Schriftelijke vragen : De daadwerkelijke inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand en het bericht ‘Consumentenbond torpedeert reclamecode voor online gokken’
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Kathmann (PvdA), Kuik (CDA), Van Nispen (SP), Van der Staaij (SGP), Pouw-Verweij (JA21), Ellemeet (GroenLinks), Gündogan (Volt), Omtzigt (Omtzigt) en Van Esch (PvdD) aan de Minister voor Rechtsbescherming, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de daadwerkelijke inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand en het bericht «Consumentenbond torpedeert reclamecode voor online gokken» (ingezonden 1 oktober 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Consumentenbond torpedeert reclamecode voor online
gokken»?1
Vraag 2
Bent u het met ons eens dat het van belang is kinderen, jongeren en andere kwetsbare
groepen zoals mensen met een verstandelijke beperking, te beschermen tegen op hen
gerichte reclame-uitingen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de artikel 2 lid 3 en 4 van het Besluit werving, reclame en
verslavingspreventie kansspelen, kansspelaanbieders verplicht wervings- en reclameactiviteiten
niet te richten op jongeren en andere kwetsbare groepen?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat marktpartijen het verbod op reclame gericht op jongeren zo interpreteren,
dat jonge mensen (tot 24 jaar) niet meer dan 30% van het publiek mogen uitmaken? Hoe
verhoudt dit zich tot het feit dat jongeren überhaupt maar 28% van de bevolking uitmaken?
Vraag 5
Deelt u de mening dat meer mag én moet worden gevraagd van kansspelaanbieders om te
voorkomen dat hun reclameactiviteiten zich richten op jonge mensen?
Vraag 6
Hoe gaat handhaving op genoemde artikelen plaatsvinden, nu niet tot een reclamecode
is gekomen?
Vraag 7
Is vanuit het ministerie overleg geweest met de Vergunde Nederlandse Online Kansspelaanbieders
(VNLOK) over de reclamecode of wervings- en reclameactiviteiten in algemene zin? Zo
ja, wanneer heeft dit plaatsgevonden, op welke wijze en welke invloed heeft dit gehad
op de uiteindelijke reclamecode die voorlag?
Vraag 8
Waarom heeft de regering de motie Vos c.s. (Kamerstuk 33 996, nr. 57) nooit uitgevoerd voor wat betreft het afdwingen van een tijdslot voor onlinereclame?
Vraag 9
Wanneer gaat u hier toe over? Welke maatregelen worden er nog meer genomen om jongeren
en andere kwetsbare groepen te beschermen tegen online reclame-uitingen?
Vraag 10
Welke prioriteit heeft dit in handhaving door de Kansspelautoriteit en waaruit blijkt
dit?
Vraag 11
Op welke wijze wordt uitvoering gegeven aan het amendement Vos (Kamerstuk 33 996, nr. 23)? Had dit amendement niet al vanaf 1 april tot een duidelijkere waarschuwing bij
advertenties moeten leiden?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Gericht aan
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Gericht aan
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Mirjam Bikker, Kamerlid -
Medeindiener
Barbara Kathmann, Kamerlid -
Medeindiener
A. Kuik, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
N. Gündogan, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Pieter Omtzigt, Kamerlid -
Medeindiener
C.E. Ellemeet, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
N.J.F. Pouw-Verweij, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Michiel van Nispen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.