Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Esch over het bericht ‘Bontrup weigerde steekproeven granuliet op eigen terrein’
Vragen van het lid Van Esch (PvdD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Bontrup weigerde steekproeven granuliet op eigen terrein» (ingezonden 8 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
30 augustus 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3627.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bontrup weigerde steekproeven granuliet op eigen terrein»
van Zembla?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat u een verzoek heeft gedaan aan Bontrup om Arcadis toe te staan monsters
te nemen op het terrein van Graniet Import Benelux BV (GIB) in Amsterdam?
Antwoord 2
Ja. Op 26 februari 2021 is Bontrup door mijn ambtsvoorganger verzocht om Arcadis toestemming
te verlenen voor het nemen van steekproeven van granuliet en het basisgesteente. Hiermee
heeft Bontrup niet ingestemd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het granulietdossier een belangrijk dossier is, waarbij veel
belangen, zorgen en emoties gemoeid zijn en volledige openheid dus belangrijk is?
Antwoord 3
Ja, vorig jaar is de heer Kuijken verzocht om het gehele besluitvormingsproces te
evalueren. Dit onderzoek is afgerond en het rapport «Kleine korrels, grote discussie»
is op 18 september 2020 aan uw Kamer aangeboden2. Voor het verbetertraject is inmiddels een Taskforce «Herinrichting bodemstelsel»
ingesteld. Verder is in verband met de onrust bij omwonenden een reviewonderzoek over
granuliet bij het project Over de Maas door Arcadis uitgevoerd, het rapport is op
16 april jl. aan uw Kamer aangeboden3. Tenslotte voer ik dit jaar een brede bestuurlijke dialoog over het beleid rond diepe
plassen.
Vraag 4
Klopt het dat u volledige openheid heeft beloofd in het granuliet dossier?
Antwoord 4
De heer Kuijken heeft in het kader van het onderzoek «Kleine korrels, grote discussie»
alle documenten kunnen inzien en iedereen kunnen interviewen voor zijn onderzoek.
Hiermee heeft de heer Kuijken het besluitvormingsproces geëvalueerd en daarover op
een transparante en heldere wijze gerapporteerd. Daarnaast zijn de door uw Kamer gestelde
vragen, zowel schriftelijk als mondeling, beantwoord. Ik betracht daarbij volledige
openheid en zal dat ook in de toekomst blijven doen.
Vraag 5
Is het correct om op basis van vraag 2 tot en met 4 te concluderen dat de Kamer geïnformeerd
had moeten worden over het verzoek aan Bontrup? Kunt u bij uw antwoord toelichten
welke overwegingen hierbij speelden?
Antwoord 5
Arcadis heeft als onafhankelijk en deskundig bureau geconcludeerd dat – gezien de
resultaten van het uitgevoerde onderzoek – de noodzaak voor bemonstering op de productielocatie
van Bontrup niet meer aanwezig was. Hierdoor was het ook niet nodig om uw Kamer hierover
separaat te informeren.
Vraag 6
Wanneer in het onderzoeksproces werd het bij u bekend dat Bontrup geen toegang aan
Arcadis verschafte tot het nemen van nieuwe monsters op het terrein van GIB?
Antwoord 6
Op 10 januari 2021 kwam het eerste signaal dat Bontrup Arcadis geen toegang wilde
verschaffen voor het nemen van monsters. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de brief
van 26 februari.
Vraag 7
Heeft u, nadat Bontrup geen gehoor gaf aan uw schriftelijke verzoek, nog andere pogingen
gedaan om hen te overtuigen dit wel te doen? Zo nee, waarom heeft u het erbij laten
zitten?
Antwoord 7
Nee, zoals bij het antwoord op vraag 5 is aangegeven, bleek lopende het onderzoek
dat Arcadis, het niet meer noodzakelijk vond om steekproeven op het terrein van Bontrup,
te nemen.
Vraag 8
Was Bontrup onderdeel van de klankbordgroep van dit Arcadis onderzoek, waar onder
andere verschillende overheden zitting in namen? Zo ja, waarom is het bedrijf dat
onderzocht werd onderdeel van de klankbordgroep? Zo nee, op welke basis deed het bedrijf
dan uitgebreide wijzigingsvoorstellen voor het verslag van het onderzoek?
Antwoord 8
Bontrup maakte geen onderdeel uit van de klankbordgroep. Bontrup heeft voor het onderzoek
wel informatie over het productieproces van granuliet beschikbaar gesteld. Daarom
is Bontrup in de gelegenheid gesteld om een feitencheck uit te voeren. Uit oogpunt
van zorgvuldigheid is dit een gebruikelijke gang van zaken.
Vraag 9
Is bij dit onderzoek het Burgercollectief Dreumelse Waard dezelfde inspraakmogelijkheden
geboden als Bontrup? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het reviewonderzoek is uitgevoerd door een onafhankelijk en deskundige partij (Arcadis).
Het onderzoek is begeleid door een klankbordgroep, bestaande uit IenW, RWS, gemeente
West Maas en Waal en de provincie Gelderland. Zowel Bontrup als het Burgercollectief
Dreumelse Waard maakten geen onderdeel uit van deze klankbordgroep.
Bontrup is door Arcadis in de gelegenheid gesteld een feitencheck uit te voeren op
de door Arcadis gevraagde en door Bontrup aangeleverde informatie. Een vergelijkbaar
verzoek is niet gedaan aan het Burgercollectief omdat er geen aanleiding werd gezien
om het burgercollectief een feitencheck te laten uitvoeren. Wel is het Burgercollectief
medio april 2021 uitgenodigd voor een bijeenkomst om kennis te nemen van en te reageren
op de resultaten van het eindrapport. Van deze mogelijkheid heeft het Burgercollectief
geen gebruik gemaakt.
Vraag 10
Deelt u de analyse van hoogleraar integriteit Van Eijbergen dat naast de gebruikelijke
feitencheck bij betrokken partijen het ongebruikelijk is dat er complete passages
zijn veranderd of zelfs geschrapt? Zo nee, waarom deelt u die visie niet? Zo ja, gaat
u de betrokkenen hierop aanspreken? En wat gaat u doen om dit in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 10
Arcadis is als deskundige en onafhankelijke partij verantwoordelijk voor een onafhankelijk
en kwalitatief goed rapport. Het is in dat verband van belang dat de feiten en de
geformuleerde teksten herkenbaar en juist zijn. De gewijzigde teksten zijn doorgevoerd
als hiervoor naar het oordeel van Arcadis een gegronde reden was en de wijzigingen
bijdroegen aan een verbetering van het rapport. Dit is een gebruikelijke gang van
zaken en heeft geen afbreuk gedaan aan de onafhankelijke positie van Arcadis en de
juistheid van de resultaten en de conclusies.
Vraag 11
Waarom viel het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over de uitspraak «eventuele
verontreiniging», en moest dit uit het verslag, aangezien de eventuele verontreiniging
de basis vormt voor het hele dossier?
Antwoord 11
Zoals bekend is mijn standpunt dat de toepassing van granuliet in Over de Maas voldoet
aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. De opmerking van het ministerie
is bedoeld om zoveel mogelijk bij de feiten te blijven en te voorkomen dat feiten
en beeldvorming mogelijk uit elkaar gaan lopen. Uiteindelijk heeft Arcadis zelfstandig
besloten om – in de betreffende passage – de term «eventuele verontreiniging» niet
te gebruiken.
Vraag 12
Deelt u de mening van het Burgercollectief Dreumel dat door alle afgezwakte beweringen
en het schrappen van delen tekst het onderzoek aan kracht verliest? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 12
Nee, zie ook het antwoord op vraag 10.
Vraag 13
Komt er een nieuw onderzoek waarbij wel in volledige openheid onderzoek gedaan kan
worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u dan bereid om tot die tijd alle granulietstortingen
in Nederland stil te leggen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Nee, door Arcadis is als onafhankelijk en deskundige partij een omvangrijk onderzoek
uitgevoerd. Daarmee is granuliet grondig onderzocht. De conclusie is dat granuliet
voldoet aan de schoonste kwaliteitsklasse grond en dat de toepassing van granuliet
in Over de Maas geen negatieve effecten heeft voor mens en milieu. Op basis hiervan
is er geen enkele aanleiding om toepassingen van granuliet stil te leggen.
Wel heb ik naar aanleiding van berichten waaruit afgeleid zou kunnen worden dat granuliet
aan de oppervlakte aanwezig is, Arcadis gevraagd om te beoordelen of de feitelijke
situatie in «Over de Maas» overeenkomt met de situatie zoals beschreven in het rapport.
En Arcadis is gevraagd of, indien dat niet het geval zou zijn, dit van invloed is
op de conclusies van het rapport. Zodra de beoordeling gereed is (naar verwachting
in de herfst), zal ik de Kamer daarover informeren. In de beantwoording van de vragen
van het lid Van Esch van 28 mei jl. wordt hier verder op ingegaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.