Schriftelijke vragen : Het bericht dat het ministerie van buitenlandse zaken actief naar argumenten voor het ontkennen van de Armeense genocide zocht
Vragen van het lid Segers (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken actief naar argumenten voor het ontkennen van de Armeense genocide zocht (ingezonden 19 juli 2021).
Vraag 1
Klopt het dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken contact heeft opgenomen met de
Nederlandse ambassade in Turkije met de vraag naar wetenschappelijke argumenten die
de Armeense genocide tegenspreken?1
Vraag 2
Heeft het Ministerie niet zelf kunnen nagaan dat er wetenschappelijke consensus bestaat
over het feit dat de massamoord op Armeniërs, ruim honderd jaar geleden, aangemerkt
dient te worden als een genocide?
Vraag 3
Wat is de bedoeling geweest van deze vraag aan de ambassade daar? Had u reden om te
twijfelen aan de reeds beschikbare wetenschappelijke feiten over de Armeense genocide?
Vraag 4
Waarom wordt het commentaar vanuit Turkije op Nederlandse acties zo nauwlettend gevolgd?
Waarom hecht Nederland zoveel waarde aan de opvattingen van Turkije?
Vraag 5
Waarom stelt het kabinet drie voorwaarden aan de erkenning van genocide waaraan in
het geval van de Armeense genocide nooit voldaan kan worden?
Vraag 6
Bent u het eens met het advies en de inschatting van hoogleraar Ugur Üngör dat Nederland
beter door de zure appel heen kan bijten en dan «hooguit een paar maanden ruzie met
Turkije [krijgt], maar daarna [...] de diplomatieke banden en handelsrelaties gewoon
weer verder [gaan]?»2 Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Deelt u de mening dat erkenning van de genocide juist kan bijdragen tot een evenwichtiger
en duurzamer toekomstige relatie met Turkije en zal bijdragen aan oprechte verzoening
tussen Turkije en Armenië en tussen Turken en Armeniërs wereldwijd? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de stap van president Biden die namens de Verenigde Staten de Armeense
Genocide nu officieel heeft erkend?
Vraag 9
Bent u bereid om in Europees verband te overleggen – met bijvoorbeeld een land als
Duitsland – om gezamenlijk met andere EU-lidstaten en in navolging van de Verenigde
Staten te komen tot een officiële erkenning van de Armeense Genocide?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
G.J.M. Segers, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.