Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bouchallikh over het inzamelen van blikjes met statiegeld in de supermarkt
Vragen van het lid Bouchallikh (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het inzamelen van blikjes met statiegeld in de supermarkt (ingezonden 13 juli 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
31 augustus 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «CBL en FNLI doen uitvraag statiegeldsysteem blik»1 en het bericht «Milieuorganisaties: blikjes met statiegeld niet via supermarkt inzamelen
is een slecht idee»2?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met deze berichten.
Vraag 2
Wat is uw oordeel over het feit dat de brancheorganisatie van de supermarkten het
Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de koepel van de levensmiddelenindustrie
FNLI een uitvraag gaan doen naar een landelijk dekkend «innamesysteem voor blikjes
buiten de supermarkt»? Kunt u hierop reflecteren?
Antwoord 2
Op basis van de regelgeving zijn producenten verantwoordelijk om een fijnmazig en
landelijk dekkend statiegeldsysteem in te richten, waarmee 90% van de blikjes worden
ingezameld. Ik vind het begrijpelijk dat daarvoor verschillende innamelocaties zijn
bekeken. Voor een laagdrempelig en klantvriendelijk systeem ligt het voor de hand
om innamelocaties in te richten dicht bij de plekken waar mensen consumeren en de
lege blikjes vrijkomen. In het verlengde daarvan zie ik het als logisch om te bekijken
of innameapparatuur geplaatst kan worden in bijvoorbeeld winkel- en stadscentra, in
de aanlooproutes naar supermarkten, maar ook op bijvoorbeeld OV-knooppunten, aan randen
van parken, en dichtbij mensen in woonwijken. Tot slot zie ik een verbreding met inname
op andere locaties ook als een kans en wellicht zelfs een stap die nodig is om in
de transitie naar een circulaire economie innamesystemen in de toekomst te kunnen
opschalen naar andere verpakkingssoorten en producten.
Vraag 3
Deelt u de mening van de milieuorganisaties dat het zeer inefficiënt én verwarrend
voor de consument is als blikjes met statiegeld niet via de supermarkt worden ingezameld
terwijl dat wel gebeurt met alle andere drankverpakkingen met statiegeld? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 3
Zoals ik in antwoord op vraag 2 heb uiteengezet, kan ik me voorstellen dat een systeem
met inzameling buiten de supermarkten effectief kan zijn. Maar het is de verantwoordelijkheid
van producenten om een systeem op te zetten waarmee de wettelijk aan hen opgelegde
en afdwingbare doelstellingen worden gehaald.
Vraag 4
Bent u ook van oordeel dat het onnodig ingewikkeld is om een heel nieuw innamesysteem
te ontwikkelen, terwijl er al een goed functionerend statiegeldsysteem in de supermarkt
is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het huidige statiegeldsysteem is gericht op plastic flessen en zou drastisch moeten
worden aangepast en uitgebreid om het ook geschikt te maken voor blikjes. Daarbij
is de vervuiling die niet-sluitbare blikjes veroorzaken, evenals het extra volume
van ruim 2 miljard blikjes, een grote uitdaging. Voor een effectief en klantvriendelijk
systeem begrijp ik de inzet om verpakkingen in te zamelen dichtbij waar deze verpakkingen
gebruikt worden en de inname niet te beperken tot supermarkten. Ik vind het daarom
logisch dat het verpakkende bedrijfsleven deze mogelijkheid heeft bekeken en wil gebruiken.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de supermarkten een grote verantwoordelijkheid dragen om de
blikjes met statiegeld goed in te zamelen, aangezien zo’n 80% van de plastic flesjes
en blikjes worden verkocht in de supermarkten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u
bereid om de innameplicht voor supermarkten weer wettelijk te verankeren?
Antwoord 5
Supermarkten zijn producent van hun eigen merken en als zodanig ook verantwoordelijk
voor de inname van blikjes en het statiegeldsysteem als geheel. Deze producentenverantwoordelijkheid
is in regelgeving vastgelegd, is handhaafbaar en kent een meetbare norm van 90% inzameling.
Binnen deze kaders is het aan producenten en daarmee ook supermarkten, het systeem
zo inrichten dat zij de doelstelling halen. Daarbij kiezen ze zelf de meest effectieve
aanpak. De doelstelling is afdwingbaar, ik zie dan ook geen reden om een innameplicht
voor supermarkten wettelijk te verankeren.
Vraag 6
Deelt u de visie van de milieuorganisaties dat deze actie van het bedrijfsleven een
manier is om uiteindelijk opnieuw uitstel van statiegeld op blikjes te kunnen vragen?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om na te gaan of de huidige wetgeving solide
genoeg is om vertraging te voorkomen?
Antwoord 6
Ik zie deze uitvraag als een teken dat het bedrijfsleven de vormgeving van het systeem
actief ter hand neemt. Wat betreft de tijdslijn is het Besluit beheer verpakkingen
helder: statiegeld voor blikjes moet op 31 december 2022 een feit zijn en de doelstelling
van 90% inzameling moet in 2024 gehaald zijn. Ik verwacht van het verpakkende bedrijfsleven
dat zij mij op de hoogte houden over de voortgang en blijf met hen in gesprek over
de implementatie, waarbij ik ook blijf wijzen op hun verplichtingen.
Vraag 7
Kunt u garanderen dat statiegeld op blik daadwerkelijk zal worden geïmplementeerd
op 31 december 2022?
Antwoord 7
Deze datum is in regelgeving vastgelegd. Het is de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven
om deze verplichting na te komen. Zoals in antwoord op vraag 6 aangegeven, houd ik
een vinger aan de pols. Wanneer niet aan de verplichtingen wordt voldaan, wordt naleving
van de verplichtingen via het handhavingsinstrumentarium afgedwongen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.