Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over het bericht ‘Mijn kind wil niet meer Joods zijn’
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Mijn kind wil niet meer Joods zijn» (ingezonden 22 juni 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 8 juli
2021).
Vraag 1
Hebt u kennis genomen van het bericht «Mijn kind wil niet meer Joods zijn»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de constatering dat het aantal incidenten tegen Joodse leerlingen gestegen
is tijdens het recente conflict tussen Israël en Gaza? In hoeverre heeft de Inspectie
van het Onderwijs (hierna: de inspectie) in die periode (meer) signalen ontvangen
over dergelijke misstanden en wat is daarmee gebeurd?
Antwoord 2
De inspectie heeft in de afgelopen maanden geen meldingen ontvangen van incidenten
gericht tegen leerlingen van Joodse scholen of Joodse leerlingen. Op basis daarvan
kan ik dus niet concluderen dat het aantal incidenten tegen Joodse leerlingen is gestegen.
Vraag 3
Hoe reageert u op de signalen dat de situatie op school voor Joodse leerlingen kennelijk
onvoldoende veilig is om aanwezig te kunnen zijn? Is het uitgangspunt van het beleid
van de inspectie om een specifiek onderzoek uit te voeren als zulke signalen over
de veiligheid van leerlingen ontvangen worden? Zo ja, zijn dergelijke onderzoeken
in uitvoering?
Antwoord 3
Het is vreselijk dat een leerling zich niet veilig voelt op school omdat hij of zij
zich gediscrimineerd voelt. Een school moet voor iedereen een veilige omgeving zijn.
Daar hebben scholen een wettelijke opdracht toe. Met de nieuwe burgerschapswet komt
daarbij dat scholen in het funderend onderwijs de opdracht hebben te zorgen voor een
schoolklimaat dat in overeenstemming is met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat,
en dat ze moeten zorgen dat elke leerling zich veilig en geaccepteerd weet.
Het toezicht van de inspectie is risicogericht. Als er signalen zijn die daartoe aanleiding
geven, zal de inspectie onderzoek doen of anderszins optreden. Dit kan bijvoorbeeld
het geval zijn bij ernstige signalen rond onveiligheid, of rond uitingen die strijdig
zijn met basiswaarden, waarbij er sprake is van onvoldoende optreden van school en
bestuur. Dergelijke signalen zijn er op dit moment niet. Leerlingen of hun ouders
hebben altijd de mogelijkheid contact te zoeken met een vertrouwensinspecteur.
Vraag 4
Wat is uw reactie op de praktijk dat Joodse leerlingen zelfs door leraren ter verantwoording
worden geroepen over het handelen van Israël? Wilt u in overleg met de sectororganisaties
verkennen hoe dit probleem op de kaart gezet en aangepakt kan worden?
Antwoord 4
Als Joodse leerlingen door leraren ter verantwoording wordt geroepen voor het handelen
van Israël is dat niet acceptabel. Een leerling is een individu, en geen vertegenwoordiging
van een land. Op school moeten leerlingen zich veilig voelen. Ik ben regelmatig in
gesprek met de sectorraden én met Stichting School & Veiligheid om te spreken over
sociale veiligheid en burgerschap. Binnen die thema’s gaat het ook over antisemitisme.
Vraag 5
In hoeverre is er sprake van afstemming tussen de Inspectie van het Onderwijs en de
Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding als het gaat om misstanden in het onderwijs?
Bent u bereid om met de coördinator te verkennen hoe de bestrijding van antisemitisme
in het onderwijs verbeterd kan worden?
Antwoord 5
De functie van Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding is pas zeer recent in
het leven geroepen (per 1 april jongstleden), en de coördinator is net begonnen met
zijn taak. Ik zal met de coördinator in gesprek gaan om te bespreken hoe antisemitisme
in het onderwijs zo effectief mogelijk bestreden kan worden. Waar nodig zoekt de inspectie
contact met instanties die (mede) gericht zijn op het tegengaan van antisemitisme,
zoals de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding. In situaties in het onderwijs
waarin sprake is van strijdigheid met de basiswaarden, kan de inspectie zo nodig optreden.
Vraag 6
Bent u bereid financiële steun te geven aan initiatieven die, in samenwerking met
scholen, antisemitisme onder leerlingen en leraren tegengaan? Wilt u hierover in contact
treden met organisaties als het CIDI2, het Joods Cultureel Kwartier en de Stichting antisemitismepreventie, onder meer
over het organiseren van de genoemde lerarenreizen?
Antwoord 6
Ik ondersteun scholen op dit terrein via Stichting School & Veiligheid en via de ondersteuningsstructuur
in het kader van de nieuwe burgerschapswet. Daarnaast wordt de Anne Frank Stichting
door de overheid gesteund. Zij hebben een heel goed aanbod van zeer bruikbaar lesmateriaal
voor scholen, en hebben een goede samenwerking met Stichting School & Veiligheid.
Door de ondersteuning door een overzichtelijk aantal organisaties te laten doen worden
de beschikbare middelen niet te zeer versnipperd maar effectief ingezet, en weten
scholen ook beter waar ze terecht kunnen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.