 van de leden Arib en Kathmann, heb ik
(de Minister van BZK) de landsadvocaat gevraagd advies uit te brengen. Het betrof
een adviesvraag van publiek belang. Het ging om de vraag of er aanleiding bestaat
voor de staat om de kosten te vergoeden van het inschakelen van een advocaat door
de Staatssecretaris, en om de achterliggende vraag hoe ver de ministeriële verantwoordelijkheid
in dit geval reikt. Het verzoek zag uitsluitend op deze kwestie en dus niet op de
privéaangelegenheid zelf. Het verzoek om advies is namens mij gedaan ten behoeve van
mijn besluitvorming. Het advies is daarom betaald door het ministerie. De landsadvocaat
heeft voor dit advies € 4.173,68 in rekening gebracht bij het ministerie.
Vraag 6 en 7
Waarom zijn er geen regels voor bewindspersonen met betrekking tot het gebruik maken
van ambtenaren voor privékwesties, zoals de Raad van Europa aanbeveelt?
Bent u bereid alsnog met bindende regels hieromtrent te komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6 en 7
In een brief van 6 juli 2021 (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 107)6 heeft het kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de aanbevelingen
van de GRECO inzake het integriteitsbeleid voor bewindspersonen. In deze brief is
aangegeven dat, in lijn met hetgeen de GRECO aanbeveelt, gedragsregels voor bewindspersonen
voor integer handelen van belang zijn en dat deze zullen worden opgenomen in een aparte
gedragscode en daarna in het Handboek voor bewindspersonen (het «Blauwe Boek»). Het
kabinet zal de Kamer op korte termijn informeren over de stand van zaken bij de uitvoering
van deze aanbevelingen.
Vraag 8
Erkent u dat het ontbreken van duidelijke richtlijnen over ambtelijke bijstand ambtenaren
in een kwetsbare positie brengt, waarbij het moeilijk is om hun diensten te weigeren
aan een bewindspersoon? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
De regel is dat het ministerie de bewindspersonen ondersteunt in hun hoedanigheid
als bewindspersoon. Dit kan mede zien op privéaangelegenheden, voor zover een dergelijke
aangelegenheid van invloed zou kunnen zijn op het functioneren als bewindspersoon.
Deze regel is naar mijn mening voldoende duidelijk, al kan de afweging in een concrete
situatie complex zijn. Als daarover binnen een departement twijfels bestaan, moet
daarover gesproken kunnen worden. Het is aan de secretaris-generaal om zo nodig aan
te geven waar de grens van de ambtelijke ondersteuning ligt.
Vraag 9
Bent u geadviseerd, bijvoorbeeld door uw ambtenaren zelf, om geen gebruik te maken
van de kennis en tijd van ambtenaren voor deze kwestie? Zo ja, kunt u deze stukken
openbaar maken?
Antwoord 9
Ik ben na mijn terugkeer enkele malen door de secretaris-generaal van BZK mondeling
op de hoogte gesteld van deze aangelegenheid en van de betrokkenheid van het departement.
Over de vraag of het ministerie de kosten van het inschakelen van een advocaat door
de Staatssecretaris zou moeten betalen, ben ik via een ambtelijke nota geïnformeerd
en door de landsadvocaat. De betreffende stukken zijn als bijlage7 bij deze antwoorden gevoegd, met uitzondering van het advies van de landsadvocaat.
Voor de toelichting op het besluit om dit advies niet openbaar te maken verwijs ik
u naar het antwoord op vraag 7 van de leden Arib en Kathmann over deze aangelegenheid
(2021Z15711, ingezonden 16 september 2021). De Minister-President is op of omstreeks 15 mei 2020
mondeling door de Staatssecretaris op de hoogte gesteld van deze aangelegenheid.
Vraag 10
Wie handhaaft de integriteitsregels voor ambtenaren op het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties? Hoe is dat rondom deze kwestie gegaan?
Antwoord 10
De naleving van de integriteitsregels is een zaak waar iedere ambtenaar een rol in
speelt. Handhaving van deze regels is een verantwoordelijkheid van leidinggevenden
binnen het ministerie. De ambtelijke eindverantwoordelijkheid ligt bij de secretaris-generaal.
De politieke verantwoordelijkheid voor het departement ligt bij de Minister. In het
antwoord op vraag 2 van de leden Arib en Kathmann over deze aangelegenheid (2021Z15711, ingezonden 16 september 2021) is weergegeven hoe in dit geval gehandeld is.
Vraag 11
Is het gebruikelijk dat het Kadaster vragen van journalisten over een individuele
kwestie doorspeelt aan medewerkers van het ministerie? Waarom is dat hier wel gebeurd?
Hoe beoordeelt u dit?
Antwoord 11
In het geval er persvragen zijn gesteld aan een bestuursorgaan die mede een ander
bestuursorgaan of derde betreffen, dan is het gebruikelijk dat betreffende bestuursorgaan
of derde wordt geïnformeerd. Te meer als het mogelijk een situatie betreft waarbij
de integriteit van een bewindspersoon aan de orde kan komen.
Vraag 12
Kunt u deze vragen beantwoorden voor 27 september aanstaande? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Deze vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Arib en Kathman
(beiden PvdA), ingezonden 16 september 2021 (vraagnummer 2021Z15711).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.