Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Helder over het bericht “Expert fileert kabinetsplan voor nieuw rechercheteam: ‘Blunder van jewelste’
Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Expert fileert kabinetsplan voor nieuw rechercheteam: «Blunder van jewelste»» (ingezonden 20 juli 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 september
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3694.
Vraag 1
Kent u het bericht «Expert fileert kabinetsplan voor nieuw rechercheteam: «Blunder
van jewelste»»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de betreffende expert, professor C. Fijnaut, de afgelopen twee jaar
heeft geprobeerd u van het «onzalige plan» van het instellen van het Multidisciplinair
Interventie Team (MIT) af te brengen?
Antwoord 2
Prof. Dr. Fijnaut heeft ambtenaren van mijn ministerie, alsook uw Kamer deelgenoot
gemaakt van zijn opvattingen. Ook zijn deze eerder gedeeld in verschillende publieke
optredens (zoals interviews in media en vaktijdschriften). De zorg betrof voornamelijk
de mogelijke dubbeling in taken en verantwoordelijkheden van de Dienst Landelijke
Recherche van de politie. In februari 2020 is prof. Dr. Fijnaut op uitnodiging van
mijn ambtenaren hierover inhoudelijk in gesprek getreden. Zijn zorgpunten zijn destijds
zoveel mogelijk meegenomen in de verdere planvorming. Bij de uitwerking van de aanpak
van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit worden zowel door mijn ambtenaren
als mijzelf regelmatig wetenschappers geraadpleegd om hun opvattingen en ideeën over
deze aanpak te horen en mee te nemen. Zo zullen mijn ambtenaren en ik de komende tijd
ook over het MIT weer verschillende wetenschappers spreken.
Vraag 3
Zo ja, waarom heeft u de Kamer hierover nooit geïnformeerd in uw antwoorden tijdens
debatten hierover en in antwoorden op vragen die hierover zijn gesteld?
Antwoord 3
Ik heb uw Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de voortgang van het breed
offensief en de oprichting van het MIT. Ik verwijs uw Kamer voor een overzicht hiervan
naar mijn brief van 6 juli jl.2 Naar aanleiding van een artikel in het NRC Handelsblad heeft het toenmalige Kamerlid
Yesilgoz-Zegerius3 vragen gesteld over het MIT. De beantwoording van deze vragen heb ik op 11 mei jl.
samen met mijn brief over de inrichting en doorontwikkeling van het MIT aan uw Kamer
toegezonden4.
Vraag 4, 5 en 6
Gelezen de kritiek van professor C. Fijnaut en gelezen de kritiek van het hoofd van
de Landelijke Recherche en gezien de kritische houding van de Kamer, bent u nog steeds
van mening dat het MIT een aanvulling is op de (onderdelen van de) politieorganisatie
die zich bezighoudt met het bestrijden van de georganiseerde criminaliteit?
Bent u het eens dat iedere minuut en iedere eurocent die nu verloren gaat in de discussie
over het instellen van het MIT er een teveel is en dat die veel beter gestoken kan
worden in de huidige politieorganisatie? Zo nee, waarom niet?
Deelt u voorts de mening dat het veel beter is de opsporingscapaciteit over de hele
linie uit te bouwen, te versterken en te verbeteren en daar die € 93 miljoen per jaar
voor te gebruiken in plaats van dat bedrag te besteden aan het MIT dat wordt gezien
als «een splijtzwam» binnen de politieorganisatie? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden 4, 5 en 6
Het MIT voorziet in een door alle deelnemende organisaties en uw Kamer geformuleerde
behoefte. De aanpak van ondermijning is al lang niet meer alleen een strafrechtelijke
aangelegenheid, maar heeft overheid-breed prioriteit. Vanuit Douane, Belastingdienst,
Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), KMar/Defensie, politie en OM is
er behoefte aan een integrale aanpak op landelijk en internationaal niveau. Het MIT
vormt die aanvulling op de bestaande aanpak en vervult een vliegwielfunctie voor innovatie
en samenwerking. Het MIT is daarbij niet, zoals prof. Dr. Fijnaut stelt, een nieuw(e)
rechercheteam/eenheid, maar een multidisciplinair samenwerkingsverband van zes partijen
dat iets extra’s gaat bieden ten opzichte van de opsporing en het reeds bestaande.
Het MIT bundelt de informatie van deelnemende partijen en maakt op basis daarvan integrale
analyses, waarbij processen en structuren van georganiseerde ondermijnende criminaliteit
in beeld worden gebracht. Op basis daarvan kan MIT kan interventies adviseren, coördineren
of (doen) uitvoeren die het meeste effect sorteren om die processen en structuren
te verstoren en doorbreken.
Recent heeft de leiding van de deelnemende organisaties nogmaals steun uitgesproken
voor de vorming van het MIT. En uitgesproken dat er met samenwerking meer bereikt
kan worden dan door enkel de individuele organisaties te versterken.
Een effectieve aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit vergt een
lange adem en dient op alle niveaus integraal te worden vormgegeven. De politieorganisatie
en het strafrecht leveren een zeer belangrijk aandeel hieraan. Ook om die reden heeft
dit kabinet extra financiële middelen uit het regeerakkoord 2017–2021 en uit het Breed
offensief tegen georganiseerde criminaliteit geïnvesteerd. Deze middelen komen juist
in belangrijke mate toe aan bestaande gremia. Aan de Nationale Politie, waaronder
de Dienst Landelijke Recherche, is op dit moment 35,5 miljoen structureel toegekend
voor het MIT vanuit de BOTOC gelden. Incidenteel is er vanuit de MIT gelden voor dit
jaar 8,4 miljoen beschikbaar gemaakt voor de versterking van de opsporing in de regionale
eenheden. De samenwerking in het kader van het MIT brengt geen enkele verandering
aan in bestaande wettelijke taken en verantwoordelijkheden van de deelnemende organisaties
noch in het gezag daarover.
We hebben de bundeling van kennis en informatie in het MIT nodig om de ondermijnende
georganiseerde misdaad op landelijk niveau beter inzichtelijk te krijgen om gerichter
interventies te kunnen plegen. Zodat er als één overheid geacteerd kan worden en we
een gezamenlijk front vormen tegen dit betonrot van de samenleving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.