Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Wijngaarden en Rajkowski over het bericht 'Minister Bijleveld en Admiraals Kramer en Tas uiten zorgen tijdens commando-overdracht'
Vragen van de leden Van Wijngaarden en Rajkowski (beiden VVD) aan de Minister van Defensie over het bericht «Minister Bijleveld en Admiraals Kramer en Tas uiten zorgen tijdens commando-overdracht» (ingezonden 13 september 2021).
Antwoord van Minister Kamp (Defensie) (ontvangen 4 oktober 2021).
Vraag 1
Kunt u een nadere duiding geven van de waarschuwing dat «De aanwezigheid van Russische
onderzeeërs in de Noordzee is reden tot zorg. Soms vertonen zij verdacht gedrag, wat
erop kan duiden dat mogelijk datakabels worden afgetapt met vitale informatie over
onze economie en veiligheid»?1
Antwoord 1
De opbouw van het Russisch militair vermogen oefent druk uit op het NAVO-bondgenootschap.
Een specifieke dreiging gaat uit tegen onderzeese infrastructuur (bijvoorbeeld onderzeekabels).
Russische entiteiten brengen deze infrastructuur in kaart en ondernemen activiteiten
die mogelijk duiden op spionage en op voorbereidingshandelingen voor verstoring en
sabotage.2
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel datakabels en data er Nederland in- en uitstromen via de zee
in vergelijking met andere relevante landen, en daarbij tenminste ingaan op Frankrijk,
Groot-Brittannië, België, Denemarken, Noorwegen en Zweden? Kunt u hierbij ook aangeven
in hoeverre het gaat om data van Nederlandse instellingen, dan wel data van buitenlandse
entiteiten die via Nederland wordt doorgeleid?
Antwoord 2
Landen worden onderling met elkaar verbonden door glasvezelverbindingen over land
en door de zee. Verbindingen door de zee zijn daarbij essentieel om continenten met
elkaar te verbinden en om lange afstanden af te leggen. Er landen in Nederland op
dit moment elf kabels aan waarvan zeven kabels Nederland met de oostkust van Groot-Brittannië
verbinden, één kabel met het zuiden van Groot-Brittannië, twee kabels met Denemarken
en één kabel met België. Groot-Brittannië is vervolgens met meerdere zeekabels verbonden
met Noord-Amerika, Frankrijk, Spanje, België Ierland, IJsland, Denemarken en Noorwegen.
Groot-Brittannië heeft een groot aantal kabels omdat het immers voor een groot deel
afhankelijk is van connectiviteit via zeekabels. België is over zee enkel verbonden
met Nederland en Groot-Brittannië. Zoals eerder vermeld is Denemarken verbonden met
Nederland, verder heeft zij zeekabelverbindingen naar Noorwegen, Zweden, Duitsland,
IJsland en Groot-Brittannië. Noorwegen heeft verder nog een zeekabelverbinding met
Ierland. Zweden heeft gezien haar ligging alleen verbindingen via de Oostzee waardoor
zij een zeekabelverbinding heeft met Estland, Letland, Litouwen, Polen en Finland.
Een actueel overzicht van alle zeekabels is online te raadplegen3.
Een enkele kabel kan tientallen terabits/s zo niet honderden terabits/s verzenden.
Het is niet te zeggen hoeveel data daarvan data betreft van Nederlandse instellingen
of bedrijven dan wel buitenlandse entiteiten. Wel kan gesteld worden dat verkeer over
(Trans-Atlantische)zeekabels internationaal verkeer is en dat veel data dat al dan
niet via Nederland gestuurd wordt, ook onderweg is naar andere landen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het zorgen voor de integriteit van deze data een vitaal nationaal
belang is, ook op het moment dat deze data zich in een kabel bevinden die buiten de
Nederlandse territoriale wateren ligt?
Antwoord 3
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 1 vormen statelijke dreigingen een risico voor
de veiligheid van zeekabels4. Zeekabels die data transporteren vormen een belangrijk onderdeel van de mondiale
digitale ruimte. Zoals aangegeven in het Cybersecuritybeeld Nederland 2021 zijn al onze digitale processen, waaronder vitale processen, sterk verweven en afhankelijk
van deze mondiale digitale ruimte. Wanneer statelijke actoren op grote schaal onderzeese
kabels aftappen voor inlichtingenvergaring of – ten tijde van conflicten – die kabels
saboteren schendt dat de integriteit en exclusiviteit van data met mogelijk grote
gevolgen voor het functioneren van digitale processen waaronder vitale processen5. Wanneer vitale processen worden aangetast kan dat gevolgen hebben voor de Nederlandse
nationale veiligheid. Om die reden vindt het Kabinet, zoals aangegeven in de brief
Veiligheid van zeekabels van 2 juli 2021, het belangrijk dat zeekabels veilig zijn
en volgt de ontwikkelingen rond de veiligheid van zeekabels, zowel binnen als buiten
de territoriale wateren, nauwlettend. In dat kader staat de veiligheid van zeekabels
ook internationaal op de agenda bij de NAVO en de EU6.
Vraag 4
Welke risico’s zijn er voor de positie van Nederland als Europese data hub indien
Nederland de integriteit van deze data niet kan beschermen?
Antwoord 4
De bescherming van data is geen uitdaging die zich beperkt tot Nederland en ook zeker
niet tot zeekabels. Datastromen gaan via kabels over land door internet exchanges,
datacenters en zeekabels en kunnen hiermee ook andere landen en continenten doorkruisen.
Op het gebied van regulering van data gaat er de komende tijd met de uitwerking van
de Digital Governance Act (DGA) en de Data Act (DA) in Europa veel veranderen juist
ook om op het gebied van integriteit meer waarborgen te hebben. Deze regulering is
namelijk gericht op het versterken van de governance van de interne markt voor data,
op het beter delen en beschikbaar maken van data, en op het creëren van waarborgen
voor beschermde data in de internationale context.
Vraag 5
Betekent de inschatting dat «mogelijk datakabels worden afgetapt» dat er geen goed
zicht is op de vraag of dit daadwerkelijk gebeurt?
Antwoord 5
Om operationele redenen kunnen we hierop geen nadere toelichting geven.
Vraag 6
Maken verdachte scheepsbewegingen in de regel onderdeel uit van diepzeewater onderzoeksinstituut
GUGI of gebeurt het ook buiten dat verband?
Antwoord 6
Verdachte scheepsbewegingen gebeuren ook buiten dit verband.
Vraag 7
Welke maatregelen vinden er op dit moment plaats om datakabels te beschermen?
Antwoord 7
Zoals de Minister van Defensie eerder aan uw Kamer tijdens het Commissiedebat over
de NAVO-top op 7 juni jl. heeft aangegeven, houdt ook de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
(NAVO) de ontwikkelingen rond de veiligheid van zeekabels in de gaten. Ook in het
onderwaterdomein geldt dat het versterken van de bondgenootschappelijke afschrikking
en verdediging van belang is. Daarnaast is er onlangs in VN-verband door de United
Nations Group of Governmental Experts (UNGGE) bij consensus de aanbeveling vastgesteld
dat staten geen actie mogen ondernemen die opzettelijk kritieke infrastructuur beschadigt
of anderszins het gebruik van kritieke infrastructuur schaadt, zoals infrastructuur
tussen verschillende staten die essentieel is voor de algemene beschikbaarheid of
integriteit van het internet.
Zeekabels die zijn aan te merken als onderdeel van openbare elektronische communicatienetwerken
en -diensten moeten voldoen aan de gestelde zorgplichten in de Telecommunicatiewet
(Tw).7
Gezien het grensoverschrijdende karakter van de zeekabels en de data die erover getransporteerd
wordt, is Europese en internationale samenwerking essentieel.
Vraag 8
Zijn er afspraken gemaakt met de eigenaren van de kabels om elke storing te melden?
Antwoord 8
Aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken en -diensten op grond
van artikel 11a.2, eerste lid Tw een meldplicht van incidenten. Dat betekent dat zij
incidenten waarbij er sprake is van een inbreuk op de veiligheid of een verlies van
integriteit, waardoor de continuïteit van openbare elektronische communicatienetwerken
en openbare elektronische communicatiediensten in belangrijke mate worden onderbroken,
moeten melden bij toezichthouder Agentschap Telecom. Andere Europese lidstaten kennen
een soortgelijke meldplicht.
Vraag 9
Wordt elke melding van een storing onderzocht en geattribueerd?
Antwoord 9
Agentschap Telecom beoordeelt meldingen die binnen komen op basis van de hiervoor
genoemde Tw. Bij voldoende aanleiding kan een melding leiden tot de start van een
onderzoek. In Nederland zijn geen incidenten met zeekabels gemeld.
Vraag 10
Welke instanties hebben mogelijk een rol bij het onderzoeken van incidenten? Spelen
ook civiele elementen zoals de kustwacht, Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)
of andere diensten een rol?
Vraag 10
Welke instanties hebben mogelijk een rol bij het onderzoeken van incidenten? Spelen
ook civiele elementen zoals de kustwacht, Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)
of andere diensten een rol?
Antwoord 11
Zoals eerder genoemd zijn hebben aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken
en -diensten op grond van artikel 11a.2, eerste lid Tw een meldplicht van incidenten.
Dat betekent dat zij incidenten waarbij er sprake is van een inbreuk op de veiligheid
of een verlies van integriteit waardoor de continuïteit van openbare elektronische
communicatienetwerken en openbare elektronische communicatiediensten in belangrijke
mate worden onderbroken moeten melden bij toezichthouder Agentschap Telecom. In Nederland
zijn geen incidenten gemeld bij het Agentschap Telecom op dit vlak.
Ook dienen aanbieders op grond van artikel 11.3 Tw technische en organisatorische
maatregelen te treffen ten behoeve van de veiligheid en beveiliging van de door hen
aangeboden netwerken en diensten in het belang van de bescherming van de persoonsgegevens
en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van abonnees en gebruikers. Indien
een inbreuk op die beveiliging zich voordoet heeft de aanbieder van een openbare elektronische
communicatiedienst op grond van artikel 11.3a Tw de verplichting die inbreuk, onverwijld
nadat hij die inbreuk heeft geconstateerd, te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
Bij de Autoriteit Persoonsgegevens zijn geen meldingen bekend op dit vlak.
Vraag 12
Zijn bedrijven die eigenaar of beheerder zijn van de datakabels verplicht om detectiesystemen
te hebben die het kunnen signaleren als een derde partij onder zee aan hun kabel zit?
Antwoord 12
Een aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken en -diensten moeten
op basis van artikel 11a.1 van de Tw passende technische en organisatorische maatregelen
nemen voor het beheersen van de risico’s voor de veiligheid en integriteit van hun
netwerken en diensten. Detectie kan daar een onderdeel van zijn, net zoals andere
maatregelen zoals sterke encryptie.
Vraag 13
Als de verplichtingen uit bovenstaande vragen niet bestaan, kunt u dan aangeven of
er landen binnen de NAVO of de EU zijn die een dergelijke verplichting wel hebben?
Antwoord 13
Zie antwoord vraag 12.
Vraag 14
Welke capaciteiten heeft de Nederlandse marine om Nederlandse datakabels te monitoren
en te beschermen, en in hoeverre worden deze capaciteiten daarvoor ingezet?
Antwoord 14
De Koninklijke Marine heeft op dit moment geen capaciteiten om Nederlands datakabels
te monitoren en te beschermen. De Koninklijke Marine beschikt wel over capaciteiten
(als fregatten, onderzeeboten en NH90 helikopters) voor indirecte datakabel bescherming
en kan daarmee oppervlakte eenheden en onderzeeboten detecteren, volgen en eventueel
neutraliseren.
Vraag 15
Welke meerwaarde bieden onderzeeboten bij het beschermen van datakabels?
Antwoord 15
Datakabels, of in bredere zin onderzeese infrastructuur, kunnen worden bedreigd door
onderzeeboten die speciaal zijn toegerust voor dit doel. Op deze manier kan een potentiele
tegenstander die over zulke onderzeeboten beschikt, onopgemerkt en dus ongehinderd
zijn doel bereiken. Deze heimelijke wijze van het bedrijven van offensieve seabed
warfare vormt een actuele en reële dreiging. Een effectief middel voor het bestrijden
van onderzeeboten, zijn eigen onderzeeboten. Dit is een kerntaak van de huidige en
toekomstige onderzeeboten van de Koninklijke Marine. De meerwaarde van onze eigen
onderzeeboten is onder andere het kunnen detecteren, monitoren en eventueel neutraliseren
van onderzeeboten gericht op seabed warfare. De wetenschap alleen al van mogelijke
inzet van onderzeeboten dwingt de opponent zijn eigen eenheden te beschermen, waardoor
hij zijn heimelijke capaciteiten minder makkelijk kan inzetten.
Vraag 16
Welke meerwaarde biedt een gespecialiseerd monitoringsschip zoals de Britse marine
gaat kopen als aangekondigd in de Britse defensievisie «Defence in a Competitive Age»?
Antwoord 16
Over de concrete meerwaarde van het genoemde monitoringsschip kan ik u op dit moment
niets toelichten omdat ik geen zicht heb op de volledige capaciteit hiervan.
Vraag 17
In hoeverre zijn Nederlandse datakabels straks minder beveiligd dan de Britse als
Nederland niet over een dergelijk schip beschikt?
Antwoord 17
Hierop kan ik u geen concreet antwoord geven omdat ik op dit moment geen volledig
zicht heb op de capaciteit van de Britten op dit vlak. Wel kan ik aangeven dat de
beveiliging van de fysieke zeekabels en de data die hierover getransporteerd wordt
altijd een internationale aangelegenheid zal zijn. We zijn hierover in gesprek binnen
het bondgenootschap.
Vraag 18
Welk risico’s voor sabotage van de kabels zijn er? Kunt u hierbij ook ingaan op de
mogelijkheid dat verdachte Russische activiteiten niet alleen dienen voor het aftappen
van gegevens, maar ook dienen als verkenning voor mogelijke latere sabotage, of dienen
om apparatuur te plaatsen die eventueel in een later stadium de kabels kan saboteren?
Antwoord 18
Er is een dreiging tegen onderzeese kabels en andere zeebodem-gebonden infrastructuur.
Over de precieze aard van deze potentiele dreiging kunnen we om operationele redenen
niet in gaan.
Vraag 19
Welke risico’s en kwetsbaarheden brengen bovengenoemde mogelijke Russische voorbereidingshandelingen
met zich mee voor de geopolitieke en militaire positie van Nederland en de NAVO in
het geval van een gewapend conflict of een escalatie van spanningen door middel van
hybride middelen?
Antwoord 19
In de huidige gemondialiseerde samenleving, waarin het economische en maatschappelijke
belang van met name internetverkeer steeds verder toeneemt, is het essentieel dat
de veiligheid van zeekabels gegarandeerd blijft. De NAVO houdt de ontwikkelingen rond
de veiligheid van zeekabels in de gaten. Zeekabels spelen thans ook een rol bij de
civiele en militaire communicatie tussen NAVO-bondgenoten. De bondgenootschappelijke
afschrikking en verdediging is daarom ook in het onderwaterdomein van groot belang.
Sinds 2014 heeft de NAVO de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging versterkt.
De NAVO heeft in dit kader de beschikking over zowel militaire als niet-militaire
capaciteiten en middelen om uitdagingen en dreigingen te adresseren in de vijf operationele
domeinen van het bondgenootschap, die naast zee ook land, lucht, de ruimte en cyber
betreffen.
Vraag 20
Kunt u bovenstaande vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 20
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Kamp, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.