Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Vestering en Wassenberg over stropers
Vragen van de leden Vestering en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over stropers (ingezonden 9 juni 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 30 september 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3192.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Politie pakt netwerk van stropers aan: «Ze zien
het als spannende hobby»»1, waarbij dieren volgens de politie op «gruwelijke wijze zijn gedood»?
Antwoord 1
Wij hebben vernomen van deze praktijken en keuren dit ten zeerste af.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de werkwijze van stropers waarbij reeën en hazen in de nacht
met een felle lamp of andere apparatuur worden opgespoord, waarna hazewindhonden de
uitgeputte dieren achtervolgen en doden? Kunt u bevestigen dat het gebruik van windhonden
bij de jacht verboden is?
Antwoord 2
Het is bij de politie bekend dat stropers allerlei verboden middelen inzetten bij
hun praktijken. In artikel 3.21 van de wet natuurbescherming is het verbod opgenomen
voor het uitoefenen van de jacht met behulp van lange honden (ook wel windhonden genoemd).
Vraag 3
Klopt het dat stropers ook gebruik maken van staffords, klemmen, strikken, mistnesten,
lijmstokken (de laatste twee voor het vangen van vogels), nachtkijkers en cameravallen
met gps?
Antwoord 3
Stropers gebruiken verschillende middelen voor het illegaal vangen en doden van in
het wild levende dieren. De genoemde middelen kunnen daar deel van uitmaken.
Vraag 4
Klopt het dat de politie bij het opsporen van het «netwerk van stropers», windhonden,
een auto, een geweer, jachtkleding en bevroren vlees van reekalfjes in beslag hebben
genomen?
Antwoord 4
Het klopt dat de politie dit in beslag heeft genomen voor het specifieke onderzoek
in Limburg, met uitzondering van de windhonden. Meer informatie kan ik niet met uw
Kamer delen aangezien ik niet in kan gaan op individuele gevallen of opsporingsinformatie.
Vraag 5
Wat is er met de windhonden gebeurd? Kunt u bevestigen dat deze dieren in beslag worden
genomen en een goed onderkomen krijgen? Wat is de hoogte van de straf die stropers
in Nederland kunnen verwachten?
Antwoord 5
De windhonden zijn niet in beslag genomen. De maximale straf voor stroperij is volgens
de Wet op economische delicten in geval van opzet 6 jaar. Over de strafmaat in Limburgse
zaak kunnen in deze fase van het onderzoek geen uitspraken worden gedaan. De rechter
zal de hoogte van straf uiteindelijk bepalen.
Vraag 6
Was u op de hoogte van de aanwezigheid van een «netwerk aan stropers»? Zo ja, sinds
wanneer en wat heeft u gedaan om deze stropers op te pakken? Zo nee, heeft u meldingen
ontvangen die u hiervoor waarschuwen?
Antwoord 6
De politie werkt op basis van feiten en omstandigheden. Zij ontvangt informatie van
groene boa’s, wildbeheereenheden en betrokken burgers. De genoemde stroperij is een
bekend fenomeen, dat van tijd tot tijd op verschillende locaties de kop op steekt.
Na het ontvangen van de meldingen over de casus in Limburg, is de politie na analyse
van de informatie een onderzoek gestart. Meer informatie kan ik niet met uw Kamer
delen aangezien ik niet in ga op individuele gevallen of opsporingsinformatie.
Vraag 7
Kunt u aangeven of in het opgerolde «netwerk aan stropers» ook jagers bevonden, die
buiten de grenzen van hun jachtveld of vergunning jagen?
Antwoord 7
Geen van de verdachten in deze zaak had een jachtakte.
Vraag 8
Klopt het dat stropers voornamelijk gevonden worden door meldingen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, hoeveel meldingen waren binnengekomen in Zuid-Limburg, waarna een onderzoek
werd gestart?
Antwoord 8
Observaties van betrokken burgers zijn essentieel in de meeste politieonderzoeken.
Met andere historische gegevens uit politiesystemen draagt het bij tot daderindicatie.
Gedurende het gehele onderzoek zijn er ruim 80 meldingen in Limburg ontvangen. Meldingen
zijn niet altijd direct herleidbaar tot een verdachte. Het informatiebeeld dat de
analyse van deze meldingen opleverde, heeft, na een proces van kiezen en prioriteren,
geleid tot de inzet van opsporingsmiddelen. Het gehele onderzoek, van de eerste melding
tot de aanbieding van het dossier aan het Openbaar Ministerie (OM), kan zodoende een
lange doorlooptijd hebben. Ook gedurende die tijd kunnen nog meldingen worden ontvangen.
In totaal vonden er de afgelopen vijf jaar in de eenheid Limburg negen opsporingsonderzoeken
met betrekking tot stroperij plaats. Zes van die onderzoeken zijn gestart naar aanleiding
van een melding en drie naar aanleiding van de waarnemingen van de politie.
Vraag 9
Hoeveel meldingen zijn er vorig jaar binnengekomen op landelijk niveau? Welke gebieden
scoren hoog? Is er onderzoek gedaan naar aanleiding van de meldingen? Zo ja, wat waren
de uitkomsten hiervan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
In totaal zijn er in 2020 bij de Nationale Politie 3.478 meldingen geregistreerd op
maatschappelijke klasse «flora en fauna», waar stroperij onder valt. Gebieden die
relatief hoog scoren zijn de Veluwe, de omgeving Deurne, de Brunssummerheide, de omgeving
Voerendaal en de omgeving Noordwijk.
De 3.478 meldingen betreffen zowel flora als fauna. Het fenomeen stroperij is daar
slechts een deel van. Het exacte aantal meldingen die dit type stroperij betreffen
kan alleen door handmatige analyse worden vastgesteld. Een dergelijke zoekslag vergt
zeer veel tijd en capaciteit van het OM en politie en is tot nu toe niet als proportioneel
gekenschetst.
Meldingen vinden plaats in de geografische context. Daar wordt in samenhang met andere
geografische informatie een overzicht gemaakt van casuïstiek. In weging met andere
zaken wordt dan gekozen of en hoe de casus wordt opgepakt.
Vraag 10
Kunt u aangeven of meldingen over stroperij zijn toe- of afgenomen over de afgelopen
tien jaar? Zijn de meldingen toegenomen sinds de enorme bezuinigingen op de buitenpolitie?
Hoeveel van deze meldingen gaan over jagers, die buiten de grenzen van hun jachtveld
of vergunning jagen?
Antwoord 10
Er kan maximaal vijf jaar teruggekeken worden in de systemen. De afgelopen vijf jaar
is landelijk het aantal meldingen met de maatschappelijke klasse «flora en fauna»
afgenomen. Een handmatige analyse is nodig om het aantal stroperijgerelateerde meldingen
vast te stellen. Een dergelijke zoekslag vergt zeer veel tijd en capaciteit van het
OM en politie en is tot nu toe niet als proportioneel gekenschetst.
De politie heeft een generieke taakstelling. Een zogenaamde «buitenpolitie» bestaat
niet. Elke regionale eenheid heeft politieambtenaren met expertise over dier-gerelateerde
criminaliteit in dienst.
Over het algemeen houden jagers zich aan de grenzen van aan hen toegekende jachtvelden
of waar zij als gastjager legitiem mogen jagen.
Vraag 11
Klopt het dat veel mensen bang zijn voor stropers en hierdoor geen getuigenverklaring
af durven te leggen? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat het veilig is voor mensen
om een verklaring af te leggen?
Antwoord 11
Melders, aangevers en getuigen van misdrijven vragen zich regelmatig af wat de gevolgen
kunnen zijn van het afleggen van een getuigenis. De positie van de getuige is wettelijk
geregeld en beschermd. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om via Meld Misdaad Anoniem
melding te doen van feiten.
Vraag 12
Is er onderzoek gedaan naar de omvang van stropersnetwerken en strooptochten in Nederland
en de reden dat de pakkans zo laag is? Zo ja, wat waren de uitkomsten en wanneer vond
dit onderzoek plaats? Zo nee, bent u bereid om een landelijk onderzoek in te stellen,
dat ook kijkt naar de oplossingsmogelijkheden om de pakkans te vergroten en de mogelijkheid
om politie weer in het buitengebied in te zetten?
Antwoord 12
De politie handelt altijd op basis van informatie. Dat is de essentie van het vak.
Daar waar landelijke betekenisvolle fenomenen ontstaan, zal de politie hierin optreden.
Weging van het politiewerk vindt altijd plaats in afstemming en in overleg met het
bevoegde gezag. Ook werkt de politie in toenemende mate samen met het landelijke netwerk
van boa’s.
Vraag 13
Kunt u een indicatie geven van de aantallen dieren die in de afgelopen tien jaar zijn
gedood door stropers? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Een volledig en juist overzicht kan niet worden gegenereerd. De dieren die heimelijk
tijdens het stropen worden bemachtigd kunnen immers niet worden geteld. Alleen de
bij politieonderzoek aangetroffen dieren zijn bekend. Dit aantal kan alleen door handmatige
analyse worden vastgesteld. Een dergelijke zoekslag vergt zeer veel tijd en capaciteit
van het OM en politie en is tot nu toe niet als proportioneel gekenschetst.
Vraag 14
Kunt u deze vragen per vraag beantwoorden, zonder naar antwoorden op andere vragen
te verwijzen?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.