Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het opkopen van vakantieparken
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het opkopen van vakantieparken (ingezonden 27 juli 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
15 september 2021).
Vraag 1
Herkent u het beeld dat in Nederland een trend gaande is van «verroompotisering» van
vakantieparken en campings waarbij (sta-)caravans, huisjes en chalets moeten wijken
voor (duurdere) huisjes/resorts? Zo ja, kunt u dit cijfermatig onderbouwen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 1
Ik kan niet bevestigen of er sprake is van bovengenoemde trend, omdat deze data niet
voorhanden zijn. Wel is mij bekend dat ondernemers meebewegen met de vraag van consumenten,
die aan verandering onderhevig is.
Vraag 2
Krijgt u ook uit het hele land signalen van eigenaren van (sta-)caravans, huisjes
en chalets die te horen hebben gekregen dat hun huurcontract niet zal worden verlengd?
Antwoord 2
Het is ons bekend dat er eigenaren van (sta-)caravans, huisjes en chalets zijn waarvan
de huurovereenkomst niet wordt verlengd.
Vraag 3
Krijgt u ook uit het hele land signalen dat mensen, die recent hebben geïnvesteerd,
vooraf niet geïnformeerd zijn over de op handen zijnde verkoop van het park, waardoor
hun investering in rook opgaat?
Antwoord 3
Het is mij bekend dat er eigenaren zijn van (sta-)caravans, huisjes en chalets waarvan
het park tegen hun wil verkocht wordt. Verkoop van het park dient altijd te geschieden
volgens de vigerende wet- en regelgeving.
Vraag 4
Herkent u het beeld dat buitenlandse investeerders campings en vakantieparken kopen?
Zo ja, kunt u dit cijfermatig onderbouwen en hoeveel campings en vakantieparken zijn
de afgelopen jaren verkocht en hoeveel aan buitenlandse partijen? Bij hoeveel parken
is sprake van transformatie?
Antwoord 4
Het is mij en mijn collega van EZK bekend dat buitenlandse partijen op de markt verschijnen.
In een open economie staat het buitenlandse investeerders vrij om campings en vakantieparken
te kopen. Het is bij branchevereniging HISWA-RCERON onbekend om hoeveel campings en
vakantieparken dit gaat en bij hoeveel parken er precies sprake is van revitalisering.
Vraag 5
Ziet u er een gevaar in dat wanneer buitenlandse investeerders geen interesse meer
hebben in een Nederlandse camping of vakantiepark ze de markt weer verlaten en ziet
u er een gevaar in dat transformatie juist kan zorgen voor meer leegstand?
Antwoord 5
Gezien de grote vraag naar recreatiewoningen, zoals door NVM omschreven in «De Nederlandse
Markt voor Recreatiewoningen – 2020»1 zie ik weinig reden tot zorg over leegstand van recreatiewoningen.
Vraag 6
Ziet u er een gevaar in dat er «eenheidsworst» ontstaat waarbij langs de kust en in
andere gebieden overal dezelfde soorten parken staan en bent u van mening dat diversiteit
en lokale verankering van campings en vakantieparken meerwaarde heeft?
Antwoord 6
Het is niet aan mij om een oordeel te vellen over de diversiteit in het aanbod van
vakantieverblijven. De eigenaar van een vakantiepark is in beginsel vrij om het park
te moderniseren of andere aanpassingen te doen, zolang dit in overeenstemming is met
lokale regelgeving als het bestemmingsplan en mits de betrokken decentrale overheden
de voor de aanpassingen vereiste toestemmingen, zoals bijvoorbeeld een omgevingsvergunning
voor het bouwen van een bouwwerk of het kappen van bomen, hebben verleend.
Vraag 7
Deelt u de angst dat het opkopen en transformeren zal leiden tot hogere prijzen en
ziet u de zorgen van Nederlandse vakantiegangers die straks hun vakantie niet meer
kunnen betalen?
Antwoord 7
Een eigenaar van een vakantiepark kan besluiten om, binnen de mogelijkheden die het
bestemmingsplan daartoe biedt, het vakantiepark op te knappen en bepaalde prijzen
te verhogen, voor zover de bestaande contracten met recreanten daaraan niet in de
weg staan. Ik heb onvoldoende gegevens om te kunnen beoordelen in hoeverre dat ertoe
leidt dat het voor Nederlandse vakantiegangers niet langer mogelijk is om hun vakantie
op een dergelijk vakantiepark te betalen.
Vraag 8
Bent u bekend met het rapport «De gevolgen van verkoop en modernisering van vakantieparken
en campings» gemaakt door recreanten zelf en herkent u het in dit rapport geschetste
beeld?2
Antwoord 8
Ik kan niet beoordelen of het in het rapport geschetste beeld correct is. Wel kan
ik opmerken dat partijen zich bij overname, revitalisering en transformatie te houden
hebben aan de geldende wet- en regelgeving.
Vraag 9
Herkent u dat voor de verkoop en transformatie van parken soms beloftes worden gedaan
aan recreanten, zoals «niemand hoeft weg», die achteraf niet worden nagekomen en herkent
u dat ook aan gemeenten soms beloften worden gedaan door (nieuwe) eigenaren van parken
die niet altijd worden nagekomen waarna soms een lange juridische strijd volgt? Herkent
u dat parken na verkoop en herstructurering soms veel leegstand kennen of worden verhuurd
aan arbeidsmigranten?
Antwoord 9
Ik ben mij ervan bewust dat verkoop en revitalisering van parken voor eigenaren en
bewoners grote gevolgen kan hebben. Partijen hebben zich bij overname, revitalisering
en transformatie te houden aan de geldende wet- en regelgeving.
Vraag 10
Hebben gemeenten voldoende mogelijkheden om ongewenste ontwikkelingen tegen te houden
en zijn zij voldoende op de hoogte van de problemen die in andere gemeenten ontstaan
door verkoop en modernisering? Hebben gemeenten voldoende mogelijkheden om recreanten
te beschermen? Zo nee, wat gaat u hieraan doen? Zo ja, welke instrumenten kunnen gemeenten
inzetten?
Antwoord 10
De Actie-agenda Vakantieparken 2018–2020 heeft een stevig netwerk tot stand gebracht
tussen gemeenten, provincies en andere partners, waarbinnen kennis wordt uitgewisseld
over de uiteenlopende vormen van problematiek die zich kunnen voordoen met betrekking
tot vakantieparken. Daarnaast werk ik samen met mijn collega´s in het kabinet om de
problematiek gerelateerd aan economische vitaliteit, veiligheid en kwetsbare mensen
op vakantieparken het hoofd te bieden.
Ook onder de Actie-agenda Vakantieparken 2020–2021 blijft kennisdeling een belangrijke
doelstelling en worden handvatten geboden om uitdagingen onderling te bespreken en
aan te pakken. Daarnaast vindt ook buiten de Actie-agenda overleg en kennisuitwisseling
plaats tussen decentrale overheden.
Via het omgevingsbeleid en ruimtelijk instrumentarium bepalen gemeenten welke ontwikkelingen
zij toelaten en welke niet, vanuit het perspectief van de goede ruimtelijke ordening.
Hierop kunnen zij bijvoorbeeld sturen via het bestemmingsplan of door al dan niet
een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan te verlenen. Is een
gemeente zelf eigenaar van het vakantiepark, dan brengt dit aanvullende verantwoordelijkheden
en bevoegdheden met zich. In dat geval heeft de gemeente namelijk ook privaatrechtelijke
instrumenten tot haar beschikking. Besluit zij bijvoorbeeld om over te gaan tot verkoop
aan of exploitatie door een private partij, dan kan zij ervoor kiezen om voorwaarden
omtrent de belangen van recreanten te stellen in de aanbestedingsprocedure of de erfpacht-
of exploitatieovereenkomst.
Vraag 11
Herkent u het beeld dat een deel van de Nederlandse campings en vakantieparken – zoals
Recreatieoord Hoek van Holland – erfgoedwaarde hebben en bent u van mening dat deze
beschermd dient te worden? Zo ja, hoe?
Antwoord 11
Campings en vakantieparken zijn deel van onze materiële en immateriële cultuur en
kunnen dus ook erfgoedwaarde hebben. In het geval van het Recreatieoord Hoek van Holland
heeft de gemeente Rotterdam inmiddels door een extern bureau een cultuurhistorische
verkenning laten opstellen. Dit rapport bevat ook een waardering van de ter plaatse
aanwezige immateriële en materiële waarden (de laatste op de aspecten cultuurhistorie,
architectuur historie, stedenbouw en landschap).
In het algemeen geldt dat gemeenten als eerste aan zet zijn bij het beschermen van
cultureel erfgoed dat deel uitmaakt van de fysieke leefomgeving. Zij doen dit door
bij het vaststellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de ter plaatse aanwezige
cultuurhistorische waarden. De meeste gemeenten kennen bovendien de mogelijkheid om
gemeentelijke monumenten aan te wijzen.
Op nationaal niveau heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de mogelijkheid
om (gebouwde of aangelegde) monumenten aan te wijzen als rijksmonument. Het Rijk is
echter zeer terughoudend bij de aanwijzing van rijksmonumenten, zoals vastgelegd in
de Beleidsregel aanwijzing rijksmonumenten en wijziging rijksmonumentenregister Erfgoedwet. De aanwijzing van monumenten of archeologische monumenten als rijksmonument geschiedt
bij voorkeur niet op incidentele basis, maar op grond van een aanwijzingsprogramma
of verbeterprogramma.
Vraag 12
Herkent u dat de huurbescherming van huurders op vakantieparken ontzettend zwak is?
Zo ja, wat wilt u hieraan doen? Zo nee, waarom niet? Kunt u de rechten en bescherming
die huurders op campings en vakantieparken hebben uiteen zetten?
Antwoord 12
De precieze rechten van huurders op vakantieparken zijn afhankelijk van het huurcontract
dat zij zijn aangegaan. Wanneer zij een stuk grond op een vakantiepark huren, waarop
zij een eigen chalet of caravan plaatsen om in te recreëren, is geen sprake van de
huur(prijs)bescherming die de wet toekent ingeval van de huur van woonruimte. Dat
is ook niet wenselijk, alleen al omdat het hier recreatieve huur betreft, en geen
bewoning. Ik ben daarom niet van voornemens om de huur(prijs)bescherming in dergelijke
gevallen van toepassing te laten zijn. Huurders op vakantieparken worden in hun rechten
beschermd op grond van het algemene contractenrecht. Dit volgt uit wetgeving en uit
het specifieke contract dat de huurders zijn aangegaan.
Vraag 13
Welke mogelijkheden hebben huurders om in verzet te komen tegen de verkoop van een
camping of vakantiepark?
Antwoord 13
Op grond van het eigendomsrecht staat het de eigenaar van een camping of vakantiepark
in principe vrij om deze te verkopen. Wanneer het huurcontract van huurders hierdoor
wordt geraakt, bijvoorbeeld omdat de eigenaar de huur wil verhogen of het contract
wil opzeggen, kunnen huurders de rechten uitoefenen die zij op grond van de wet of
het huurcontract hebben. Indien een huurder van mening is dat de verhuurder in strijd
met de wet of het huurcontract het contract opzegt, kan dat door de rechter worden
beoordeeld.
Vraag 14
Bent u van mening dat het eigendomsrecht van recreanten die de grond huren nu voldoende
geborgd is en krijgt u ook signalen dat recreanten soms vele duizenden euro’s schade
lijden?
Antwoord 14
Het eigendomsrecht van recreanten die de grond huren heeft betrekking op het chalet
of de caravan die daarop staat. Dit recht wordt te allen tijde geborgd door de wet.
Vraag 15
Bent u bereid de wet- en regelgeving te herzien zodat huurders bij verkoop meer rechten
hebben en bent u bereid te bezien of huurders die langer op een park huren een langere
opzegtermijn krijgen?
Antwoord 15
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 12, zie ik geen aanleiding om het huur(prijzen)recht
voor woonruimte op recreatiewoningen van toepassing te maken. Ook zie ik momenteel
geen aanleiding om na te streven dat het algemene contractenrecht op dit punt wordt
aangepast.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.