Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen inzake wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake het steun- en herstelpakket vanaf het vierde kwartaal van 2021) (Kamerstuk 35902)
2021D36143 VERSLAG HOUDENDE LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Wijziging van de begrotingsstaat
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2021 (Derde
incidentele suppletoire begroting inzake het steun- en herstelpakket vanaf het vierde
kwartaal van 2021) (Kamerstuk 35 902).
De fungerend voorzitter van de commissie, Peters
De adjunct-griffier van de commissie, Van den Broek
Nr
Vraag
1
Klopt het dat een eenmanszaak na een persoonlijke storting van gelden de Bijstand
voor zelfstandigen (Bbz) moet terugbetalen, terwijl dit in het geval van de Noodmaatregel
Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)-regeling niet meegerekend is?
2
Is de Minister het eens dat zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), doordat wegens
een persoonlijke storting van gelden de Bbz moet worden terugbetaald, onevenredig
hard geraakt worden door de gevolgen van corona, en de steunmaatregelen ongelijkheid
vergroten?
3
Kan de Minister onderbouwen waarom met de terugbetalingsplicht in twee verschillende
regelingen, de NOW en Bbz, die hetzelfde doel dienen verschillend mee wordt omgegaan?
4
Kan een volledig overzicht gegeven worden van alle middelen en instrumenten, corona
gerelateerd en niet corona gerelateerd, die in 2021 en 2022 beschikbaar zijn of beschikbaar
komen voor re-integratie en (om)scholing, om mensen te begeleiden van werk(loosheid)
naar werk, en vanuit overschot- naar tekortsectoren?
5
Op welk aantal zelfstandigen, dat door het stopzetten van de Tijdelijke overbruggingsregeling
zelfstandig ondernemers (Tozo) en de tijdelijke wijzigingen van het Bbz recht heeft
op een Bbz-uitkering, is de verlaging met – € 7,4 miljoen voor de tijdelijke transitie
Bbz geraamd?
6
Wat is het «reeds ingezette (gemeentelijke) beleid tot eind 2022» waarvoor de gereserveerde
middelen voor 2022 voor de bijzondere bijstand (€ 15 miljoen), het gemeentelijk schuldenbeleid
(€ 30 miljoen) en de crisisdienstverlening via de regionale mobiliteitsteams (RMT’s)
(€ 75 miljoen) worden ingezet?
7
In hoeverre is de 35 miljoen euro tegemoetkoming Sociale Werkvoorziening (SW)-bedrijven
voldoende voor SW-bedrijven om overeind te blijven?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.E. van den Broek, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.