Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over personeelstekort horeca
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over personeelstekort horeca (ingezonden 4 augustus 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 17 september
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Personeelstekort horeca zo groot, dat koks uit Spanje
worden gehaald»1, «De horeca schreeuwt om personeel, maar oud-medewerkers willen niet terug»2 en «Werkloosheid daalt naar 3,3 procent»3?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat de horecasector noodgedwongen personeel uit het buitenland
moet halen, omdat er niemand te vinden is om het schreeuwende personeelstekort te
ledigen?
Antwoord 2
Het kabinet zet er actief op in dat zoveel mogelijk mensen binnen Nederland die nu
geen werk hebben of wiens werk in de toekomst onder druk komt te staan, naar nieuw
werk begeleid worden. Als er kansen liggen, zoals nu in de sector horeca, willen we
samen met werkgevers, de werkenden zelf, UWV, gemeenten en onderwijsinstellingen kijken
hoe we die kansen in dat licht zo goed mogelijk kunnen benutten. Zie hiervoor vraag
4. Voldoende personeel is voor de continuïteit van een bedrijf en de groeikracht van
onze economie namelijk erg belangrijk. Een ander kanaal voor bedrijven die met tekorten
te maken hebben is arbeidsmigratie, ook indachtig het vrij verkeer van personen dat
één van de fundamenten onder de Europese Unie is. Uiteraard moet arbeidsmigratie gepaard
gaan met goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden.
Vraag 3
Hoe duidt u daarbij het feit dat het aantal werklozen binnen de beroepsbevolking neerkomt
op ruim 300.000 mensen?
Antwoord 3
Dat er krapte is, terwijl er een groep langs de kant van de arbeidsmarkt staat duidt
op een mismatch tussen vraag (vacatures) en aanbod (werkzoekenden). Er kan een mismatch
zijn in de vaardigheden die werkzoekenden hebben en die vacatures vragen. De voorkeuren
van werkzoekenden moeten daarnaast aansluiten op de vacature, bijvoorbeeld ten aanzien
van werktijden en beloning. Een andere oorzaak van mismatch is dat de arbeidsmarkt
onvoldoende transparant is. Hier is sprake van informatiemismatch. Daarnaast kan er
sprake zijn van een geografische mismatch: werkgevers en werknemers zoeken niet in
dezelfde regio.
In eerste instantie lijkt de pool van mensen waar werkgevers in de horeca uit kunnen
putten groot. In absolute aantallen is het aantal werklozen namelijk groot en er is
ook nog een stevig reservoir aan «onbenut potentieel», bijvoorbeeld mensen die meer
uren kunnen werken. Als percentage van alle werkende mensen is het aantal werklozen
historisch en internationaal bezien echter relatief klein. De coronacrisis heeft geleid
tot een beperkte stijging van de werkloosheid en inmiddels is het aantal vacatures
weer sterk gestegen. Een bepaalde mate van werkloosheid zal altijd bestaan, namelijk
de frictiewerkloosheid. Dat is de werkloosheid die ontstaat als iemand tussen twee
banen zit.
Dat laat onverlet dat het natuurlijk de voorkeur heeft om mensen die nu nog onnodig
aan de kant staan aan het werk te helpen. Het kabinet spant zich hiervoor in, samen
met UWV, gemeenten en sociale partners. Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 4
Wat heeft u gedaan om de horecasector te ondersteunen met het vinden van personeel?
Kunt u dat toelichten?
Antwoord 4
Juist in deze tijd is het ontzettend belangrijk om mensen snel naar nieuw werk te
helpen. En om mensen voor wie het moeilijk is om aan de slag te komen een steun in
de rug te bieden.
De werkgever is als eerste aan zet, door te bepalen welke oplossingsrichting voor
zijn bedrijf het meest passend is om personeel te werven en te selecteren. De werkgever
kan hierbij in gesprek treden met werknemers, onderwijsinstellingen en andere betrokkenen.
Uit de berichten die u aanhaalt blijkt dat werkgevers en brancheverenigingen hun eigen
verantwoordelijkheid proactief invullen. Werkzoekenden hebben daarbij ook zelf de
verantwoordelijkheid om te anticiperen en te reageren op arbeidsmarktontwikkelingen.
Werkgevers kunnen daarbij gebruik maken van de dienstverlening in de 35 arbeidsmarktregio’s
via de Werkgeversservicepunten4. Een werkgeversservicepunt geeft werkgevers kosteloos advies en ondersteunt bij de
werving en selectie van personeel en via de regionale leerwerkloketten bij leer- en
ontwikkelvragen. Gemeenten ontvangen jaarlijks een budget van circa 675 miljoen ten
behoeve van de re-integratie van mensen in de bijstand. Met de inzet van deze middelen
kunnen gemeenten toekomstperspectief bieden aan de bijstandscliënt en besparingen
realiseren op de uitkeringen. In 2020 en 2021 zijn hiervoor extra middelen ter beschikking
gesteld5, onder andere als onderdeel van het steun- en herstelpakket. Werkzoekenden en werkenden
die met ontslag bedreigd worden kunnen daarnaast dienstverlening ontvangen vanuit
35 regionale mobiliteitsteams. Binnen deze teams gebruiken werkgevers- en werknemersorganisaties,
onderwijs, gemeenten en UWV elkaars expertise en dienstverlening bij het bieden van
gerichte ondersteuning naar nieuw werk.
Als kabinet zetten we daarnaast extra in op (om)scholing om mensen in staat te stellen
om zich aan te passen aan de veranderende arbeidsmarkt. Zo zet het kabinet in op een
leven lang ontwikkelen (LLO). Het kabinetsbeleid op het gebied van LLO is gericht
op het creëren van een sterke leercultuur en het stimuleren van eigen regie bij individuen.
Dit gebeurt bijvoorbeeld door via de SLIM-regeling geld beschikbaar te stellen aan
mkb-ondernemingen die willen investeren in leren en ontwikkelen én vanaf 2022 met
het STAP-budget waarmee burgers tot € 1.000 subsidie kunnen krijgen voor het volgen
van scholing. Daarnaast hebben we met NL leert Door extra geïnvesteerd in LLO, om
mensen die worden geraakt door de coronacrisis de mogelijkheid te kunnen bieden om
kosteloos ontwikkeladviezen of scholingstrajecten te volgen. Daarnaast kunnen sectorale
samenwerkingsverbanden ook maatwerktrajecten aanbieden bestaande uit ondersteuning,
scholing en begeleiding.
De afgelopen periode is er bij de begeleiding van UWV expliciete aandacht voor de
horeca geweest. UWV heeft vanaf februari 2021 actief de werkzoekenden benaderd die
tot dat moment in de horeca werkzaam waren met de vraag of zij beschikbaar zijn voor
een baan in de horeca. De meesten hadden op dat moment al een baanaanbod van hun voormalig
werkgever gekregen. Daarnaast heeft UWV heeft binnen de 35 arbeidsmarktregio’s allerlei
acties ondernomen om werkzoekenden te enthousiasmeren voor de horeca. Dit varieert
van «baanborrels» tot «open hiring» en is gericht op een bredere doelgroep werkzoekenden
dan burgers die dienstverlening krijgen van UWV of van gemeenten. Daarnaast heeft
UWV de campagne «Werken in de horeca, elke dag ‘n feestje!» geadopteerd die Stichting
Vakbekwaamheid Horeca (SVH) en Koninklijke Horeca Nederland (KHN) zijn gestart om
werken in de horeca te promoten. De adviseurs van UWV brengen deze campagne onder
de aandacht van werkzoekenden.
Met de Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV is voor de periode 2018–2021 budget
beschikbaar voor het inkopen van scholing door UWV. Het scholingsbudget WW is in 2021
verhoogd ten opzichte van de voorgaande jaren, vanwege de verwachte grotere instroom
in de WW. De scholing moet gericht zijn op een concrete baan die in het vooruitzicht
is gesteld door een werkgever of op een kansrijk beroep. Op dit moment (juni 2021)
is restaurant kok en medewerk(st)er bediening horeca een kansrijk beroep6.
UWV heeft de mogelijkheden verkend om opleidingstrajecten te starten om (zij)instroom
te creëren. In de G4 regio’s is in het voorjaar de opleiding tot basis-kok van start
gegaan en deze krijgt in het najaar een vervolg. Dan zullen ook enkele andere regio’s
aansluiten waaronder Arnhem en Nijmegen. Deze mogelijkheden bleken aan het begin echter
vooralsnog beperkt door de aanhoudende onzekerheden in de horecasector als gevolg
van de coronamaatregelen en een daarmee samenhangend gebrek aan opleidingsplekken.
Met de opening van de horeca is dit probleem echter opgelost. UWV is momenteel in
gesprek met de private opleider SVO (Vakopleiding Food) om een landelijke koksopleiding
in te richten.
Tegelijk investeert UWV via de werkgeversdienstverlening in het verwachtingsmanagement
richting werkgevers en vragen zij aandacht voor de afstand die werkzoekenden kunnen
hebben tot de arbeidsmarkt. Directe inzetbaarheid van werkzoekenden op een vacature
kan dan een stap te ver zijn en vraagt om opleiding, begeleiding en maatwerk. Het
ontwikkelen van dergelijke arrangementen is arbeidsintensief en persoonsgebonden.
UWV is met meerdere grotere werkgevers in gesprek.
Vraag 5
Deelt u de mening dat mensen aan het werk helpen drie keer winst is, te weten: personeel
voor de werkgever, toekomstperspectief voor de bijstandscliënt én lagere kosten voor
de overheid die dan minder uitkeringen hoeft te betalen? Zo ja, heeft u de bereidheid
om werklozen actief aan de om personeel schreeuwende horeca te koppelen? Kunt u dat
toelichten?
Antwoord 5
Ik deel deze mening. Daarom zet het kabinet zich in om mensen aan het werk te helpen,
ook specifiek voor de horeca. Zie ook het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Heeft u de bereidheid om dat ook te doen voor andere sectoren waar men zit te springen
om personeel? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 6
Ja, het begeleiden naar werk richting krapte(beroepen) is daarom al onderdeel van
de aanpak. Zie het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.