Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kops en Markuszower over het mét subsidie huisvesten van grote statushoudersgezinnen
Vragen van de leden Kops en Markuszower (beiden PVV) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het mét subsidie huisvesten van grote statushoudersgezinnen (ingezonden 18 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 8 juli 2021).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat de gemeente Hoogeveen zich heeft aangemeld voor de «financiële
impuls» van het Rijk om – mét subsidie – grote statushoudersgezinnen te huisvesten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie dat het te absurd voor woorden is dat de gemeente voor het huisvesten
van een groot statushoudersgezin (+8 personen) maar liefst € 32.500 kan ontvangen
(voor het verbouwen van de woning)?
Antwoord 2
Nee, die conclusie deel ik niet. Momenteel verblijven er meer dan 10.000 vergunninghouders
in de opvang van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Door krapte op de
woningmarkt lukt het gemeenten niet om hen binnen de afgesproken maximale streefduur
van veertien weken na vergunningverlening een woning toe te wijzen. In het bijzonder
voor grote gezinnen speelt ook dat de reguliere woningmarkt onvoldoende voorziet in
passende woningen. De regeling «financiële impuls» stelt gemeenten in staat om onder
meer kleine verbouwingen te realiseren (zoals het splitsen van kamers) om zo passende
woonruimte gereed te maken. Hierdoor kunnen «grote gezinnen vergunninghouders» een
start maken met hun integratie en participatie en neemt tevens de druk op de capaciteit
van het COA af. Gemeenten die een financiële bijdrage ontvangen worden gevolgd om
te bezien of de budgetten voor de opvang van vergunninghouders in de toekomst efficiënter
ingezet kunnen worden en kunnen bijdragen aan permanente huisvestingsoplossingen.
Vraag 3
Hoeveel andere gemeenten hebben zich voor de regeling «Financiële impuls versnelde
huisvesting grote gezinnen vergunninghouders»2 aangemeld, en om hoeveel statushouders(gezinnen) gaat het hier?
Antwoord 3
In totaal hebben zich 30 gemeenten aangemeld voor deelname aan de regeling. 24 gemeenten
nemen deel aan de regeling ten behoeve van de huisvesting van 31 grote gezinnen vergunninghouders.
Het betreft gezinnen van ten minste acht personen die in de opvang van het COA verblijven.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het te schaamteloos voor woorden is dat deze gelukzoekers, die
nog nooit één cent belasting hebben betaald, met voorrang én met subsidie worden gehuisvest
en dat dit ten koste gaat van de hardwerkende Nederlandse woningzoekenden? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Nee, die mening deel ik niet. Het gaat hier om personen waarvan is vastgesteld dat
zij recht hebben op bescherming in Nederland. Daarbij komt dat vergunninghouders sinds
1 juli 2017 niet langer tot de groep behoren die generiek voorrang krijgt bij huisvesting;
gemeenten bepalen dit zelf in een huisvestingsverordening. Om die reden kan dan ook
niet worden gesproken over het met voorrang behandelen van specifiek de grote gezinnen
ten opzichte van andere vergunninghouders en Nederlandse woningzoekenden. Zoals ik
in het antwoord op de tweede vraag heb beschreven, is de doorstroom van vergunninghouders
uit de COA-opvang naar gemeenten langer dan de afgesproken maximale streeftermijn
van veertien weken. Deze termijn is voor grote gezinnen vergunninghouders (van acht
personen of meer) opgelopen tot 33 weken. De verlengde duur van de opvang van deze
doelgroep is kostbaar, houdt schaarse bedden bezet en zorgt er bovenal voor dat vergunninghouders
niet kunnen starten met integratie en participatie. De financiële impuls is er op
gericht gemeenten te ondersteunen bij het huisvesten van grote gezinnen vergunninghouders
om zo de opvang in COA-locaties te kunnen beëindigen.
Vraag 5, 6
Deelt u de mening dat met deze «financiële impuls» het signaal wordt afgegeven dat
als statushouders veel kinderen krijgen, zij vervolgens in de watten worden gelegd
met een mooi, groot huis? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat dit zal leiden tot een ongekende explosie van het aantal kinderen
onder gelukzoekers, waardoor Nederlanders nóg sneller een minderheid in eigen land
zullen worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6
Nee, die mening deel ik niet. De financiële impuls is er specifiek op gericht om het
Nederlandse ontoereikende woonaanbod beter te laten aansluiten op de woonbehoefte
van grote gezinnen vergunninghouders. Er wordt geen mooier of groter huis aangeboden,
maar slechts een huis dat geschikt is (gemaakt) voor een groot huishouden. Omdat de
huidige woningmarkt hier onvoldoende in voorziet, stagneert de uitstroom uit de opvanglocaties
van het COA en verblijven grote gezinnen vergunninghouders (die reeds bestaan uit
acht personen of meer na vergunningverlening) langer dan gebruikelijk in de opvang
van het COA. De regeling moet ervoor zorgen dat ten minste de helft van deze grote
gezinnen gehuisvest wordt en de gemiddelde doorstroomtijd alsook de druk op de capaciteit
van het COA afneemt.
Vraag 7, 8
Bent u bereid hieraan per direct een einde te maken en deze grote statushoudersgezinnen,
evenals alle andere statushouders, zelf een huis in het land van herkomst te laten
zoeken? Zo nee, waarom niet?
Bent u ertoe bereid de «Financiële impuls versnelde huisvesting grote gezinnen vergunninghouders»
onmiddellijk stop te zetten en dit geld in te zetten voor de huisvesting van de Nederlanders?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7, 8
Nee, daartoe ben ik niet bereid. Nederland is gecommitteerd aan het nakomen van verplichtingen
die voortvloeien uit internationale verdragen en Europese wet- en regelgeving, al
dan niet geïmplementeerd in onze nationale wet- en regelgeving, inzake het verlenen
van asiel en bescherming. Ik ben niet van plan daarvan af te wijken. Daarnaast is
met medeoverheden afgesproken dat er naast de regeling «financiële impuls» in de volle
breedte wordt gewerkt aan het ondersteunen van gemeenten bij het huisvesten van (Nederlandse)
woningzoekenden. Zo stelt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
50 miljoen euro ter beschikking voor het huisvesten van aandachtsgroepen, waaronder
vergunninghouders. Ik ben eveneens niet van plan van deze afspraken af te zien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.