Lijst van vragen : Lijst van vragen over de toezending van het eindrapport over de evaluatie grootprojectstatus HSL-Zuid (Kamerstuk 22026-517)
2021D32452 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat inzake de toezending van het eindrapport over de evaluatie grootprojectstatus HSL-Zuid (Kamerstuk
22 026, nr. 517).
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van der Zande
Nr
Vraag
1
Op welke wijze gaat u tot 2025 de benutting van de Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL-Zuid)
verbeteren ten behoeve van de internationale bereikbaarheid?
2
Op welke wijze gaat u vanaf 2025 de benutting van de HSL-Zuid verbeteren ten behoeve
van de internationale bereikbaarheid, mocht de marktverkenning uitwijzen dat het wenselijke
bedieningsniveau niet of slechts ten dele met open toegang kan worden gerealiseerd?
3
Hoe gaat u bepalen of het «open toegang»-aanbod voor 2025 en verder voor de internationale
verbindingen naar België voldoet of zou moeten worden aangevuld middels een concessie?
Welke minimumbedieningseisen gaat u hiervoor hanteren?
4
Wat is uw inzet voor het internationale vervoer over de HSL-Zuid en naar Brussel voor
de vervoerconcessie vanaf 2025, mocht dit niet of slechts ten dele met open toegang
kunnen worden gerealiseerd?
5
Welke afspraken heeft u gemaakt met NS over de inzet van de Intercity's Nieuwe Generatie
(ICNG’s) naar Brussel vanaf 2025? Op basis van welke verwachtingen heeft NS de ICNG’s
voor België besteld?
6
Bent u in overleg met de Belgische overheid en de Nationale Maatschappij der Belgische
Spoorwegen (NMBS) over verdere verbetering van de benutting van de HSL-Zuid en de
overige verbindingen van Nederland naar België? Zo ja, kunt u dit toelichten?
7
Welke verwachtingen heeft u van de door u genoemde ontwikkelingen op Europees niveau
de komende jaren voor verdere versterking van het internationale personenvervoer per
spoor, waarin de HSL-Zuid een belangrijke rol zal spelen?
8
Voorziet u een verbinding Antwerpen-Breda-Brabantse stedenrij (en eventueel verder)?
Bent u voornemens deze verbinding op te nemen in de vervoerconcessie als deze niet
wordt aangeboden met open toegang?
9
Hoe beoordeelt u uiteindelijk de verhouding tussen kosten en baten van de investeringen
in de HSL-Zuid?
10
Hoe kunnen kabinet en Kamer de maatschappelijke kosten en baten van dit soort projecten
voorafgaand en na de besluitvorming beter in beeld krijgen en houden?
11
Kunt u toelichten waarom deze aanvullende evaluatie niet is uitgevoerd door het Kennisinstituut
voor Mobiliteitsbeleid, zoals eerder is toegezegd?
12
Waaruit bestond de betrokkenheid van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid bij
deze aanvullende evaluatie?
13
Welke lessen voor huidige en toekomstige projecten trekt u uit deze evaluatie?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
L. van der Zande, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.