Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders en Kops over de stijgende energielasten
Vragen van de leden Wilders en Kops (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de stijgende energielasten (ingezonden 30 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
1 september 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Forse stijging energierekening dreigt voor 5,5 miljoen
huishoudens per 1 juli»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het te schandalig voor woorden is dat de zoveelste stijging
van de energierekening (tussen gemiddeld 160 euro en 400 euro per jaar) in aantocht
is, mede door de enorm gestegen prijs voor CO2?
Antwoord 2
Zoals het artikel van RTL Nieuws ook aangeeft zijn de leveringstarieven voor veel
consumenten gestegen. Na een periode waarin de leveringstarieven juist lager lagen
vanwege de coronacrisis, nemen de leveringstarieven met name toe door de wereldwijde
stijging van de prijzen van olie en gas. De energierekening bestaat uit drie componenten:
de belastingen op energie, de nettarieven en de leveringstarieven. Op de leveringstarieven,
de commerciële prijzen voor energie, heeft het kabinet geen invloed, deze worden bepaald
door de markt en halfjaarlijks door de energieleveranciers vastgesteld. De prijsstijging
volgt met name uit de gestegen groothandelsprijzen voor energie, die toenemen door
de stijgende vraag in de markt. Ook de gestegen CO2-prijs in het Emission Trade System (ETS) is van invloed op de leveringstarieven.
Om de omslag van fossiele bronnen naar hernieuwbare energie op een efficiënte wijze
te bewerkstelligen is een goede beprijzing van CO2 cruciaal. Het ETS helpt hierbij.
De exacte invloed die hogere gas- en elektriciteitsprijzen hebben op de energierekening
van een huishouden hangt af van het type contract met de energieleverancier. Zoals
het artikel aangeeft kunnen consumenten bezien of overstappen naar een andere energieleverancier
de stijging van hun energielasten kan verlichten. Het kabinet monitort de ontwikkeling
van de energierekening nauwgezet en kijkt jaarlijks integraal naar de koopkrachtontwikkeling
van huishoudens.
Vraag 3
Hoe ver wilt u de energielasten nog laten oplopen? Wanneer zegt u: «Genoeg is genoeg»?
Antwoord 3
Het kabinet heeft alleen directe invloed op de belastingen op energie en kan daarom
niet sturen op de ontwikkeling van de totale energierekening. Uiteraard heeft het
kabinet oog voor de lastenverdeling. Zo is bij het Klimaatakkoord de lastenverdeling
in de Opslag duurzame energie (ODE) aangepast om tot een evenwichtigere verdeling
van de lasten tussen burgers en bedrijven te komen. Hierdoor zijn de energiebelastingen
voor een huishouden met een gemiddeld verbruik in 2020 met € 100 gedaald en stijgen
ze dit jaar niet. De huidige prijsstijgingen worden veroorzaakt door een stijging
in de marktprijs van energie. Zoals hierboven aangegeven bestaat de energierekening
uit drie componenten: de leveringstarieven, de belastingen op energie en de nettarieven.
Het kabinet heeft alleen directe invloed op de belastingen op energie en kan daarom
niet sturen op de ontwikkeling van de totale energierekening.
Vraag 4
Deelt u de mening dat energie een basisbehoefte is en voor iedereen betaalbaar hoort
zijn? Zo ja, hoe is het dan mogelijk dat de energierekening blijft stijgen, ondanks
dat vele honderdduizenden huishoudens nu al in energiearmoede leven?
Antwoord 4
Het is belangrijk dat Nederlanders gebruik kunnen maken van energie zonder dat dit
een te groot beslag legt op hun inkomen. Het uitgangspunt van het kabinet is dat de
energietransitie haalbaar en betaalbaar moet zijn. Uit het rapport van Planbureau
voor de Leefomgeving, «Meten met twee maten» uit december 2018 blijkt dat Nederland
in Europees perspectief relatief goed scoort op betaalbaarheid van de energierekening
voor huishoudens en relatief weinig energiearmoede kent. Ook uit Europese rapportages,
zoals het EU Energy Poverty Observatory (EPOV), volgt dat Nederland minder energiearmoede
kent dan het Europees gemiddelde. Of een huishouden zijn energierekening kan betalen,
hangt niet alleen af van de uitgaven aan energie, maar ook van het besteedbare inkomen
en de andere noodzakelijke uitgaven van het huishouden. Het kabinet weegt in de koopkrachtbesluitvorming
jaarlijks integraal alle plussen en minnen voor huishoudens, waaronder de energierekening.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat huishoudens die de energierekening
nauwelijks tot niet meer kunnen betalen, moeten opdraaien voor stijgende CO2-prijzen en andere onbetaalbare klimaatbelastingen voor een verwaarloosbaar, praktisch
onmeetbaar klimaateffect?
Antwoord 5
Het is van belang dat we als Nederland gezamenlijk met andere landen inzetten op het
beperken van klimaatverandering. Klimaatverandering levert grote risico's op voor
Nederland, doordat bijvoorbeeld de zeespiegel stijgt en extreme weersomstandigheden
vaker voorkomen. Door onder andere hittegolven, droogte en overstromingen komen Nederland
en de Nederlandse biodiversiteit verder onder druk te staan.
Juist om ons land en de wereld om ons heen goed te kunnen doorgeven aan de generaties
na ons, voeren we klimaatbeleid. Zonder klimaatbeleid zullen de maatschappelijke kosten
van klimaatverandering in Nederland naar verwachting sterk stijgen. Daarom werkt het
kabinet samen met bedrijven, maatschappelijke organisaties en decentrale overheden
aan de uitvoering van het Klimaatakkoord en steunt Nederland het ETS. Het ETS zorgt
er namelijk voor dat uitstoters een adequate prijs betalen voor hun uitstoot van CO2, en dat zij binnen een gelijk Europees speelveld een prikkel krijgen om te verduurzamen.
Zo zorgen we er niet alleen voor dat de industrie verduurzaamt, maar dat dit ook gebeurt
op een wijze dat de banen in ons land blijven.
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat de helft van de energierekening uit belastingen bestaat?
Bent u ertoe bereid een eind te maken aan de stapeling van (klimaat)belastingen en
ervoor te zorgen dat de energierekening substantieel omlaaggaat?
Antwoord 6
Ja, daarom stijgen volgens het beeld van het CBS van begin dit jaar de energiebelastingen
voor een huishouden met een gemiddeld verbruik niet in 2021 ten opzichte van 2020,
conform de afspraken in het Klimaatakkoord. De energierekening van een huishouden
met een gemiddeld verbruik in 2021 bestaat voor ongeveer 29% uit energiebelasting
(EB) en ODE2. Daarnaast betaalt een huishouden net als over andere goederen en diensten ook btw
over de leveringstarieven en nettarieven. Instrumenten zoals de energiebelasting,
de ODE en het ETS zijn nodig om de Nederlandse en Europese klimaatdoelen op een kosteneffectieve
manier te realiseren. Deze maatregelen zorgen ervoor dat uitstoters van CO2 een adequate prijs betalen voor hun uitstoot. Tegelijk waarborgt bijvoorbeeld het
ETS dat er in Europa een gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven blijft bestaan.
Het kabinet stemt beleidsinstrumenten zoveel mogelijk op elkaar af, om een zo effectief
mogelijke beleidsmix te realiseren waarmee de juiste prikkels worden gecreëerd.
Zoals eerder aangegeven wil het kabinet dat de energietransitie voor iedereen haalbaar
en betaalbaar is en streeft het kabinet ernaar om het klimaatbeleid kosteneffectief
vorm te geven. Daarnaast heeft het kabinet ook oog voor de lastenverdeling. Daarom
zijn, conform de afspraken in het Klimaatakkoord, de ODE-tarieven voor grootverbruikers
verhoogd zodat huishoudens een derde in plaats van de helft van de ODE-opbrengst betalen.
Door de wijzigingen zijn de lasten voor huishoudens verlaagd, de grootverbruikerstarieven
verhoogd en is het kleine mkb zoveel mogelijk ontzien. Het kabinet monitort de ontwikkeling
van de energierekening nauwgezet. Het CBS en het PBL publiceren vanaf 2020 jaarlijks
een update van de energierekening van huishoudens.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.