Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het bericht 'Column: Boeren krijgen sancties, natuurorganisaties een 'goed gesprek''
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Column: Boeren krijgen sancties, natuurorganisaties een «goed gesprek»» (ingezonden 20 mei 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 15 juli
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3148.
Vraag 1
Klopt het dat deelnemers aan weidevogelbeheerprogramma’s tot wel zes keer de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op bezoek kunnen krijgen in vijf maanden tijd?1
Antwoord 1
Een deelnemer kan meerdere keren per controleseizoen bezoek krijgen op één of meerdere
percelen waarop activiteiten worden uitgevoerd in het kader van Agrarisch Natuur en
Landschapsbeheer (ANLb). Dit is inherent aan het systeem waarop Nederland de subsidieverlening
voor het Agrarisch Natuurbeheer heeft geregeld.
De frequentie van de bezoeken binnen het «pakket weidevogelbeheer» is ook afhankelijk
van de activiteiten die hiervoor door de deelnemer worden ingezet. Bij deelname aan
meerdere activiteiten is de kans groter dat meer controlemomenten in de tijd noodzakelijk
zijn om op het juiste moment de controle uit te voeren.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), als betaalorgaan voor het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB), bepaalt welke activiteiten door de NVWA ter plaatse moeten worden
gecontroleerd. De NVWA voegt de te controleren activiteiten samen op een dusdanige
manier dat de controles zo effectief en efficiënt mogelijk uitgevoerd kunnen worden.
Belangrijkste voorwaarden hierbij zijn dat de controles conform de EU-verplichtingen
en rekening houdend met de natuurkalender worden uitgevoerd, doch met een zo laag
mogelijke frequentie.
Vraag 2
Welke richtlijnen hanteert de NVWA voor controle op deelnemers aan weidevogelbeheerprogramma’s?
Antwoord 2
De NVWA voert in opdracht van RVO.nl de controles ter plaatse uit overeenkomstig de
Europese controleverordeningen. De NVWA controleert ter plaatste of voldaan wordt
aan de subsidievoorwaarden die gelden voor de activiteiten. De controlewerkzaamheden
zijn afgestemd met RVO.nl, als betaalorgaan GLB.
Vraag 3
Op welke aspecten controleert de NVWA als het gaat over weidevogelbeheer? Klopt het
dat de inspecteurs van de NVWA tijdens zo’n controle ook zaken kunnen constateren
die geen verband houden met agrarisch natuurbeheer? Zo ja, wat is hier de onderbouwing
van?
Antwoord 3
In het kader van agrarisch natuurbeheer wordt gecontroleerd op de correcte uitvoering
van de subsidiabele activiteit. Daarnaast wordt er gecontroleerd op naleving van baselinevoorschriften
in het kader van het Agrarisch Natuurbeheer (ANLb).
Bij het uitvoeren van deze controles kunnen ook overtredingen geconstateerd worden
die niet samenhangen met het agrarisch natuurbeheer, zoals de randvoorwaarden die
gelden voor het GLB. Voor zover die overtreding valt binnen het toezichtsdomein van
de NVWA, wordt dit intern doorgegeven en afgehandeld. Valt de overtreding binnen het
toezichtsdomein van een andere organisatie, dan wordt dit ter verdere afhandeling
doorgegeven aan de betreffende organisatie.
Vraag 4
Hoeveel ruimte wordt boeren geboden voor herstel? Welke boetes kan de NVWA opleggen
aan boeren als het gaat over weidevogelbeheer? Hoe vaak is dit de afgelopen jaren
gedaan? Welke mogelijkheden hebben boeren om bezwaar te maken tegen zo’n boete? Hoe
vaak is hier de afgelopen jaren gebruik van gemaakt?
Antwoord 4
De mogelijkheid om herstel te bieden is afhankelijk van de aard van de subsidiabele
activiteit en de aard van de overtreding. Het is daarom niet mogelijk om hiervan een
uitputtende opsomming te geven. Ten algemene kan gezegd worden dat herstel alleen
geboden wordt als dit geen wezenlijke afbreuk doet aan het beoogde natuurdoel. Herstel
wordt overigens geboden aan de ANLb-collectieven in hun rol als aanvragers van subsidie,
niet aan de individuele deelnemende boeren.
Op grond van het EU-recht worden kortingen die door RVO.nl (namens het bevoegde gezag)
in het kader van agrarisch natuurbeheer worden opgelegd niet gekwalificeerd als boetes,
maar als administratieve correcties. De ANLb-collectieven kunnen bij RVO.nl bezwaar
maken tegen het besluit waarbij de korting wordt opgelegd. Tot op heden zijn er geen
bezwaarschriften tegen kortingen op het weidevogelbeheer ingediend. Dit hangt samen
met het feit dat de subsidiabele activiteiten zodanig zijn omschreven dat het zonder
meer duidelijk is dat er sprake is van een niet-naleving.
Vraag 5
Klopt het dat natuurorganisaties maar eens in de vier jaar gecontroleerd worden door
de NVWA? In hoeverre vinden er nog andere controles door andere overheidsinstanties
plaats en hoe vaak worden die controles gehouden?
Antwoord 5
Met betrekking tot weidevogelbeheer voert de NVWA geen controles uit bij natuurorganisaties,
omdat weidevogelbeheer door natuurorganisaties volledig nationaal wordt gefinancierd.
De natuurorganisaties worden geaudit door de stichting Certificering SNL. De Stichting
Certificering SNL werkt in opdracht van de twaalf provincies en beoordeelt of de deelnemers
aan het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) voldoen aan het Programma van Eisen.
De audits door de Stichting Certificering SNL vinden eens per 4 jaar plaats en vanaf
2021 eens per 3 jaar. Daarnaast kan de provincie zelf eigen veldcontroles voor natuurbeheer
uitvoeren.
Voor de SNL geldt een verplichte certificering. Natuurbeheerders en agrarische collectieven
krijgen van de Stichting Certificering SNL een certificaat als ze voldoen aan een
Programma van Eisen. Deze eisen gelden in gelijke mate voor zowel natuurbeheerders
als agrarische collectieven.
Omdat het agrarisch natuurbeheer via de SNL, naast nationale financiering, ook wordt
gefinancierd uit GLB-middelen, zijn op het agrarisch natuurbeheer aanvullend ook de
Europese controleverordeningen van toepassing.
Vraag 6
Klopt het dat Stichting Certificering SNL bij Natuurmonumenten, Stichting Het Drentse
Landschap, De Hooge Weide en Goois Natuurreservaat tekortkomingen aantrof ten aanzien
van hun kwaliteitshandboek en bij het Zuid-Hollands Landschap en het Brabants Landschap
tekortkomingen in de beheerplannen? Klopt het dat deze organisaties geen sancties
ontvangen, maar hersteltijd krijgen en dat er daarna een afspraak op maat wordt gemaakt?
Antwoord 6
Het klopt dat bij deze natuurorganisaties tekortkomingen die verband houden met de
certificering zijn aangetroffen. Aan de natuurorganisaties is herstel geboden. De
werkwijze van de Stichting Certificering SNL is bij geconstateerde tekortkomingen
bij natuurorganisaties gelijk aan de werkwijze die de Stichting Certificering SNL
hanteert ten aanzien van de agrarische collectieven.
In de ruim tien jaar waarin de Stichting Certificering SNL thans werkzaam is, zijn
de geconstateerde tekortkomingen die betrekking hebben op de certificering tot nu
toe tijdig weggenomen.
Vraag 7
Klopt het dat het intrekken van het certificaat de enige sanctie is die er voor natuurorganisaties
bestaat, dat het sinds de oprichting van Stichting Certificering SNL in 2010 nog nooit
is voorgekomen en er dus geen enkele natuurorganisatie een sanctie heeft ontvangen?
Antwoord 7
Naast het intrekken van het certificaat, zijn er ook andere vormen van «sancties».
Indien de provincie constateert dat een terrein niet (meer) voldoet aan de subsidievoorwaarden,
bijvoorbeeld op basis van de SNL-monitoring/evaluatie, eigen controles of signalen
van derden, kan voor dat terrein de subsidie worden ingetrokken. Daarnaast kunnen
natuurorganisaties ook zelf het initiatief nemen om terreinen terug te trekken uit
de subsidie-beschikking. Het intrekken van het certificaat is een zeer ernstige sanctie:
zodra een certificaat is ingetrokken komt een agrarisch collectief of natuurorganisatie
niet meer in aanmerking voor een SNL-subsidie. Tot nu toe is er door de Stichting
nog nooit een certificaat ingetrokken, omdat geconstateerde tekortkomingen tijdig
zijn weggenomen.
Vraag 8
Klopt het dat bij natuurorganisaties geen inspecties in het veld worden uitgevoerd
terwijl dit bij deelnemers aan weidevogelbeheerprogramma’s wel gebeurt?
Antwoord 8
De provincie kan eigen veldcontroles uitvoeren voor natuurbeheer. Zie ook de beantwoording
van vraag 5.
Vraag 9
Hoe vaak vinden er door welke instantie controles plaats naar het naleven van de vergroeningseisen
in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)? Op welke aspecten wordt
dan gecontroleerd? Hoe vaak is het de afgelopen jaren voorgekomen dat de vergroeningeisen
niet goed werden nageleefd? Welke sancties werden toen toegepast?
Antwoord 9
RVO.nl voert bij alle aanvragen administratieve controles uit op de vergroeningsvoorwaarden.
Daarnaast wordt steekproefsgewijs de situatie ter plaatse gecontroleerd door NEO (Netherlands
Geomatics & Earth Observation) met behulp van satellietdata en door de NVWA ter plaatse.
De tabel hieronder geeft een overzicht van het aantal vergroeningscontroles ter plaatse
per jaar en per instantie die de controles heeft uitgevoerd; NEO of de NVWA. Wanneer
NEO via de satellietbeelden geen uitsluitsel kan geven over bevindingen, wordt een
vervolgcontrole uitgevoerd door de NVWA.
Jaar
Controles NEO
Controles NVWA
Totaal
2018
1.948
910
2.858
2019
1.799
492
2.291
2020
1.771
171
1.942
Vanwege de corona-pandemie zijn de controle aantallen in 2020 lager dan in de andere
jaren. Verordening (EU) 532/2020 biedt ruimte voor deze verlaging.
Op welke aspecten wordt dan gecontroleerd?
Tijdens de controle wordt beoordeeld of voldaan wordt aan de voorwaarden van de vergroeningsbetaling.
Er wordt onder andere gecontroleerd op de aanwezigheid van toegestane gewassen, randen
en stroken. Ook wordt gecontroleerd of het ploegverbod bij ecologisch kwetsbaar blijvend
grasland gerespecteerd is. Deze controles worden met behulp van satellietbeelden door
NEO uitgevoerd. Voorwaarden die niet administratief of met behulp van satellietdata
te controleren zijn, worden ter plaatse gecontroleerd door de NVWA. De voorwaarden
voor de vergroeningsbetaling zijn vastgelegd in Europese verordeningen. De Nederlandse
invulling staat beschreven in paragraaf 3 van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse
betalingen GLB.
Hoe vaak is het de afgelopen jaren voorgekomen dat de vergroeningeisen niet goed werden
nageleefd? Welke sancties werden toen toegepast?
In de tabel hieronder staan de resultaten van de vergroeningscontroles en de bijbehorende
kortingsbedragen voor de jaren 2018, 2019 en 2020.
Jaar
Aantal bedrijven met afwijking
Aantal hectares met afwijking
Opgelegd kortingsbedrag
2018
144
1.697
€ 196 k€
2019
219
455
€ 52 k€
2020
111
268
€ 30 k€
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.