Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over toenemend antisemitisme
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over toenemend antisemitisme (ingezonden 6 juli 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 augustus
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3677.
Vraag 1
Kent u de berichten «Geen weg meer terug»5 en «Mijn kind wil niet meer Joods zijn»6?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat Joden, zoals opperrabbijn Evers, uit Europa vertrekken
vanwege het toenemend antisemitisme?
Antwoord 2
Ik vind het zorgelijk als mensen het huidige klimaat als zodanig ervaren dat zij uit
Europa willen vertrekken. Iedereen in Nederland, maar ook in Europa, moet zichzelf
kunnen zijn en zich veilig voelen.
De aanpak van discriminatie, en daarbinnen antisemitisme, staat in Nederland dan ook
hoog op de agenda. Dit geldt ook voor het EU-niveau. De Europese Commissie zal eind
dit jaar een EU-strategie ter bestrijding van antisemitisme presenteren.
Vraag 3
Wat is, nu antisemitisme toeneemt, ook in detail uw extra inzet om dit te bestrijden?
Antwoord 3
Het Kabinet werkt aan het vergroten van de gecoördineerde aanpak van racisme en discriminatie.
Er wordt een Nationaal Coördinator Discriminatie en Racisme (NCDR) ingesteld, die
aan de slag zal gaan met een meerjarig nationaal programma.
Sinds 1 april jl. is reeds de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB)
gestart. De NCAB heeft een onafhankelijke rol bij het signaleren van antisemitisme,
het verbinden van projecten, initiatieven en organisaties en het coördineren van de
aanpak van antisemitisme. Door de komst van de NCAB kunnen signalen over antisemitisme
uit de samenleving nog beter worden opgepakt, en kan een passende inzet worden gekozen
op de terreinen die vallen onder mijn mandaat.
Ook lopen er verschillende projecten die voortkomen uit de extra antisemitismegelden
voor de jaren 2019–2021. Deze projecten kunnen geschaard worden onder drie pijlers:
capaciteitsopbouw, weerbaarheid en bewustwording. Onder deze laatste pijler valt bijvoorbeeld
een project dat ziet op het opstellen van een handreiking voor lokale bestuurders
met mogelijke interventies bij antisemitisme incidenten. Een ander project is erop
gericht om antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) beter in positie te brengen om slachtoffers
van antisemitisme en andere vormen van discriminatie bij te staan en eventueel te
ondersteunen bij het doen van aangifte.
Vraag 4
Bent u op de hoogte van het feit dat diverse Joodse leerlingen op scholen, met name
in de Randstad, de afgelopen periode onder druk zijn gezet, uitgescholden en verstoten
uit de groep?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Wat gaat u doen om Joodse kinderen een veilig schoolklimaat te bieden?
Antwoord 5
Een school moet voor iedereen een veilige omgeving zijn. Daar hebben scholen een wettelijke
opdracht toe. Met de nieuwe burgerschapswet komt daarbij dat scholen in het funderend
onderwijs de opdracht hebben te zorgen voor een schoolklimaat dat in overeenstemming
is met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, en dat ze moeten zorgen dat
elke leerling zich veilig en geaccepteerd weet. De inspectie van het onderwijs houdt
risicogericht toezicht hierop. Als er signalen zijn die daartoe aanleiding geven,
zal de inspectie onderzoek doen of anderszins optreden. Dit kan bijvoorbeeld het geval
zijn bij ernstige signalen rond onveiligheid, of rond uitingen die strijdig zijn met
basiswaarden, waarbij er sprake is van onvoldoende optreden van school en bestuur.
Leerlingen of hun ouders hebben altijd de mogelijkheid contact te zoeken met een vertrouwensinspecteur.
Specifiek op dit thema zal mijn collega voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
met de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding in gesprek gaan om te bespreken
hoe antisemitisme in het onderwijs zo effectief mogelijk bestreden kan worden. De
Minister voor BVOM ondersteunt daarnaast scholen via Stichting School & Veiligheid
en via de ondersteuningsstructuur in het kader van de nieuwe burgerschapswet. Ook
wordt de Anne Frank Stichting door de overheid gesteund. Zij hebben een heel goed
aanbod van zeer bruikbaar lesmateriaal voor scholen, en hebben een goede samenwerking
met Stichting School & Veiligheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.