Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de jarenlange afsluiting van rijbanen op de Haringvlietbrug
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de jarenlange afsluiting van rijbanen op de Haringvlietbrug (ingezonden 7 juli 2021).
Antwoord van Minister Visser (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 24 september
2021).
Vraag 1 en 2
Bent u ervan op de hoogte dat er enorm veel weerstand is tegen de jarenlange afsluiting
van rijbanen op de Haringvlietbrug?1
Bent u ervan op de hoogte dat wethouders, de ANWB, forenzen en truckers enorm lange
files en omleidingen voorzien?
Antwoord 1 en 2
Ja, ik ben er van op de hoogte dat de maatregelen voor hinder zorgen voor de weggebruikers.
Ik betreur dit ook ten zeerste. Ik ben echter genoodzaakt om deze maatregelen te treffen
tot aan de vervanging van de klep omwille van de veiligheid van de weggebruiker en
de beschikbaarheid van de brug.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 5 augustus 2021 (2021Z14129) is door samenwerking tussen Rijkswaterstaat, het Openbaar Ministerie en de Veiligheidsregio
een oplossing gevonden om bij een maximum snelheid van 50 km/u twee versmalde rijstroken
in beide richtingen te kunnen handhaven. Hiermee wordt de doorstroming ten aanzien
van de eerder gecommuniceerde variant verbeterd. Deze maatregelen zijn per 23 augustus
jl. in werking gesteld. Tevens wordt per 4 oktober a.s. in beide richtingen de linkerrijstrook
op de Haringvlietbrug verbreed van 1,95 meter naar 2,35 meter. Hiermee wordt de doorstroming
verbeterd, omdat inhalen makkelijker wordt gemaakt. Om de weginrichting aan te passen,
heeft Rijkswaterstaat drie nachtafsluitingen nodig in het weekend van 1 tot 4 oktober.
Om de nachtafsluitingen optimaal te benutten en hinder zoveel mogelijk te beperken,
herstelt de aannemer tijdens de afsluitingen ook bestaande asfaltschade.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de nieuw ontworpen klemmen die zijn aangebracht achteraf niet
beter bestand waren tegen de verkeerstrillingen dan die van ervoor? Zo ja, waarom
is hier onvoldoende onderzoek naar gedaan?
Antwoord 3
Het ontwerp van de nieuwe klemmen is in 2017 tot stand gekomen uit een expertmeeting
van Rijkswaterstaat met verschillende aannemers en ingenieursbureaus. Daarbij is in
de verschillende fases van het ontwerpen van de nieuwe klemmen, constant het ontwerp
gevalideerd en geverifieerd. Na fabricage zijn er verschillende proeven gedaan en
in 2018 zijn de klemmen aangebracht bij de brug. De nieuwe klemmen hebben echter tot
onvoldoende resultaat geleid. In de klem moet de juiste voorspanning aanwezig zijn
om vast te blijven zitten. De wijze van bevestiging van de klemmen is van invloed
op het bereiken van de benodigde voorspanning. Momenteel wordt onderzocht of door
een andere wijze van bevestiging de klemmen beter vast blijven zitten. Er is op dit
moment echter nog geen zicht op een oplossing.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat er al in 2017 een mankement werd opgemerkt aan de Haringvlietbrug?
Zo ja, waarom is er niet snel daarna al een gesprek geweest met belanghebbenden?
Antwoord 4
De signalen uit 2017 zijn serieus opgepakt. Zo is de klep met een spoedreparatie versterkt
door een herontwerp van de klemmen welke tot stand is gekomen uit een expertmeeting
van Rijkswaterstaat met verschillende aannemers en ingenieursbureaus. Aansluitend
is een herberekening uitgevoerd ten aanzien van constructieve veiligheid van de klep.
Uitkomst daarvan was, dat door de reparatie de restlevensduur kon worden opgerekt
tot eind 2022/begin 2023 op voorwaarde dat het aantal brugopeningen beperkt zou worden.
Hier zijn destijds de bestuurlijke partners en verschillende brancheorganisaties (o.a.
Schuttevaer, HISWA-RECRON en TLN) in een daarvoor georganiseerd overleg van op de
hoogte gesteld. Vervolgens is de aanpak van de brug opgenomen in het programma Vervanging
en Renovatie en is gestart met de planfase. Deze planfase is in het eerste kwartaal
van 2021 afgerond en op basis daarvan is gestart met de voorbereiding van de realisatie.
De voorbereiding van de vervanging van de klep van de Haringvlietbrug is inmiddels
in volle gang. In juli 2021 is formeel de aanbesteding gestart. In de voorbereiding
op de aanbesteding en tijdens de planfase hebben al meerdere consultatiegesprekken
met marktpartijen plaatsgevonden. Vanaf medio 2023 vindt naar verwachting de vervanging
van de klep en de vernieuwing van de systemen plaats. Meer duidelijkheid over de haalbaarheid
van deze planning kan begin volgend jaar gegeven worden als de aannemer die het werk
gaat uitvoeren ook definitief gecontracteerd is. Daarnaast zijn er verschillende risico’s
die voor vertraging kunnen zorgen. Hierbij kan gedacht worden aan gevolgen van langere
levertijden voor bouwmaterialen.
Vraag 5
Deelt u het inzicht dat het openhouden van twee rijstroken met de invoering van een
trajectcontrole beter uitpakt voor de doorstroming dan het sluiten van één rijstrook?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja, dat inzicht deel ik.
Vraag 6
Deelt u het inzicht dat de sluiting van één rijstrook voor onder andere hulpdiensten
en het openbaar vervoer enorm belemmerend kan zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het sluiten van één rijstrook levert inderdaad belemmeringen op voor hulpdiensten,
openbaar vervoer en het overige verkeer. Om deze reden is, zoals aangegeven in de
Kamerbrief van 5 augustus 2021 (2021Z14129) door samenwerking tussen Rijkswaterstaat, het Openbaar Ministerie en de Veiligheidsregio
een oplossing gevonden om bij een maximum snelheid van 50 km/u twee versmalde rijstroken
te kunnen handhaven.
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat Rijkswaterstaat het indienen van een «nadeelcompensatie» voor
werkgevers op zich gaat nemen? Zo ja, wat houdt die «nadeelcompensatie» in? Zo nee,
hoe worden werkgevers dan gecompenseerd?
Antwoord 7
Burgers en bedrijven die schade menen te ondervinden door maatregelen van Rijkswaterstaat
kunnen compensatie aanvragen. Deze aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de
Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2019.
Vraag 8
Is er al nagedacht over het voordragen van een compacter renovatieplan waarbij de
renovatie van de Haringvlietbrug niet over zes jaren wordt uitgesmeerd? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wanneer kan men dit plan verwachten?
Antwoord 8
Rijkswaterstaat doet er alles aan om de vervanging van het beweegbare deel van de
brug zo snel mogelijk te realiseren. De planning is daarom al maximaal versneld. Zo
is een versnelde marktbenadering toegepast waarbij de aannemer eerder betrokken wordt
bij het uitwerken van de oplossing. Ook is de interne kwaliteitstoetsing parallel
uitgevoerd aan het opstellen van de contractstukken.
De vervanging van de klep wordt naar verwachting, uitgevoerd vanaf medio 2023. In
deze periode zal de weg gedurende meerdere weken gestremd zijn voor het wegverkeer.
Meer duidelijkheid over de haalbaarheid van deze planning kan begin volgend jaar geven
worden als de aannemer die het werk gaat uitvoeren ook definitief aan boord is. Daarnaast
zijn er verschillende risico’s die voor vertraging kunnen zorgen. Hierbij kan gedacht
worden aan gevolgen van langere levertijden voor bouwmaterialen.
Vraag 9
Bent u ervan op de hoogte dat uit onderzoek van TNO blijkt dat er jaarlijks slechts
1 miljard euro van de benodigde 2.5 miljard euro wordt uitgegeven aan het onderhoud
van infrastructuur? Zo ja, waarom is dit niet opgeschaald? Zo nee, gaat u dit bedrag
opschalen?
Antwoord 9
Het TNO rapport geeft een grove indicatie van de behoefte voor vervanging en renovatie
van alle infrabeheerders in Nederland. De behoefte voor het instandhouden van de netwerken
in beheer van Rijkswaterstaat is geëvalueerd door Horvat en PWC/REBEL en met de Kamer
gedeeld.
De validatie van PWC│REBEL wijst uit dat de budgetbehoefte voor de periode 2022–2035
in de orde van gemiddeld € 1 miljard per jaar hoger ligt dan het beschikbare budget.
Dit is exclusief het inlopen van het uitgesteld onderhoud en nieuwe ontwikkelingen.
Met de uitkomsten van de validaties en de extra kosten die worden voorzien is eind
2020 besloten voor zowel 2022 als 2023 budget naar voren te halen om versneld onderhoudsmaatregelen
uit te kunnen voeren. Per jaar is € 350 mln. aan budget naar voren gehaald. Het streven
is om in aanvulling op eerdere impulsen opnieuw middelen uit latere jaren naar voren
te halen om meer onderhoudswerkzaamheden in de periode tot en met 2023 uit te kunnen
voeren. Het nieuwe Kabinet zal een afweging moeten maken over de financiering van
de instandhouding van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem
voor de jaren daarna. Zoals gemeld in de brief van 10 juni 2021 (Kamerstuk 35 570-A-61) is er vanaf 2024 sprake van een tekort op het budget voor instandhouding. Voldoende
budget voor instandhouding is nodig om ongewenst uitstel van onderhoud te voorkomen
en objecten tijdig te kunnen renoveren of vervangen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Peter de
Groot (VVD), ingezonden 1 juli 2021 (vraagnummer 2021Z12365), Stoffer (SGP), ingezonden van 2 juli 2021 (vraagnummer 2021Z12512) en Madlener (PVV) ingezonden 5 juli 2021 (vraagnummer 2021Z12652).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.